Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2009Z08041

Vragen van de leden Dibi, Van Gent (beiden GroenLinks) en Besselink (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het lage aantal vrouwelijke hoogleraren. (Ingezonden 24 april 2009)


1
Hebt u kennisgenomen van het artikel "Vrouwen krijgen geen kans op de universiteit" 1) en het promotieonderzoek van Marieke van den Brink waar het artikel op gebaseerd is?


2
Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw streven om het aantal vrouwelijke hoogleraren te verhogen van 10% in 2006 naar 15% in 2010? Deelt u de mening dat die 15% echt gehaald moet worden, aangezien we dan nog steeds onder het Europese gemiddelde zitten?


3
Denkt u dat in Nederland in 2010 15% van de hoogleraren vrouw zal zijn? Zo nee, welke extra maatregelen gaat u nemen om die 15% wel te halen?


4
Is onze indruk waar dat een aanzienlijk deel van de vrouwelijke hoogleraren een speciale leerstoel bekleedt? Deelt u de mening dat vermeden moet worden dat speciale leerstoelen een apart benoemingsspoor voor vrouwen wordt? Zo nee, waarom niet?


5
Welke conclusies trekt u uit het onderzoek waaruit blijkt dat streefcijfers nog al eens worden tegengewerkt door (onbewuste) vooroordelen en voortrekpraktijken?


6
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat zoveel hoogleraren worden benoemd via gesloten netwerken (in de medische wetenschappen geldt dat voor maar liefst 77%)? Zo ja, wat gaat u er aan doen om er voor te zorgen dat benoemingen op meer transparante wijze plaatsvinden?


1) Onderwijsblad, 11 april 2009