Ministerie van Defensie
Toespraak minister bij bezoek Tarin Kowt
Spreker: Minister van Defensie
Nederlands uitgezonden personeel,
Afgelopen week kreeg ik bezoek van kapitein Kroon van het Korps Commandotroepen. Zoals jullie ongetwijfeld weten is Marco Kroon de eerste militair in 54 jaar die de Militaire Willems-Orde is toegekend. Hij krijgt onze hoogste dapperheidonderscheiding uit handen van de Koningin wegens getoonde daden van moed, beleid en trouw tijdens het begin van de ISAF-missie in 2006. Misschien kennen sommige van jullie hem wel. Het een robuuste persoonlijkheid, een militair in hart en nieren met het hart op de tong. Tijdens het openhartige gesprek, maakte hij zich op een gegeven moment merkbaar kwaad. Hij zei: 'Excellentie, ik stoor mij ontzettend aan mensen die beweren dat de missie in Afghanistan niets uitricht, dat we geen vooruitgang boeken. Die mensen weten niet waar ze over praten! Zodra wij in 2006 de poort uitreden, hadden we al vuurcontact. Hele gebieden waren niet toegankelijk voor ons. De bevolking was schichtig, het was één kaalslag. En moet je nu eens kijken!'.
'En moet je nu eens kijken', inderdaad! Ik deel deze observatie van kapitein Kroon. Sinds het begin van mijn ministerschap, kom ik hier globaal om de 4 maanden op bezoek. En elke keer zie ik vooruitgang. Wat is er onvoorstelbaar veel bereikt sinds kapitein Kroon en zijn eenheid hier opereerden!
De nijverheid en handel ontwikkelen zich in rap tempo, de infrastructuur verbetert zienderogen, basisgezondheidszorg is nu toegankelijk voor een groot deel van de bevolking, de landbouw is in opkomst en het Afghaanse leger en de Afghaanse politie groeien in omvang en professionaliteit. Op het gebied van onderwijs en educatie - de waarborg van duurzame ontwikkeling van iedere samenleving- gebeurt ontzettend veel. Bestaande scholen zijn verbeterd, 5 nieuwe scholen zijn er gestart, 58 scholen zijn thans in aanbouw en van 14 scholen wordt de bouw nu aanbesteed. Naast ettelijke scholing- en bijscholingsprojecten voor onderwijzers, volgen 60 studenten uit Uruzgan een tweejarige onderwijzersopleiding in India. Zij zijn voorbestemd om na hun tweejarige opleiding als onderwijzer terug te keren. De meisjes onder hen hebben als kind in het geheim onderwijs moeten
1
volgen. Waren ze gesnapt door de Taliban, dan had dit een gewisse dood voor hen betekend. De moed van deze kinderen, heeft getriomfeerd over de kaalslag en wreedheid van de Taliban.
Dat is onvoorstelbaar dapper en roerend. De voorbeelden die ik aanhaalde, gaan over ontwikkelingen binnen de Afghaanse samenleving en dat is bemoedigend. Want wij, jullie, kunnen Afghanistan uiteindelijk niet redden, hoe graag we dat ook willen en hoe goed we ons best daar ook voor doen. Dat kunnen alleen de Afghanen zelf. Wij scheppen de voorwaarden en bieden ondersteuning.
Dat is nog steeds hard nodig, want ondanks de zichtbare vooruitgang en alle inspanningen en offers die uw voorgangers en u hier geleverd hebben, hebben we nog steeds van doen met een verbeten en geduchte tegenstander. De raketaanval waarbij jullie collega Azdin Chadli sneuvelde en 5 Nederlandse en 2 Afghaanse militairen gewond raakten, heeft ons hier keihard bij bepaald. Voor de Bravo-compagnie, voor ons allemaal, werpt dit een schaduw over deze uitzending.
Uw uitzending hier speelt zich dan ook af tijdens een kritische fase in de ontwikkeling van Afghanistan. Ik heb het eerder een kanteljaar genoemd en daar weet u alles van. De verkiezingen werpen een schaduw vooruit. Hierdoor nemen de Nederlandse inspanningen tijdelijk toe tot een personeelsplafond van bijna 2000 personen.
De Amerikaanse bijdrage aan de operatie wordt substantieel verhoogd, wat jullie dagelijks merken aan alle bouwactiviteiten. De Police Training School draait hier een eerste cursus en het aantal militairen op het aanpalende Afghaanse kamp neemt verder toe. De samenwerking met de andere ministeries krijgt hier steeds meer gestalte. Dat is misschien wel het meest zichtbaar bij de PRT. Zij hebben tegenwoordig geen commandant meer, maar een directeur! Mijnheer Wijnands van het ministerie van Buitenlandse Zaken schrijft hiermee diplomatieke en militaire geschiedenis.
U verzet hier, ieder op zijn eigen manier en in een eigen functie, 24 uur per dag, 7 dagen per week ontzettend veel en belangrijk werk. Dat is niet makkelijk, en soms zelfs gevaarlijk. Uw inspanningen zijn echter bepaald niet onopgemerkt gebleven. Op de grote Afghanistantop in Den Haag, sprak Hillary Clinton onomwonden haar waardering uit voor de Nederlandse inspanningen. Maar ook COM ISAF sprak gisteren zijn waardering uit over de hoge kwaliteit van werk die de Nederlanders hier leveren. De waardering voor uw werk beperkt zich echter niet tot internationale fora alleen.
2
Ook binnen Nederland bestaat er terecht brede waardering voor de inspanningen die u hier levert. Ik sta hier daarom niet alleen als minister van Defensie, maar breng u tevens de waardering over van de gehele ministerraad. Weet dat ook daar intensief met u wordt meegeleefd.
Ik vertelde u al dat ik hier regelmatig langskom. Dat is voor mij elke keer weer een voorrecht. Nederlandse militairen raken mij door hun betrokkenheid, professionaliteit, veerkracht en enthousiasme. Jullie leveren hier dan ook fantastisch werk! Ik ben ontzettend trots op jullie en dat steek ik niet onder stoelen of banken. Ik kijk dan ook uit naar verdere ontmoetingen met jullie, naar jullie verhalen en ervaringen.
Ik wil u een heel goede term toe wensen, alle krijgsmansgeluk, een goede Koninginnedag maar bovenal een behouden thuiskomst! Vergeet daarbij echter één ding niet. Dat is de naam van Azdin Chadli en de andere 18 namen die altijd met deze missie verbonden zullen blijven. Wij zullen en mogen die nooit vergeten. De onthulling van de naam van Azdin Chadli op het monument, die aanstonds plaatsvindt, is juist daarom zo waardevol.
Jullie Australische collega's herdenken aanstaande zaterdag tijdens de zogenaamde 'Anzac Day' hun gevallenen. Traditiegetrouw wordt hierbij de volgende strofe gesproken, die ik vertaald zeer toepasselijk acht. Ik wil hier graag mee afsluiten.
Voor de gevallenen.
Zij worden niet oud, wij achterblijvers worden oud:
Leeftijd deert hen niet, zij tellen geen jaren.
Bij zonsondergang en in het morgenlicht
Zullen we hen in ons hart bewaren.
3