4. Minister Klink verklaart bezwaarschrift café De Kachel ongegrond
Minister Klink verklaart bezwaarschrift café De Kachel ongegrond
Nieuwsbericht, 23 april 2009
Café De Kachel uit Groningen heeft in februari 2009 bezwaar ingediend
tegen een boete die was opgelegd voor overtreding van het rookverbod.
Dit bezwaar is behandeld door de bezwaarschriftencommissie van VWS in
een hoorzitting die op 3 maart 2009 plaatsvond.
De bezwaarschriftencommissie heeft twee - inhoudelijk van elkaar
verschillende - adviezen over het bezwaarschriften uitgebracht. In het
eerste advies (van 19 maart 2009) adviseert de commissie het
bezwaarschrift ongegrond te verklaren omdat de eigenaren van het café
zich niet hielden aan de verplichting om in het café een rookverbod in
te stellen, aan te duiden en te handhaven.
In het aanvullend advies (van 14 april 2009) adviseert de commissie
het bezwaarschrift gegrond te verklaren omdat horecaondernemers mét en
horecaondernemers zonder personeel in de ogen van de commissie
ongelijk behandeld worden ten nadele van horecaondernemers zonder
personeel. Na bestudering van het bezwaarschrift en de adviezen van de
bezwaarschriftencommissie daarover verklaart de minister het
bezwaarschrift ongegrond. Daarmee volgt hij het eerste advies van de
commissie en neemt hij het aanvullende advies van de commissie niet
over. De belangrijkste reden voor het niet overnemen van het
aanvullende advies is dat de commissie daarin voorbij lijkt te gaan
aan het feit dat zowel horecaondernemers met als zonder personeel het
recht hebben om een rookruimte in te richten en dat het juist steeds
de wens van de wetgever is geweest om ongelijkheid in de horeca te
voorkomen. De resultaatsverplichting op basis van de democratisch tot
stand gekomen regelgeving is voor horecaondernemers met en zonder
personeel immers hetzelfde. Als de eigenaren van De Kachel het niet
eens zijn met het besluit van de minister kunnen zij hiertegen beroep
instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank te Rotterdam.
Er zijn inmiddels ook enkele bezwaarschriften behandeld van
horecaondernemers met personeel. Ten aanzien van deze bezwaarschriften
is de bezwaarschriftencommissie van oordeel dat er geen sprake is van
rechtsongelijkheid tussen kleine en grote horeca-inrichtingen. Zij
zijn alle verplicht om maatregelen te nemen ter bescherming van hun
werknemers. Bezwaren dat een horeca-inrichting te klein is om een
rookruimte in te richten, dat het oneerlijk is dat anderen de wet niet
goed naleven, dat alle aanwezigen roken en er dus geen hinder of
overlast is, dat de boetes te hoog zijn, etc. wijst de commissie van
de hand. Deze bezwaarschriften zijn dan ook ongegrond verklaard.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport