Uitspraken vastgesteld d.d. 24 april 2009
door mr. A. Herstel, voorzitter, drs. C.M. Buijs, mw. F.W.
Dresselhuys, drs. G.T.M. Driehuis en T.R. Harkema, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. W.S. van
Helvoort, plaatsvervangend secretaris.
X / De Telegraaf
Uitspraak: gegrond
De klacht betreft het artikel "`Tessa in greep Loverboy'". Daarin
wordt een zeer negatief beeld geschetst van klager. Zo wordt onder
meer gesteld dat hij een `loverboy' en drugsverslaafde is, Tessa zou
hebben meegenomen uit een internaat en haar zou hebben gedwongen tot
seks en wellicht tot prostitutie. Deze zeer ernstige beschuldigingen
aan klagers adres zijn kennelijk gebaseerd op uitlatingen van de
moeder van Tessa. Niet is gebleken dat de beschuldigingen worden
ondersteund door andere, onafhankelijke bronnen. Nergens blijkt uit
dat verweerder voorafgaand aan de publicatie heeft geverifieerd of
deze uitlatingen op waarheid berusten. Aldus is niet gebleken dat voor
de berichtgeving voldoende grondslag bestond. Overigens is evenmin
gebleken dat verweerder heeft geprobeerd om contact op te nemen met
klager om zijn reactie te vragen. (zie punten 2.2.5. en 2.3.1. van de
Leidraad van de Raad)
In het artikel zijn diverse persoonlijke gegevens van klager vermeld.
Bovendien is een foto van hem met Tessa geplaatst, waarbij weliswaar
klagers portret onherkenbaar is gemaakt, maar waarop andere specifieke
kenmerken (kleding en kettinkje) van klager duidelijk zijn te zien.
Klager heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij aldus in de
publicatie min of meer algemeen herkenbaar is. Niet is gebleken dat
met de publicatie van klagers persoonlijke gegevens in combinatie met
de plaatsing van de foto een maatschappelijk belang is gediend, dat
bovendien zwaarder weegt dan het individuele belang van klager. En
voor zover al sprake zou zijn van een dergelijk maatschappelijk
belang, is niet gebleken dat verweerder op verantwoorde wijze dat
belang heeft afgewogen tegen het belang van klager bij de bescherming
van diens privacy. Naar het oordeel van de Raad is met de
berichtgeving klagers privacy dan ook onevenredig aangetast. (zie punt
2.4.1. van de Leidraad)
Een en ander leidt tot de slotsom dat verweerder de grenzen heeft
overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke
verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Privacy: foto's, vermelding persoonlijke gegevens
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/26
X / J. van den Dongen, B. Olmer en De Telegraaf
Uitspraak: niet-ontvankelijk c.q. deels gegrond c.q. onthouding
oordeel
Klager heeft allereerst bezwaar gemaakt tegen het artikel "Wie stopt
X?" met het chapeau "Spoor van afgeperste slachtoffers, maar justitie
laat Turk nog ongemoeid", dat dezelfde dag tevens op de website
www.telegraaf.nl is geplaatst onder kop "Pas op voor deze man!" onder
weglating van het chapeau en een foto van klager. De klaagschriften
betreffende deze artikelen zijn niet binnen zes maanden na de
publicaties bij de Raad binnengekomen. Klager heeft geen
omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen worden aangemerkt als
bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding
verontschuldigbaar maken. Voorts heeft klager onvoldoende aannemelijk
gemaakt dat het hem redelijkerwijs niet kan worden tegengeworpen dat
hij de klacht niet binnen de termijn heeft ingediend c.q. namens hem
heeft laten indienen. Klager is dan ook in deze klachten
niet-ontvankelijk. Dat vervolgens opnieuw een artikel over klager is
verschenen waartegen hij bezwaar maakt, doet daaraan niet af. (vgl.
RvdJ 2008/22)
Verder heeft klager een klacht gericht tegen het artikel "Angst voor
opgepakte X nog altijd groot". In de eerdere publicaties is een
reactie van klager opgenomen, waarin deze de jegens hem geuite
beschuldigingen betwist. De raadsman van klager heeft ter zitting
meegedeeld, dat hem niet bekend is op welke wijze het wederhoor is
verkregen, maar heeft de juistheid van de citaten niet bestreden. In
het latere artikel is weliswaar vermeld dat `het illustere duo, kort
voor hun arrestatie uitvoerig (is) geportretteerd in deze krant'.
Gelet op het tijdsverloop tussen de publicaties - zes weken - is zulks
echter onvoldoende voor de conclusie dat met de eerder weergegeven
reactie van klager is voldaan aan de verplichting tot wederhoor met
betrekking tot het latere artikel. Verweerders hadden hetzij klager
nogmaals in de gelegenheid moeten stellen een reactie te geven dan wel
op zijn minst klagers eerder gegeven reactie expliciet in het latere
artikel moeten opnemen. Door dit na te laten hebben verweerders op dit
punt journalistiek onzorgvuldig gehandeld. (zie punt 2.3.1. van de
Leidraad van de Raad)
De wijze waarop klager in het artikel is aangeduid - met de vermelding
van zijn voornaam en de initiaal van zijn achternaam - en de wijze
waarop zijn portret is afgebeeld - met een balkje over de ogen - zijn
in het kader van berichtgeving over strafzaken journalistiek
gebruikelijk en niet ontoelaatbaar. In het algemeen kan daarmee worden
voorkomen dat een betrokkene eenvoudig kan worden geïdentificeerd. De
Raad acht het niet aannemelijk dat klager zal worden herkend als de
hoofdpersoon van het artikel `door een ieder die hem na het lezen van
het artikel op straat tegenkomt', zoals klager heeft gesteld. Er is
geen sprake van een disproportionele aantasting van klagers privacy en
dit onderdeel van de klacht is ongegrond. (zie punten 2.4.1. en 2.4.5.
van de Leidraad en vgl. RvdJ 2009/14 en 2006/82)
Verder overweegt de Raad dat in het artikel tweemaal de nationaliteit
van klager is vermeld. Gelet op de verwijzing naar een vermeende
ontvoering in Turkije kan de vermelding van de nationaliteit van
klager journalistiek relevant worden geacht. Er is geen grond voor het
oordeel dat verweerders daarvan onder die omstandigheden geen melding
mochten maken. De vermelding gaat voorts niet verder dan passend in de
totale berichtgeving over de gebeurtenis. Verweerders hebben daarmee
niet journalistiek ontoelaatbaar gehandeld. Ook dit onderdeel van de
klacht is ongegrond. (zie punt 1.6. van de Leidraad en vgl. RvdJ
2003/24)
Klager heeft ten slotte gesteld dat het artikel diverse onjuistheden
bevat en tendentieus is. Het waarheidsgehalte van de geuite
beschuldigingen zou te wensen overlaten en ten onrechte zou het beeld
zijn gecreëerd dat klager een zware crimineel is, die niet kan worden
vertrouwd. In dit verband heeft klager voorts gesteld dat naar
aanleiding van dit soort berichtgeving het Openbaar Ministerie een
strafrechtelijk onderzoek naar klager is gestart. De Raad kan echter
niet vaststellen of de standpunten van klager ter zake juist zijn. De
vraag om welke reden het Openbaar Ministerie is overgegaan tot een
onderzoek, onttrekt zich aan het oordeel van de Raad. Voorts neemt de
Raad mede in aanmerking dat de strafzaak tegen klager nog niet is
afgerond. De Raad onthoudt zich daarom van een oordeel over dit
onderdeel van de klacht.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: discriminerende, onjuiste, tendentieuze
berichtgeving
· Privacy: verdachten/veroordeelden
· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/27
---
do 2 apr 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 13 maart 2009
- J.M.G.A. Versmissen-Adriaans / T. Peeters en Eindhovens Dagblad
(RvdJ 2009/18)
Lees verder...
---
do 5 mrt 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 27 februari 2009
- X / R. Simoen en Dagblad De Limburger (RvdJ 2009/15)
- X / GeenStijl.nl (RvdJ 2009/16)
- MOgroep Jeugdzorg / M. Sol en 'EenVandaag' (AVRO/TROS) (RvdJ
2009/17)
Lees verder...
---
di 24 febr 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 16 februari 2009
- X en Y / A. Hertsenberg, E. Schievink en K. Palsma (TROS Radar)
(RvdJ 2009/14)
Lees verder...
---
Raad voor de Journalistiek