1 1
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1
der Staten-Generaal Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 6171
www.minvenw.nl
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
RWS/SDG/NW09/481/77582
Uw kenmerk
---
Datum 22 april 2009
Onderwerp Kamervraag Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik, mede namens de minister van Economische Zaken, de
vragen van het lid Van der Ham (D66) over de behandeling van de schadeclaims
na werkzaamheden aan de Hollandse Brug.
1. Bent u op de hoogte van klachten omtrent de trage afwikkeling van
schadeclaims rondom de afsluiting van de Hollandse Brug bij Almere? Is het
waar dat tot op heden slechts één bedrijf een (gedeeltelijk) voorschot heeft
ontvangen na indiening van een schadeclaim? Hoe verklaart u de trage
afwikkeling van deze claims?
1. Ja, hiervan ben ik op de hoogte al deel ik uw mening dat hier sprake is van
een trage afhandeling niet. Ik ben mij ervan bewust dat de ruime tijd die de
afhandeling van deze claims in beslag neemt door de indieners van de
schadeverzoeken als knellend wordt ervaren en ik zal daarom alles in het
werk stellen om een vlotte afhandeling te bevorderen. Een besluit op een
verzoek tot nadeelcompensatie kan echter pas genomen worden als het
schadeveroorzakende besluit (in dit geval het verkeersbesluit) onherroepelijk
is geworden. Op 11 maart 2009 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State het hoger beroep van EVO en TLN tegen het verkeersbesluit
ongegrond verklaard. Daarmee is pas nu de weg vrij om de procedure van de
Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 (hierna de Regeling)
voort te zetten. Om de afhandeling van schadeverzoeken te versnellen is,
vooruitlopend op de rechterlijke uitspraak, een onafhankelijke
adviescommissie ingesteld die over een aantal schadeverzoeken reeds
adviezen heeft uitgebracht. Op basis van deze adviezen zal ik op korte termijn
definitieve schadebesluiten nemen.
Overigens hebben niet één, maar twee bedrijven inmiddels een (gedeeltelijk)
voorschot ontvangen.
a
agina 1 van 2
---
2. Deelt u de mening dat de Regeling nadeelcompensatie onduidelijk is over de Datum
soort schadeposten die voor vergoeding in aanmerking komt en de aard van
de gegevens die hiervoor aangeleverd moeten worden? Vindt u het acceptabel Ons kenmerk
dat betrokken ondernemers door de onduidelijkheid van de genoemde RWS/SDG/NW09/481/77582
regeling op diverse momenten tussen 2007 en heden nieuwe gegevens
hebben moeten aanleveren, steeds tegen aanvullende accountantskosten en
interne kosten?
2. Nee, deze mening deel ik niet. De Regeling is procedureel en laagdrempelig
van aard en stelt derhalve geen (inhoudelijke) beperkingen aan de aard en
omvang van de schadeposten die voor vergoeding in aanmerking komen. Het
is aan de onafhankelijke, deskundige adviescommissie om het verzoek te
beoordelen en de schadeposten nader in te vullen. Hiervoor is vaak meer
informatie noodzakelijk dan bij de indiening van het verzoek is verstrekt en in
een aantal gevallen is ook hier door de adviescommissie om nadere informatie
verzocht. Bovendien had een brancheorganisatie een eigen
indieningsformulier opgesteld waarvan de gegevens niet overeen bleken te
komen met de door de adviescommissie gewenste informatie. Over het
algemeen betreft de gevraagde informatie overigens de normale
bedrijfsvoering.
3. Deelt u de mening dat indieners van de schadeclaims recht hebben op
duidelijkheid op de kortst mogelijke termijn, zeker gezien de economisch
onzekere tijden waar een deel van de betrokkenen momenteel toch al mee te
maken heeft?
3. Ja, deze mening onderschrijf ik volledig. Zoals ik in mijn antwoord op de
eerste vraag al heb aangegeven, zal ik naar aanleiding van de recent
ontvangen adviezen van de adviescommissie zo spoedig mogelijk definitieve
schadebesluiten nemen.
4. Bent u bereid bij Rijkswaterstaat en bij de schadecommissie Hollandse Brug
aan te dringen op een voortvarende afwikkeling van de schadeclaims? Wat is
in uw ogen een redelijke termijn voor het scheppen van duidelijkheid in de
richting van de indieners?
4. Het is mijn intentie om nu het schadeveroorzakende besluit onherroepelijk
is - alle verzoeken zo spoedig mogelijk af te handelen maar ik ben wel van
mening dat daarbij een zorgvuldige besluitvorming voorop staat. In de
Regeling zijn termijnen van orde opgenomen die ik alleszins redelijk acht en ik
zal dan ook alles in het werk stellen om deze termijnen te halen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 2 van 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat