1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
RWS/SDG/NW09/444/77211
Uw kenmerk
Datum 27 april 2009 -
Onderwerp Benzineprijspalen Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Aanleiding
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering
van de motie Hofstra inzake benzineprijspalen (TK 30300 XII, nr. 24) en van punt
3 van de motie Ten Hoopen inzake prijsconcurrentie tussen benzinestations langs
rijkswegen (TK 31200 XIII, nr. 21). In deze brief zal ik achtereenvolgens ingaan
op:
· de uitvoering van deel 1 van de motie Hofstra;
· de uitvoering van deel 2 van de motie Hofstra in combinatie met punt 3
van de motie Ten Hoopen.
Ik beschouw hiermee de motie Hofstra en punt 3 uit de motie Ten Hoopen als
afgedaan.
Rijkswaterstaat heeft onderzoek gedaan naar mogelijkheden om uitvoering te
geven aan de motie Hofstra. Dit onderzoek1 heeft zich enerzijds gericht op een
verkeersveilige en effectieve plaatsing van de benzineprijspaal op het
emplacement van het benzinestation. Anderzijds is onderzoek gedaan naar de
verkeerskundige, economische en veiligheidseffecten, evenals de effecten voor de
weggebruiker bij benzineprijspalen met daarop de prijzen van meerdere
benzinestations. Ook is gekeken naar de ervaringen in het buitenland en
eventuele alternatieven die verder onderzocht kunnen worden op haalbaarheid en
uitvoerbaarheid. Tenslotte is over de prijspalen en de mogelijke effecten daarvan
overleg gevoerd met de ANWB en brancheorganisatie VNPI (Vereniging van
Nederlandse Petroleumindustrie).
Deel 1 van de motie Hofstra
Deel 1 van de motie Hofstra betreft het zorgdragen voor prijspalen bij
benzinestations langs rijkswegen waarop de brandstofprijzen duidelijk staan
vermeld. De in de VNPI vertegenwoordigde oliemaatschappijen hebben toegezegd
hieraan mee te zullen werken.
1 Benzineprijspalen, Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer, 17 juli 2007
a
Pagina 1 van 3
Gezien deze toezegging, heb ik eerst afgewacht of de markt zonder bemoeienis
Datum
van de overheid tot plaatsing van de prijspalen zou overgaan. Ik ben verheugd te
kunnen constateren dat veel benzinestations langs het hoofdwegennet al duidelijk Ons kenmerk
communiceren over de brandstofprijzen en eventuele kortingen daarop. Als goede RWS/SDG/NW09/444/77211
voorbeelden noem ik Shell en BP, die de afgelopen twee jaar in totaal op bijna
100 locaties langs rijkswegen benzineprijspalen hebben geplaatst. Ongeveer 150
rijkswegstationhouders hebben echter nog geen benzineprijspaal geplaatst.
Daarom heb ik, uit het oogpunt van adequate informatievoorziening aan de
weggebruiker, besloten in de Kennisgeving Voorzieningen op verzorgingsplaatsen
langs rijkswegen (publicatie Staatscourant van 22 maart 2004) de verplichting tot
het plaatsen van een prijspaal op te nemen. Tevens zal de plaatsing van
benzineprijspalen worden opgenomen in de herziening van de Richtlijnen voor het
ontwerp van verzorgingsplaatsen die Rijkswaterstaat uitvoert en rond de zomer
van dit jaar afrondt. Daarnaast zal ik een dringend beroep doen op de in de VNPI
vertegenwoordigde maatschappijen om nu uitvoering te geven aan hun
toezegging om benzineprijspalen te plaatsen.
Deel 2 van de motie Hofstra en punt 3 van de motie Ten Hoopen
Deel 2 van de motie Hofstra betreft het zorgdragen voor prijspalen langs
rijkswegen waarop de brandstofprijzen van de eerstvolgende drie à vier
benzinestations langs de desbetreffende rijkswegen duidelijk zichtbaar worden
gemaakt. Punt 3 van de motie Ten Hoopen betreft het plaatsen van prijspalen bij
benzinestations met de brandstofprijzen van de eerstvolgende vier
benzinestations. Deze onderdelen van de moties worden door mij niet
overgenomen.
De volgende overwegingen spelen daarbij een rol:
· De systematiek zoals gehanteerd in Frankrijk leent zich niet bij voorbaat
voor Nederland. De afgelegde afstanden op autosnelwegen zijn in
Frankrijk veel groter dan in Nederland, en daarmee ook de kans dat men
een verderop gelegen station daadwerkelijk tegenkomt. Overigens is niet
bekend of de Franse systematiek een prijsdrukkend effect heeft gehad.
· Met uitzondering van Frankrijk zijn er geen landen waar brandstofprijs-
vergelijkende informatiepalen langs autosnelwegen staan. Het Franse
systeem is inmiddels ook door de tijd achterhaald. Weggebruikers hebben
in toenemende mate de mogelijkheid om prijzen tussen tankstations te
vergelijken, bijvoorbeeld met behulp van websites waar de meest actuele
brandstofprijzen staan vermeld. Ook kan in navigatiesystemen informatie
over brandstofprijzen worden opgenomen.
· De kosten van de prijspalen voor alle circa 250 benzinestations langs het
hoofdwegennet werden in 2007 geschat op 50 á 60 miljoen. Het
onderhoud en het beheer (d.w.z. het dagelijks actualiseren van de
prijzen) van prijsvergelijkende palen, dat om mededingingstechnische
redenen door een overheidsinstantie zal moeten worden uitgevoerd, zijn
daarbij niet meegerekend.
· Er is geen direct zicht op vrijwillige medewerking vanuit de branche.
Op grond van deze overwegingen zie ik geen aanleiding om prijsvergelijkende
palen te plaatsen en daarmee af te wijken van het restrictieve beleid dat ik, in
verband met de verkeersveiligheid, voer op het gebied van reclame of niet
weggerelateerde informatie langs autosnelwegen. Het feit dat er inmiddels goede
alternatieven beschikbaar zijn speelt bij daarbij een belangrijke rol.
Pagina 2 van 3
Datum
Tenslotte
Voor de volledigheid merk ik op dat momenteel in opdracht van mijn collega van Ons kenmerk
Economische Zaken een onderzoek wordt uitgevoerd naar de hoogte en RWS/SDG/NW09/444/77211
totstandkoming van de benzineprijzen. Doel van dit onderzoek is het vormen van
een oordeel over de hoogte van de Nederlandse benzineprijzen in vergelijking met
enkele omringende landen. Daarnaast moet het onderzoek, indien de analyse van
de prijsvorming daar aanleiding toe geeft, richtinggevend zijn voor aanvullend
effectief beleid. De minister van Economische Zaken zal de onderzoeksresultaten
in de eerste helft van 2009 aan uw Kamer sturen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 3 van 3
Ministerie van Verkeer en Waterstaat