Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z07489
Vragen van de leden Van Miltenburg en Dezentjé Hamming-Bluemink (beiden VVD) aan de
minister voor Jeugd en Gezin en de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, mw. Dijksma, en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over speciaal
onderwijs en naschoolse opvang (ingezonden 20 april 2009)
1
Herinnert u zich de aangenomen motie Van Miltenburg 1) die de regering verzoekt om,
conform de wijze waarop het begrip «gebruikelijke zorg» bij mantelzorg is geconcretiseerd, te
bepalen wat de «gebruikelijke zorg» is die genoemde openbare instellingen geacht worden te
leveren aan kinderen met gedrags-, leer- en sociale problemen en dit vast te leggen in een
indicatiedocument? Kunt u aangeven hoe en wanneer de motie Van Miltenburg in zijn geheel
zal worden uitgevoerd?
2
Bent u bereid, in lijn met deze aangenomen motie, te bezien hoe om te gaan met de vraag naar
naschoolse opvang voor kinderen met speciale behoeften en zo nodig met aanvullende
maatregelen te komen? Zo ja, op welke termijn gaat u dit doen en kunt u de Kamer zo spoedig
mogelijk over de details informeren? Zo nee, waarom niet?
3
Is het waar dat het speciaal onderwijs niet verplicht is om voor- en naschoolse opvang te
organiseren voor hun leerlingen?
4
Is het waar dat persoonsgebonden budget-middelen niet mogen worden ingezet voor het
regelen van individuele naschoolse opvang voor kinderen die het speciaal onderwijs
bezoeken?
5
Is de reguliere kinderopvang verplicht om ook opvang te organiseren voor kinderen met
bijzondere behoeften? Zo ja, moeten zij hiervoor hetzelfde tarief in rekening brengen als voor
reguliere kinderen?
6
Deelt u de mening dat, wanneer een kind geïndiceerd is voor speciaal onderwijs, de overheid
daarmee erkent dat het een kind betreft met speciale behoeften? Zo nee, waarom niet?
7
Bent u zich bewust dat de inzet van speciale hulp door deskundige personen ongeveer 20 euro
per uur kost?
8
Deelt u de mening dat het voor veel mensen niet mogelijk is 20 euro per uur te betalen voor
gespecialiseerde opvang van hun kind? Zo nee, waarom niet?
9
Vindt u dat ouders met kinderen met bijzondere behoeften de mogelijkheid moeten hebben
om deel te nemen aan het arbeidsproces?
10
Kunt u aangeven wat u van werkende ouders verwacht die geen betaalbare reguliere
naschoolse opvang voor hun kind met speciale zorgbehoeften kunnen vinden, terwijl zij dit
wel nodig hebben?
11
Deelt u de mening dat het voor de ouders van deze kinderen moeilijk is om gepaste
kinderopvang voor hun kind te vinden? Zo nee, waarom niet?
12
Deelt u de mening dat dit voor ouders een belemmering kan zijn om betaalde arbeid te
vinden? Zo nee, waarom, niet?
13
Deelt u de mening dat het goed is dat verschillende ministeries hun regels helder uitleggen,
maar dat het de taak is van de regering om ervoor te zorgen dat hierdoor mensen die een
beroep doen op die heldere regels niet tussen wal en schip vallen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, wat doet deze regering eraan om dit te voorkomen?
14
Deelt u de mening dat uitvoering van genoemde motie kan bijdragen aan het maken van een
sluitende keten tussen onderwijs, zorg en welzijn?
1) Kamerstuk 26 631, nr. 245