Waterschap Aa en Maas
blauwalg
Brabant maakt vuist tegen blauwalg
Publicatiedatum : 24 april 2009
Veel, vooral stilstaande stadswateren in Nederland, kampen regelmatig
met blauwalgenoverlast. Dit probleem gaan de Brabantse waterschappen
in samenwerking met enkele Brabantse gemeenten en de provincie
Noord-Brabant grondig onderzoeken en aanpakken. In vijvers en
zwemplassen in Prinsenbeek, Dongen, Eindhoven en Heesch wordt een
pakket innovatieve maatregelen uitgevoerd en getest. Hiermee willen
partijen de kennis over de effectieve bestrijding van blauwalg in
Nederland vergroten en zo blauwalg structureel een halt toe roepen.
De waterpartijen die onderzocht worden zijn zwemplas de Kuil in
Prinsenbeek, de vijver aan de Dr. Schaepmanlaan in Dongen, de
Stiffeliovijver in Eindhoven en vijver de Ploeg in Heesch. In Dongen
en in Eindhoven worden bakken geplaatst waarin verschillende
maatregelen worden uitgevoerd. In Prinsenbeek en in Heesch wordt
blauwalg direct aangepakt met een pakket maatregelen voor de gehele
vijver. De drie Brabantse waterschappen De Dommel, Aa en Maas en
Brabantse Delta onderzoeken per waterpartij de huidige situatie, de
visstand, de waterbodem en het gebruik. Het onderzoek duurt 2 jaar. Na
afloop wordt gekeken welke maatregelen het meest effectief zijn om
blauwalg te voorkomen en te bestrijden.
090423fotopersberichtblauwalg.jpg (2576 Kb)
Blauwalg schadelijk voor mens en dier
Blauwalgen zijn bacteriën. Wanneer de algen sterven, verandert hun
kleur van groen naar lichtblauw. Blauwalgen ontwikkelen zich vaak snel
bij warm weer en ze komen vooral voor in zoet stilstaand water van
waterpartijen. Drijvend aan het wateroppervlak vormen ze een laag die
op olie lijkt. Als de laag dikker wordt en de algen minder ruimte
hebben, sterven ze af. De blauwalgen vormen dan een stinkende brij.
Bij het afsterven produceren ze giftige stoffen, die schadelijk kunnen
zijn voor mens en dier. Zo kun je er maag- en darmklachten,
duizeligheid en ademhalingsproblemen van krijgen.Als water rijk is aan
voedingsstoffen, onvoldoende doorstroomt of zelfs stilstaat, kan dit
tot overmatige algengroei leiden tijdens warme perioden. De
voedingsstoffen komen voor een deel uit de bodem van de waterpartijen
en door afgevallen bladeren die rotten op de bodem. Maar ook lokvoer
voor sportvissers, broodresten en hondenpoep zorgen voor extra
voedingsstoffen in het water.
Honden
Ook gebruikers van een waterpartij kunnen helpen blauwalg te voorkomen
door het aantal voedingsstoffen in het water te beperken. Daarom
adviseren de waterschappen om het voeren van eenden te beperken. Het
brood dat de vogels niet opeten, zorgt voor extra voedingsstoffen in
het water. Het brood dat eenden wel opeten, zorgt voor veel extra
voedselrijke mest. Hengelsporters wordt gevraagd niet overmatig
lokvoer uit te gooien. Hondenpoep spoelt in de vijver of de
meststoffen komen daar terecht via het grondwater. Daarom kunnen
hondenbezitters hun hond beter niet langs de vijver uitlaten.
Subsidie
Voor dit project hebben de samenwerkende overheden 1,9 miljoen
subsidie ontvangen van het Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water
(KRW) van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze subsidie is
bedoeld voor het stimuleren van innovatieve projecten met als doel
ecologische en chemische waterkwaliteit te verbeteren. Ook de
provincie Noord-Brabant draagt met behulp van de Beleidsregel subsidie
water (BSW subsidie) EUR 215.000,- bij in de kosten van het project.
De onderzoeksresultaten dragen bij aan de vergroting van kennis over
effectieve (brongerichte) bestrijding van blauwalg in heel Nederland.
Het onderzoek wordt nauwkeurig gemonitord door de STOWA (Stichting
Toegepast Onderzoek Waterbeheer) en de universiteit van Wageningen. De
STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) bundelt voor de
waterschappen de kennis en ervaring op het gebied van de
blauwalgenbestrijding. In deze rol brengt Stowa haar kennis en
ervaring in en zo is Stowa betrokken bij de kennisverspreiding naar
haar achterban.