SGP
22 - 04 - 09 | SGP achter JSF
SGP achter JSF; nu kiezen voor één toestel is pure
symboliek
De SGP is tot nu toe positief geweest over de keuze voor de JSF. Er is
geen reden om nu te gaan draaien of te beknibbelen. Gelet op de prijs,
de kwaliteit en de levertijd is de JSF verreweg het beste vliegtuig.
Ook wat betreft betrouwbaarheid, werkgelegenheid, kennis en ervaring
scoort het Amerikaanse toestel goed. Daarbij komt dat de SGP hecht aan
de samenwerking met de Amerikanen, beproefde bondgenoten. Als
Nederland nu uitkomt op één testtoestel, is dat louter symbolisch.
Je kunt het contract nu wel knippen, maar je zit hoe dan ook vast aan
twee.
---
Steekspel
Voorzitter. Door alle dozen informatie en bijbehorende cijferbrij zou
je ze al bijna zien vliegen, maar we spreken vandaag nog slechts over
de aanschaf van testtoestellen. Ondertussen moet âslechtsâ wel tussen
aanhalingstekens worden geplaatst, want de aanschaf van testtoestellen
is een veel betekenende stap. We schaffen immers geen
JSF-testtoestellen aan met de gedachte, dat we uiteindelijk wel voor
een ander vliegtuig zullen kiezen. Dat zou â ook gelet op het
bijbehorende trainingsprogramma voor onze piloten â een stevige
desinvestering vormen.
Daarom voeren wij vandaag een belangrijk AO, dat alles te maken heeft
met de mogelijke aanschaf van tientallen JSF-vliegtuigen. Het
politieke steekspel daaromtrent is inmiddels hoog opgelopen. Dat heeft
inhoudelijke en procedurele redenen.
Inhoudelijk, omdat de aanschaf van deze jachtvliegtuigen in nauw
verband staat met de visie op de Nederlandse krijgsmacht. Als het
leger primair moet worden ingezet voor het slaan van waterputten, heb
je geen ultramoderne jachtvliegtuigen nodig. Wil je echter kunnen
meedraaien in het allerhoogste geweldspectrum, dan is er evident
sprake van een ander vertrekpunt.
In inhoudelijk opzicht kan ik hierbij tevens noemen de houding ten
opzichte van de gewenste relatie met de VS, de opstelling ten aanzien
van onze defensie-industrie en dergelijke.
In procedureel opzicht is het besluitvormingstraject complex, omdat er
minder dan bij andere projecten sprake is van een expliciet go/no
go-moment. Er is hier letterlijk sprake van een besluitvormingsproces,
waarmee de Kamer al jaren geleden heeft ingestemd. We hebben er immers
voor gekozen om mee te doen in de ontwikkeling van de JSF. In die zin
vinden er steeds nieuwe weegmomenten plaats, waarbij het steeds
lastiger wordt om alsnog af te haken. Ook in financieel opzicht.
Wat dat betreft is er inderdaad al sinds 2002 geen sprake van een
werkelijk gelijke concurrentie of van een gelijk speelveld. Dat is
inderdaad complex, omdat mede inherent aan dit traject is, dat nog
niet alle open einden zijn ingevuld: dat geldt bijvoorbeeld de
uiteindelijke stuksprijs, maar dat geldt ook vliegtechnische risicoâs
of allerlei andere technische details, zoals geluidskwesties. En dan
heb ik het nog niet eens over het feit, dat het merendeel van de
informatie vertrouwelijk is, met alle consequenties voor het publieke
debat van dien.
De Kamer heeft voor dit traject echter destijds welbewust gekozen. Het
gaat dan ook niet aan om âopen eindenâ in de informatievoorziening te
schuiven in de schoenen van de staatssecretaris. Wél zou ik de
staatssecretaris willen vragen hoe hij âaan de andere kant van de
tafelâ dit besluitvormingsproces ervaart. Vindt hij de gekozen
systematiek van besluitvorming ideaal of zou hij dit op onderdelen
graag anders hebben gezien? Ik denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de
vele niet-bindende informatie van fabrikanten.
De vraag die een Kamerlid zichzelf verder moet stellen, is ook wàt
hij allemaal wil weten. Wil hij het werk van alle ambtenaren als het
ware zelf nog eens gaan overdoen? Wil een Kamerlid werkelijk weten, om
één van de duizenden Kamervragen te citeren, of âhet waar is, dat
het achterste kwadrant van de F35, vooral het gedeelte bij de
motoruitlaat, niet zo stealthwaardig is als wordt verondersteld?â
(26488, nr. 142)
Dit heeft ook te maken met het vertrouwen dat hij heeft in het gehele
ambtelijke apparaat en natuurlijk in de bewindsman. Mijn fractie â ik
vind het belangrijk om te zeggen â heeft op geen enkele wijze de
indruk dat ons als Kamer cruciale informatie wordt onthouden of dat
wij worden gedwongen een bepaalde richting in te slaan.
Adeldom
Wat betreft onze eigen positiebepaling het volgende. De SGP heeft zich
tot nu toe positief opgesteld tegenover het JSF-project. Mijn fractie
vindt het van belang dat Nederland â als zeer rijk land â haar
verantwoordelijkheid moet kunnen nemen in crisis- en oorlogssituaties
wereldwijd. Adeldom verplicht. De SGP wil daarom vasthouden aan het
huidige hoge ambitieniveau. Nederland heeft op dit punt ook een goede
en gewaardeerde reputatie, juist als het gaat om de inzet van
jachtvliegtuigen. In Afghanistan, maar ook in Bosnië liggen de
bewijzen opgestapeld.
Deze rol en betekenis van ons luchtwapen rechtvaardigen het zoeken
naar de beste variant in technisch, operationeel en militair opzicht.
Op grond van de zeer uitvoerige en grondige vergelijkingen die zijn
gemaakt tussen de verschillende kandidaat-vliegtuigen op het gebied
van prijs, kwaliteit en levertijd, komt de SGP dan uit bij de JSF. De
Tweede Kamer is hierover uitgebreid geïnformeerd. De conclusie van de
vergelijkingen was onomwonden, dat de JSF met afstand het meest
geschikte toestel is. Alle soorten missies die de opvolger van de F16
moet kunnen uitvoeren, kan de JSF vanaf 2015 succesvol aangaan.
Er zijn wat ons betreft geen overtuigende, inhoudelijke reden om aan
te nemen dat de vergelijking tussen de verschillende kandidaten
inadequaat zou zijn. Ook de conclusies van de betreffende
auditdiensten geven daartoe geen aanleiding; ook al blijft de
opmerking van de Algemene Rekenkamer staan, dat het gekozen proces
âdeels inherente beperkingenâ kent. Desalniettemin wijst alle
beschikbare informatie op één ding: de JSF is superieur aan de
andere kandidaten. Het is het vliegtuig dat is toegesneden op de
uitdagingen van onze eeuw; boordevol sensoren, met
stealth-eigenschappen, enorme mogelijkheden voor het verzamelen van
data en informatie, etc. Daarnaast liggen de investeringskosten en de
totale levensduurkosten het laagst en kent het vliegtuig de meeste
mogelijkheden voor doorontwikkeling, juist ook omdat er enkele
duizenden gebouwd zullen worden. Dit laatste is met het oog op de
toekomst van groot belang.
Met de JSF kiezen we voor betrouwbaarheid en ervaring. De producent
van de JSF is immers Lockheed Martin. Dit is ook de producent van de
zeer succesvolle F-16. Dat boezemt het nodige vertrouwen in. Het is
ook veelzeggend, dat onze luchtmacht met overtuiging kiest voor de
JSF. En zij moeten ermee vliegen.
Mijn fractie vindt het ook een belangrijk pluspunt, dat we op dit punt
kunnen optrekken met de Amerikanen. Wij hechten buitengewoon veel
waarde aan een goede samenwerking met deze beproefde bondgenoten.
Gezamenlijk
Bij de keuze van zoân cruciaal jachtvliegtuig legt ook de keuze van
andere landen gewicht in de schaal. Amerika en vele andere landen
zullen met de JSF gaan vliegen. Mede in het licht van de mogelijkheden
van gezamenlijk opereren (interoperabiliteit) is een breed draagvlak
voor een bepaald concept gewenst. Wat dat betreft scoort de JSF veel
beter dan alle andere alternatieven. Er zullen enkele duizenden JSFâs
worden gemaakt en hooguit enkele honderden Saabs. Het is een serieuze
vraag of het bedrijf Saab over tien jaar nog bestaat, als zij er niet
in slagen om meer orders binnen te halen. Misschien wil de
staatssecretaris erop ingaan wat het zou betekenen als wij kiezen voor
de Saab en dit bedrijf over tien jaar niet meer bestaat.
Overigens, juist ook het feit dat de VS zelf de grootste afnemer zal
zijn van de JSF maakt dat wij er gerust op kunnen zijn, dat de JSF een
klassetoestel zal worden. De Amerikanen kunnen zich niets minder
permitteren. Zij hebben een enorme reputatie op dit punt en veel te
verliezen.
Het deelnemen door Nederland aan het JSF-project levert daarnaast
substantiële werkgelegenheid op en belangrijke technologische kennis.
Werkgevers en werknemersorganisaties ondersteunen dit. Om die reden
vraag ik de staatssecretaris welke consequenties de aarzelende houding
heeft die op dit moment door de Nederlandse overheid wordt
uitgestraald. Maakt dit de industrie niet erg huiverig om werkelijk te
investeren? Hoe houden wij hun vertrouwen?
Langer doorvliegen met de F16âs vindt mijn fractie onverstandig.
Volgens de huidige planning worden de huidige F16âs afgestoten tussen
2015 en 2021 en vervolgens vervangen door de JSF. Dan zijn deze F16âs
35 tot 40 jaar oud; ouder dan hun piloten derhalve. Het ligt niet in
de rede om te proberen de vliegtuigen nog langer in de lucht te
houden. De onderhoudskosten van deze oudere vliegtuigen stijgen op het
einde van de levensduur immers verschrikkelijk hard. Het zou
onverantwoorde kapitaalvernietiging zijn om nog zoveel te investeren
in relatief oude vliegtuigen.
Bovendien moeten we ons goed realiseren, dat we dan toch zouden werken
met een oudere generatie vliegtuigen, die zijn superioriteit ten
opzichte van de nieuwe generatie jachtvliegtuigen kwijt is. Dat
betekent voor onze luchtmacht een achteruitgang en meer onveiligheid.
Wie gaat er nu een oud vliegtuig oplappen als het nieuwe klaarstaat?
Het opschorten van de besluitvorming zal ook ten koste gaan van de
orders die ons bedrijfsleven kan krijgen. Daarmee lopen we onnodig
hoogwaardige werkgelegenheid mis. Juist voor ons eigen bedrijfsleven
moeten we duidelijkheid bieden. We moeten dus nu stoppen met ons
getalm.
Prijs
Een opmerking nog over de prijs van een testtoestel. 113 miljoen euro
is geen verrassende prijs. Mijn vraag is nog wel welke bijkomende
kosten hierbij horen, zoals training van piloten en dergelijke. Wat
zal het totale kostenplaatje zijn?
Conclusie
Kortom: de ontwikkeling tot nu toe geeft mijn fractie geen aanleiding
om negatiever over het JSF-project te gaan denken. Dit traject mag wat
betreft de SGP-fractie verder worden uitgebouwd. Om die reden heb ik
dan ook geen bezwaren tegen de beoogde aankoop van de twee
testtoestellen, die zogezegd de minimuminleg vormen om deel te kunnen
nemen aan de operationele testfase. Aan het symbolisch knippen in
contracten heeft mijn fractie geen behoefte.
De consequentie daarvan is inderdaad dat onze luchtmacht daarmee met
personeel, opleidingen en gevechtstactieken actief betrokken wordt bij
het Amerikaanse testprogramma. Mijn fractie ziet dit als een logische
vervolgstap binnen de gekozen marsroute, of beter gezegd: binnen het
gekozen vluchtschema.
Wij wensen de staatssecretaris een goede vlucht.
Dank u wel