Planbureau voor de Leefomgeving
24 april 2009
Klimaatbestendigheid Nederland: beleidsopgaven in kaart gebracht
Bij beslissingen over de ruimtelijke inrichting van Nederland is het
belangrijk rekening te houden met de klimaatbestendigheid van plannen.
Daarbij gaat het om meer dan alleen veiligheid tegen overstromen. Het
gaat ook om de waarborging van de zoetwatervoorziening, het bouwen van
nieuwe wijken, het functioneren van de transport- en energienetwerken,
de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en de beheersing van
mogelijke gezondheidsrisico's. Omdat dergelijke ruimtelijke
ontwikkelingen lange tijd doorwerken en vaak gevolgen hebben voor
meerdere generaties, is het van belang al bij de keuzes daarvoor nu al
rekening te houden met het aanpassingsvermogen aan de
klimaatverandering. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport
"Wegen naar een klimaatbestendig Nederland" die het Planbureau voor de
Leefomgeving op verzoek van het ministerie van VROM heeft uitgevoerd.
Overigens biedt de klimaatverandering voor Nederland ook kansen. Zo
profiteert de landbouw van hogere temperaturen en een langer
groeiseizoen en verbeteren de omstandigheden voor de buitenrecreatie
in Nederland.
Koele en energiezuinige steden
Naar verwachting zullen er de komende decennia één miljoen huizen
worden bijgebouwd in Nederland, waarvan de helft in de Randstad. In
het stedelijk gebied liggen er volop kansen om klimaatbestendigheid te
combineren met andere kabinetsdoelen. Door in nieuwe woonwijken
bijvoorbeeld stadsparken met waterpartijen aan te leggen wordt de stad
niet alleen klimaatbestendiger maar wordt ook de kwaliteit van de
leefomgeving hoger. Een brede riolering kan ervoor zorgen dat hevige
stortbuien snel afgevoerd kunnen worden. En nieuwe technologieën
bieden mogelijkheden om energiezuiniger steden te ontwikkelen; zoals
bijvoorbeeld via inzet van zonnecellen en warmte-/koudeopslag.
Klimaatbestendigheid Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
Klimaatverandering heeft directe effecten op de natuur, maar ook
indirecte
gevolgen, omdat bijvoorbeeld de grondwaterstand, bodemstructuur en
beschikbaarheid
van voedingstoffen veranderen. De kennis over het aanpassingsvermogen
van de natuur is nog beperkt. Er is echter wel kennis beschikbaar over
de manier waarop de veerkracht van de natuur kan worden vergroot: door
milieucondities te verbeteren en het mogelijk te maken dat soorten
migreren. Dat kan door natuurgebieden met elkaar te verbinden en door
de locatie van nieuwe natuur zo te kiezen dat deze droger of natter
kan worden, zoals veenmoerassen en kwelzones. Het concept van de
Ecologische Hoofdstructuur vormt hiervoor een goede basis.
Zoetwatervoorziening
Klimaatverandering verergert de bestaande problemen van het
zoetwaterbeheer, zoals de verzilting in Zuidwest-Nederland, zomerse
watertekorten op de hogere zandgronden en hoge watertemperaturen
waardoor algenbloei voorkomt. Deze problemen lossen niet vanzelf op.
Daarom moeten op regionale schaal kansrijke varianten worden gezocht
voor een efficiënter gebruik van zoetwater, in combinatie met een
flexibeler zoetwatervoorziening vanuit de rijkswateren. Vooral
varianten met minimale kosten en maximale flexibiliteit zijn daarbij
interessant. Dat heeft te maken met de grote onzekerheden over
toekomstige droogte in Nederland.
Aanvulling op de Deltacommissie
Het ministerie van VROM heeft het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL) gevraagd bouwstenen aan te dragen voor een meer
klimaatbestendige inrichting van Nederland. Gezien de brede context en
het beoogde integrale karakter kan dit vooronderzoek worden gezien als
een aanvulling op het advies van de Deltacommissie (2008) over de
bescherming van Nederland tegen klimaatverandering. De Deltacommissie
besprak hoofdzakelijk de problematiek rond het hoofdwatersysteem. In
vervolg op deze voorstudie zal het PBL, in nauwe samenwerking met vele
kennisinstituten, medio 2010 verschillende opties presenteren voor een
klimaatbestendige ruimtelijke strategie voor Nederland.
* naar de publicatie
EINDE PERSBERICHT
Het Planbureau voor de Leefomgeving is hét nationale instituut voor
strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en
ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van het strategische
overheidsbeleid door een brug te vormen tussen wetenschap en beleid en
door gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en wetenschappelijk
gefundeerd, verkenningen, analyses en evaluaties te verrichten waarbij
een integrale benadering voorop staat.
---
---------------------------