PvdA Europees parlement
Europese aanpak kredietbeoordelaars
22 april 2009
Na moeizame onderhandelingen stemt het Europees Parlement in met de
gewijzigde voorstellen om kredietbeoordelaars en verzekeraars beter te
reguleren. De PvdA stelt dat wetgeving echt noodzakelijk is, omdat
kredietbeoordelaars enorme inschattingsfouten hebben gemaakt, die
hebben bijgedragen aan de financiële crisis.
"Ze hebben op tienduizenden complexe financiële producten de hoogst
mogelijk - AAA - ratings afgegeven die een hoge status hebben. Ondanks
dat het commerciële en vrijblijvende adviezen zijn, hebben beleggers
daar blind op gevaren. Daarom was het zeer onwenselijk dat zij vrijwel
ongereguleerd en zonder toezicht mochten opereren, die tijd is nu
gelukkig voorbij", aldus PvdA-europarlementariër Ieke van den Burg.
De voornaamste maatregelen voor de kredietbeoordelaars betreffen de
aanpak van de belangenconflicten en het toezicht. Financiële
instellingen betalen één van de drie wereldwijd actieve ratingbureaus
voor hun diensten om financiële producten te beoordelen. Een product
met een lage risicowaardering en zo een hoge rating is interessant
voor de markt en verkoopt dus goed. Van den Burg: "De schijn bestond
op zijn minst dat financiële instellingen daarom graag gebruik maakten
van de beoordelaars die gunstige waarderingen gaven. De betalingen aan
de beoordelaars worden nu transparanter en de analisten moeten net als
accountants om de zoveel jaar rouleren. Ook worden zij die
onderhandelen over betaling van de diensten en zij die het echte werk
doen worden strikt gescheiden van elkaar".
Over de wijze van uitvoeren van het toezicht is Van den Burg nog niet
tevreden. "Opnieuw hebben de lidstaten niet durven kiezen voor echt
Europees toezicht en zich verscholen achter juridische obstakels. Een
gemiste kans. In plaats van Europees toezicht zal er nu weer
getouwtrek ontstaan tussen de nationale financiële centra om de drie
grote en uit de VS afkomstige ratingbureaus (Moody´s, Standard & Poors
en Fitch) onder hun vleugels te krijgen."
Ook bij de verzekeringsrichtlijn is het niet gelukt om veel verder te
komen met Europees toezicht. Van den Burg hoopt dat tussen nu en het
uiterlijk van kracht worden van de richtlijn, eind 2012, daarover nog
verdergaande afspraken kunnen worden gemaakt. "Op Europees niveau
moeten er bindende besluiten kunnen worden genomen als de diverse
toezichthouders het onderling niet eens worden." Desondanks staat zij
er wel volledig achter dat de richtlijn nu is aangenomen. "De
richtlijn is een grote stap vooruit ten opzichte van het huidige
regime en beschermt consumenten beter tegen het onverhoopt falen van
een verzekeraar. Het toezicht op het risicomanagement van verzekeraars
scherpen we terecht aan."
Tot slot is tot grote opluchting van de PvdA besloten de
pensioenfondsen niet onder de regels van deze verzekeringsrichtlijn te
laten vallen. Er was een voortdurende en sterke lobby om dat wél te
doen. Van den Burg: Het zou zeker in de huidige situatie rampzalig
geweest zijn om de nieuwe bepalingen zomaar op de pensioensector toe
te passen. Pensioenfondsen zijn geen verzekeraars, dus die verdienen
een andere behandeling. Pensioenfondsen zijn gebaseerd op solidariteit
binnen een collectief, hebben een langere tijdshorizon en hebben
andere instrumenten om solvabiliteitsproblemen aan te pakken dan het
geval is bij individuele verzekeringsproducten.