Ministerie van Algemene Zaken

NOS, Met het ook op morgen, Radio 1

Radio / TV-interview | 25-04-2009

Minister-President Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over het JSF-debat en de verhoudingen binnen de coalitie.

VULLINGS:
Uiteindelijk is er dus een compromis uitgerold en toen ik vanmiddag met de premier sprak, vroeg ik aan hem of hij het een mooi of een lelijk compromis vindt.


BALKENENDE:
De balans gaat meer richting mooi omdat de kernvraag is: Kun je verder met het proces? Kun je verder met het aangaan van je verplichtingen, met het bouwen van het toestel? Of komt het proces tot stilstand? Dat is eigenlijk de kern waar het deze week om ging. En ik moet aan het einde van deze week constateren dat we verder kunnen. Dat is in het belang van het project zelf, voor militairen, en voor onze werkgelegenheid.

VULLINGS:
U vindt het een mooi compromis. Zeker ook omdat daarmee de spanning uit het proces is gehaald. Maar kunt u zich voorstellen dat mensen thuis denken: Wat was dit nou voor een voorstellen?


BALKENENDE:
Ik kan me natuurlijk best voorstellen dat mensen in het land een debat volgen, woensdag en donderdag, en wel eens denken: Hoe zit dit? Dat begrijp ik. Ik denk overigens ook dat mensen wel zien dat de partijen hier verschillend in zitten. De opvattingen over de JSF hebben altijd uiteen gelopen. Dat zal denk ik met elke straaljager gebeuren. Wat dat betreft is er niet veel nieuws onder de zon. En dan is het de taak van het kabinet om aan te geven: Waarom is het van belang? We hebben het natuurlijk wel over militaire missies. En dan willen wij dat onze militairen de beste bescherming en beveiliging krijgen. En dan hebben we het over een toestel waarvan je zegt: Dat is het beste toestel voor de beste prijs. We hebben te maken met werkgelegenheidsaspecten. We willen dat mensen een baan hebben. Zeker in deze moeilijke economische tijd. En als je nu ineens zou zeggen: Wij stoppen met het hele project. Wat zijn dan de consequenties? Die vragen heb je onder ogen te zien. En dat is in ieder geval de winst van het debat. Tegelijkertijd zie ik ook wel dat mensen zeggen: Het kost tijd. De emoties lopen hoog op. Aan de andere kant hoop ik ook dat mensen willen zien, zullen zien, dat er toch weer voortgang is geboekt deze week. En ik heb ook in het Kamerdebat gezegd...

VULLINGS:
Maar denk u echt dat mensen denken, dit was echt een goede week voor het aanzien van de politiek? Dat hebben de dames en heren goed gedaan in Den Haag?


BALKENENDE:
Laten we nu eens een andere situatie nemen. Stel nu eens dat dit tot een hele hoop politiek gedoe had geleidt. Men was er donderdagavond niet uitgekomen. Wat zou dan het debat in het kabinet zijn geweest? Waar hebben de mensen nu eigenlijk meer aan? Ik geloof dat mensen weten dat het een moeilijk onderwerp is. En daar loop ik ook niet voor weg. Mensen hebben dan meer aan het feit dat die stappen gezet worden die gezet moeten worden. Dat ook zorgvuldig besluitvormingsmomenten worden ingebouwd, volgend jaar. Over de criteria: de precieze prijs, werkgelegenheidsaspecten en zo. Die elementen die zijn buitengewoon belangrijk. Dan gaat het er uiteindelijk om dat je een verantwoorde keuze maakt en dat is dan belangrijker dan wanneer je hier niet uitkomt. En ik hoop ook dat mensen dat ook willen zien.

VULLINGS:
Heeft u deze week ooit gedacht van, oh jee, daar gaat mijn kabinet?


BALKENENDE:
Nou, nee. Zo heb ik het niet beleefd. Ik heb wel het gezien als een week waarin het erg spannend werd. Maar als ik bijvoorbeeld contact heb met de staatssecretaris, of met de heer Timmermans die natuurlijk deze week een belangrijke rol speelde. Toen heb ik ook steeds gemerkt de wil om eruit te komen. En wat dat betreft heb ik me meer bezig gehouden met de vraag van waar liggen de problemen. Hoe kunnen we hier uitkomen?

VULLINGS:
Volgens betrokkenen was het wel de zwaarste botsing in de coalitie.


BALKENENDE:
Dat is een beetje afhankelijk van hoe zaken worden waargenomen. En naar welk dossier je kijkt. Het was een spannend onderwerp, maar dat verbaast me niks. In het Kamerdebat is dit een onderwerp dat altijd debatten heeft opgeroepen. Dat zien we bij kabinetsformaties, bij Kamerdebatten, dat zien we binnen partijen. Dat hoort er nu eenmaal bij.

VULLINGS:
U begint eraan te wennen. Aan deze situaties.


BALKENENDE:
Politiek is ook niet eenvoudig. Ik moet zeggen, we hebben ook hele turbulente jaren. Laten we eerlijk zijn. Bij mijn vorige kabinetten, toen we een andere samenstelling hadden. Toen hadden we te maken ook met grote demonstraties van de vakbeweging. De noodzaak om hervormingsbeleid te voeren. We hebben heel veel kritiek gekregen. Mensen zeiden van je praat de economie in de put. We hebben ook toen discussie in het kabinet gehad. Wat doe je wel, en wat doe je niet? Uiteindelijk zijn we daar steeds uitgekomen. Ook nu weer is het een hele moeilijke tijd. Natuurlijk hebben wij discussies gehad over de financieel economische besluitvorming. Hoe kun je de economie op korte termijn stimuleren, zonder te vergeten dat juist de overheidsfinanciën op de lange termijn op orde moeten worden gebracht? Ben je bereid het proces van ombuigingen ook aan te gaan vanaf het jaar 2011? Dat waren moeilijke vragen. We zijn er uiteindelijk uit gekomen.

VULLINGS:
U bent altijd blij dat we er uiteindelijk uitkomen. Maar daaraan voorafgaand is er altijd een proces zichtbaar voor heel Nederland. En daar zetten mensen dan toch vraagtekens bij. Wordt dit de nieuwe standaard?


BALKENENDE:
We hebben natuurlijk een klimaat waarin alles ongeveer transparant is. Als ik ook zie hoe het destijds ging met de gesprekken...

VULLINGS:
De oppositie klaagt vaak over achterkamertjespolitiek.


BALKENENDE:
Ja, maar dat is flauwekul. Als u nu ziet hoeveel zaken juist in de media naar voren worden gebracht. We zien de interviews die worden gegeven. Ik denk dat u aan informatie geen gebrek heeft eerlijk gezegd. Dus dat valt allemaal wel mee. Ik vind het wel grappig om dat soort argumenten te horen van die achterkamertjespolitiek. Kijk, wanneer het gaat over een coalitieakkoord. En je moet even heel goed spreken over de vraag: Wat hebben we toen afgesproken en hoe zitten we er nu in? Daar heb je elkaar gewoon voor nodig. En dat is niet iets van dit kabinet. Dat is altijd het geval geweest. En ik heb ook die argumenten gehoord toen bij de financieel-economische besluitvorming. Ik vraag me weleens af. Stel nu dat ik nu hele dagen met de Tweede Kamer in debat zou zijn geweest over de financieel-economische besluitvorming. Wat zou er dan zijn gebeurt?

VULLINGS:
U zegt eigenlijk: Nederland is onbestuurbaar zonder achterkamertjes.


BALKENENDE:
Nee, dat zeg ik niet. Ik hecht aan transparantie. Ik vind dat er een volwassen debat behoort te zijn. Alleen ik constateer, bijvoorbeeld bij de financieel-economische besluitvorming, dat de Tweede Kamer zeer verdeeld was. Men heeft kritiek op een kabinet, maar als ik gewoon optel wat er in de Tweede Kamer aan argumenten naar voren wordt gebracht, dan zeg ik, dat zijn argumenten die sluiten elkaar uit. Daar heb ik helemaal geen alternatief in te vinden, omdat er zo veel verschillende opvattingen zijn. Ook dat hoort bij de politiek want daar hebben we verschillende partijen. Maar de vraag is: Hoe kun je zorgen dat een land bestuurbaar wordt gehouden? Hoe kun je zorgen dat die besluiten worden genomen die genomen moeten worden? Dat is denk ik de afgelopen tijd bewezen, dat dat in ieder geval gelukt is. Wat mij dan opvalt, is dat er heel veel aandacht is voor misschien wel eens het gedoe. En het feit dat die voorbereiding lang kan duren. En dan als het resultaat er is, dan ineens hoor je niemand meer.

VULLINGS:
Is dat zo?


BALKENENDE:
Ja, dat is toch opgevallen bij de financieel-economische besluitvorming. Er is heel veel aandacht geweest voor het proces. Maar toen eenmaal de kogel door de kerk was, toen de coalitie eruit was, toen was eigenlijk die discussie weg.

VULLINGS:
Ik weet het niet. Het komt ongetwijfeld terug denk ik. In 2010 staat de JSF weer op de agenda. Dan komt de discussie over de testtoestellen in de herhaling. Gaat het kabinet er dan wel uitkomen? Of krijgen we dan weer een crisis?


BALKENENDE:
Nou ja, u zegt crisis. Dat zijn hele grote woorden. Het waren pittige discussies. Maar crisis is iets anders. Als er nu woensdagavond een debat was geweest. Toen waren de meningen nog zeer uiteenlopend. En je had diezelfde situatie gehad tijdens het Kamerdebat, en er had geen conclusie kunnen worden getrokken. Dan komt de zaak op het bord van het kabinet te liggen. Dan heb je een ander speelveld. Daar is geen sprake van geweest. Gelukkig maar, zeg ik dan ook. Volgend jaar weten we welk besluit genomen moet worden. Aan welke criteria zal moeten worden voldaan. Dat weten we van elkaar. En we weten ook wat er op het spel staat. Dat is geen garantie. Maar we hebben we gezien deze week dat we er uit zijn gekomen. En wat dat betreft heb ik ook vertrouwen in volgend jaar.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RM)