Uitspraak Hoge Raad in de jaarrekeningprocedure van AFM tegen Spyker
Den Haag, 24 april 2009 - De Stichting Autoriteit Financiële Markten
(AFM) heeft de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam in 2007
verzocht de vaststelling van de jaarrekening 2006 als onderdeel van
het financieel verslag van Spyker Cars N.V. te vernietigen en aan
Spyker te bevelen de aanwijzingen van de AFM op te volgen en een
nieuwe jaarrekening 2006 op te stellen in overeenstemming met de
voorschriften.
De hoofdbezwaren van de AFM tegen het financieel verslag 2006 van
Spyker hadden betrekking op de activering van de latente
belastingvorderingen, de waardering van een overeenkomst en de
waardering van de sponsorverplichting jegens Midland F1. Volgens de
AFM was de jaarrekening over 2006 op vele punten in strijd met de
voorschriften - de International Accounting Standards (IAS) en de
International Financial Reporting Standards (IFRS) - en gaf de
jaarrekening niet het wettelijk vereiste inzicht voor een verantwoord
oordeel over het vermogen en het resultaat van Spyker.
De ondernemingskamer heeft op 28 december 2007 de bezwaren van AFM
tegen de jaarrekening verworpen en het verzoek van AFM afgewezen.
Volgens de ondernemingskamer geeft de jaarrekening 2006 van Spyker,
ondanks enkele tekortkomingen of afwijkingen van de voorschriften, een
voldoende inzicht in de financiële positie van Spyker. (De uitspraak
van de ondernemingskamer is te vinden op rechtspraak.nl LJN BC1057).
Het cassatieberoep bij de Hoge Raad
De AFM heeft cassatie ingesteld tegen de beslissing van de
ondernemingskamer.
Op 24 december 2008 heeft advocaat-generaal mr. L. Timmerman in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Het oordeel van de
ondernemingskamer blijft dus in stand.
Volgens de Hoge Raad heeft de ondernemingskamer de bezwaren van de AFM
aan de juiste regels getoetst en haar oordeel begrijpelijk
gemotiveerd. De ondernemingskamer is niet verplicht om bij iedere
afwijking van de voorschriften een bevel tot wijziging van de
jaarrekening te geven, maar mag zoân bevel ook afwijzen als de
ondernemingskamer tot de conclusie komt dat een redelijke uitleg en
toepassing van de voorschriften meebrengen dat de jaarrekening het
vereiste inzicht verschaft en een getrouw beeld geeft van het vermogen
en het resultaat, ook als op enkele punten (van ondergeschikt belang)
niet (geheel) aan de voorschriften is voldaan.
De Hoge Raad volgt niet het standpunt van de AFM dat zij in verband
met haar publieke taak een uitzonderingspositie inneemt in de
jaarrekeningprocedure. Ook de AFM moet voldoen aan de gewone
procedureregels en aan haar verzoek de nodige feiten ten grondslag
leggen en deze feiten zonodig aannemelijk maken. De Hoge Raad vindt
ook het bezwaar dat de AFM heeft tegen het horen van de accountant
tijdens de mondelinge behandeling bij de ondernemingskamer nadat hij
de standpunten van partijen heeft vernomen, niet steekhoudend.
Voor de AFM wordt de zaak in cassatie behandeld door mr. J.W.H.van
Wijk, advocaat in Den Haag, en voor Spyker door mr. K.G.W. van Oven,
advocaat in Den Haag.
Dit is een samenvatting van de uitspraak die de Hoge Raad op 24 april
2009 heeft gedaan.
Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is
laatstgenoemde bindend.
Den Haag, 24 april 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
LJ Nummer
BG8790
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 24 april 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie