Samenwerking Essent met RWE enige juiste stap
27/04/2009 12:41
Essent N.V.
Briefing Note
-------------
Samenwerking Essent met RWE enige juiste stap
Arnhem, 27 april 2009
Voor Essent, haar aandeelhouders, haar medewerkers en haar klanten is het van het allergrootste belang dat het partnerschap met RWE tot stand komt. In reactie op de stemming die afgelopen vrijdag heeft plaatsgevonden in de Provinciale Staten van Brabant en de gebeurtenissen daaromheen hecht Essent grote waarde aan publicatie van dit bericht. Hierin wil Essent nogmaals onder de aandacht brengen waarom er geen alternatief is en de keuze voor RWE juist heel veel kan betekenen voor de ontwikkeling van duurzame energie in Nederland
Samengaan met RWE enige juiste optie
Sterke impuls voor investeringen in duurzaamheid in Nederland
Hierover is veel gezegd de afgelopen weken. De plannen van Essent en RWE op het gebied van investeringen in duurzame energie zijn niet gebaseerd op voornemens, maar op concrete afspraken, die door beide bedrijven in een contract zijn vastgelegd. In deze duurzaamheidsovereenkomst staan investeringen en inspanningen omschreven die Essent op eigen kracht nooit zou kunnen doen. Alle investeringen in duurzaamheid die Essent gepland had, worden met RWE ook uitgevoerd. Daarnaast investeert RWE jaarlijks EUR 1 miljard in duurzame productie van energie en heeft een indrukwekkend investeringsprogramma van tientallen miljarden in het terugdringen van de uitstoot van CO2.
Optimale opbrengst
De aandeelhouders krijgen met de in de verkoopovereenkomst overeengekomen prijs een uitermate goede opbrengst voor hun aandelen. Het is niet overdreven om te zeggen dat de verkoopprijs van EUR 9,3 miljard een 'eens maar nooit weer' opbrengst oplevert voor de provincies, gemeenten en hun inwoners. Gelden die aandeelhouders de mogelijkheid geven hun eigen ambities op het gebied van duurzame energie versneld waar te maken naast andere belangrijke maatschappelijke investeringen.
Werknemers en Essent blijft Essent
RWE heeft vergaande toezeggingen gedaan ten aanzien van het veiligstellen van de belangen van Essent-medewerkers. In een convenant met verschillende vakbonden en de Centrale Ondernemingsraad van Essent zijn bindende afspraken gemaakt die voor minstens vijf jaar gelden. Het betreft hier toezeggingen over bijvoorbeeld garanties van arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid die zelden voorkomen in dergelijke overnametrajecten. De Centrale Ondernemingsraad van Essent heeft een positief advies gegeven op de voorgenomen transactie. De werknemers van Essent hebben dit nog eens onderstreept met het aanbieden van een petitie door de voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad aan de Provinciale Staten van Noord Brabant.
Daarnaast blijft Essent gewoon Essent. Met het eigen vertrouwde Essent-merk, een eigen Raad van Bestuur waarin drie Nederlanders en een Belg zitting hebben en een eigen Raad van Commissarissen, met een Nederlander als voorzitter. De huidige activiteiten van RWE in Nederland en België worden in Essent geïntegreerd, waarmee Essent een onderneming wordt van RWE die dient als platform van de groep voor groei op de Nederlandse en Belgische markten.
Bredere basis
De keuze van Essent en haar aandeelhouders voor het creëren van een bredere basis is niet zo maar een keuze. Feitelijk kàn Essent niet anders. De splitsing in een commercieel Productie- en Leveringsbedrijf (Essent) en een Netwerkbedrijf (ENEXIS) leidt tot een Essent dat op de internationale energiemarkt - een lokale, Nederlandse energiemarkt bestaat niet meer- een steeds beperkter rol kan spelen. Essent is een te kleine speler om wat het nu heeft opgebouwd zelfstandig te kunnen behouden. Samen met RWE blijft de concurrerende positie van Essent niet alleen gehandhaafd, maar wordt die in belangrijke mate versterkt.
Consequenties en effecten van niet verkopen
Het debat is pas compleet als we ook goed stilstaan bij wat niet verkopen betekent. Allereerst is er het gegeven dat niet verkopen de splitsing niet tegenhoudt. De splitsingswet is een feit en de wet zal niet worden ingetrokken.
Bestuursvoorzitter van Essent, Michiel Boersma: "Terugkeren naar een ongesplitst Essent is niet mogelijk. Die weg is afgesloten. Om te voldoen aan de splitsingswet zijn inmiddels stappen gezet en processen op gang gebracht die nu onomkeerbaar zijn. Ook dat moet men zich goed realiseren. Wij hebben in het verleden voldoende op de gevolgen van deze ontwikkeling gewezen en de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent is zo'n gevolg. Dat is niet leuk, maar onvermijdelijk wil Essent haar rol blijven spelen als betrouwbare leverancier van betaalbare en groene energie. De productie- en leveringsactiviteiten van Essent hebben voor straks een nieuwe, bredere basis nodig om de continuïteit voor de toekomst te kunnen garanderen.. Met RWE samen kunnen we daar voor zorgen, alle andere opties geven die zekerheid niet."
De effecten van verkopen aan RWE staan hierboven vermeld. De effecten van niet verkopen zijn minstens zo belangrijk.
Risico's voor Essent en daarmee voor aandeelhouders nemen sterk toe:
De splitsing betekent dat Essent een belangrijke stabiele factor verliest in haar bedrijfsvoering en risicoprofiel, maar ook dat Essent minder financiële slagkracht heeft. Om een ambitieus investeringsprogramma te kunnen uitvoeren dat is gericht op het verbeteren van de leveringszekerheid en op de efficiency en duurzaamheid van het productiepark, is Essent aangewezen op financiering via leningen en ingehouden winst, dat wil zeggen dat deel van de winst dat niet wordt uitgekeerd als dividend. Omdat de mogelijkheden voor Essent om te lenen door de splitsing worden beperkt, is Essent aangewezen op winstinhouding als een belangrijke bron van financiering. Dat betekent dat Essent er niet aan ontkomt de dividendpolitiek ter discussie te stellen.
Een tweede effect voor de aandeelhouders is de wijziging in het risicoprofiel van Essent. Zonder netwerkbedrijf zijn de resultaten volledig onderhevig aan de werking van de vrije markt. De liberalisering van de energiemarkt is een Europese verworvenheid en die geldt dus ook voor Nederland en België. Op de wereldmarkten voor gas, kolen, uranium, biomassa en dergelijke is Essent voor wat haar inkoopprijzen betreft afhankelijk van geopolitieke ontwikkelingen. Gecombineerd geven deze posities potentieel grote risico's. De beheersing van deze risico's is ons vak, maar we kunnen niet uitsluiten dat zelfs met de beste risicomanagementsystemen, er geen resultaatschommelingen zullen optreden. Gezien de bescheiden schaal van Essent kan de invloed van dergelijke schommelingen relatief groot zijn en dus van invloed op het dividendinkomen van de aandeelhouders.
Negatieve effecten op waarde Essent, duurzaamheid en werknemers:
Bovengenoemde heeft per definitie negatieve effecten op het investeringsprogramma (ook vooral in duurzaamheid) van Essent. De duurzaamheidsambities van Essent waren de ambities van een ongesplitst Essent. Het commerciële deel van Essent (PLB) waar we nu over praten kan die duurzaamheidsambities in zijn eentje niet waarmaken. Dat is de realiteit van vandaag.
Alternatieven niet haalbaar of zinloos:
1. Schaalvergroting in Nederland. Essent en haar aandeelhouders hebben zich maximaal
ingezet voor een fusie met Nuon. Het resultaat is bekend. De manier waarop de
discussies zich hebben afgespeeld doen vermoeden dat ook andere Nederlandse
combinaties op problemen zullen stuiten, als deze al tot de mogelijkheden zouden
behoren;
2. Schaalvergroting met een kleinere partij in het buitenland. In geval van verkoop
lijkt er alleen maar een nadeel te zijn ten opzichte van de transactie die op tafel
ligt. In geval van een "fusie" of contractuele samenwerking krijgen de aandeelhouders
van Essent te maken met discussies over risicovolle investeringen in het buitenland
met gemeenschapsgeld: dat was nu juist hét excuus van Minister van der Hoeven van
Economische Zaken om die splitsing in Nederland als enige in Europa toch gewoon door
te voeren;
3. Deze splitsing is één van de discussiepunten met betrekking tot de transactie met
RWE, maar er is geen enkel ander bedrijf dat voldoet aan dit criterium, behalve een
Nederlands bedrijf. De Europese wetgeving staat nu eenmaal minder vergaande
splitsingsalternatieven toe. Geïntegreerde bedrijven werken nu eenmaal efficiënter en
hebben een beter risicoprofiel, waardoor ze financieel sterker zijn. Als het niet
hebben van netwerkactiviteiten een absolute voorwaarde is, zijn er geen
samenwerkingsmogelijkheden voor Essent, behalve in Nederland of op deelgebieden,
waarbij ook de partner alleen maar vrije markt activiteiten kan inbrengen.
Conclusies:
Realiteit is dat onze stakeholders bij niet verkopen van Essent een onzekere toekomst ingaan. Voor de afnemers geldt dit wellicht nog het minste omdat Essent er alles aan zal doen om haar marktposities te behouden en haar reputatie als betrouwbare leverancier van betaalbare en groene energie waar te blijven maken.
Essent zal "de broekriem aan moeten halen" en sterk inzetten op efficiency. In hoeverre dit gepaard gaat met verlies aan locaties en dus wellicht aan arbeidsplaatsen staat nog niet vast.
De aandeelhouders worden het zwaarst getroffen aangezien zij niet meer zeker zijn van een gegarandeerde dividendstroom. Zeker is dat deze dividendstroom sterk onder druk zal komen te staan. Dit staat nog los van de vraag of de wet de huidige aandeelhouders eigenlijk wel in staat stelt om aandeelhouder te blijven in een puur commerciële onderneming. Die positie wordt, als het bedrijf zelfstandig verder gaat ,alleen maar risicovoller.
Alles overwegende is de optie die nu voor besluitvorming voor ligt: aansluiten bij RWE de beste optie. Voor Essent, haar medewerkers en voor haar klanten. Maar ook voor onze huidige aandeelhouders en zeker wanneer de ambities voor de verdere ontwikkeling van duurzame energie in Nederland in ogenschouw worden genomen.