CAW: Waterschapsverkiezingen staatsrechtelijk in orde
De Grondwet laat de wetgever vrij om zetels in het waterschapsbestuur te doen bezetten door benoeming dan wel door verkiezing, dat concludeert de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW) naar aanleiding van vragen in de Eerste Kamer over de grondwettigheid van 'benoemde' zetels in het waterschapsbestuur. Indirecte verkiezingen (bijvoorbeeld via de leden van de gemeenteraden) acht de CAW in de toekomst ook denkbaar. De CAW adviseert de staatssecretaris de verschillende verkiezingsvarianten nader uit te werken, alvorens een definitieve keuze te maken voor toekomstige waterschapsverkiezingen. Op 22 april heeft de CAW haar advies hierover - 'Belangenrepresentatie in het waterschapsbestuur' - aangeboden aan staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat.
Bredere belangenafweging, maar dezelfde taak
De belangenafweging door de waterschappen is de afgelopen decennia verbreed, evenals trouwens de belangenafweging door de andere overheden. De taak van het waterschap is wettelijk echter steeds beperkt gebleven tot de waterstaatszorg. Anders dan bij het algemeen bestuur van Rijk, provincie en gemeente het geval is, heeft het waterschap geen 'open' maar een 'gesloten huishouding'. Gegeven de afgebakende taak van het waterschapsbestuur is het volgens de CAW nog steeds terecht om te spreken van 'functioneel bestuur'.
Reservering van zetels
Reservering van zetels voor de categorieën 'ongebouwd', 'natuur' en 'bedrijven' in het waterschapsbestuur past volgens de CAW bij het functionele karakter en de taak van het waterschap. De commissie adviseert de term 'geborgde' zetels te vervangen door 'gereserveerde' zetels, ook waar het de ingezetenen betreft. De ingezetenen vormen immers óók een belangencategorie. Er is geen verschil met de andere belangencategorieën.
Streven naar evenwichtige belangenrepresentatie
Het waterschap is als vorm van functioneel bestuur gebaat bij een afgewogen vorm van belangenrepresentatie. De aard van het belang of van de belangengroep kan een reden zijn om te kiezen voor directe verkiezing, maar ook voor indirecte verkiezing, benoeming of enkelvoudige aanwijzing. Vanuit staatsrechtelijk oogpunt is de ene vorm van belangenrepresentatie niet minder aanvaardbaar dan de andere. Nodig is een evenwichtige verhouding tussen de functionele taak, de wijze van belangenrepresentatie en de institutionele ordening. Indien één van deze elementen wordt gewijzigd, dan heeft dat gevolgen voor de andere. In die zin is er sprake van communicerende vaten.
Achtergrond advies
- De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft de Commissie van advies inzake de Waterstaatswetgeving (CAW) gevraagd te adviseren over de vertegenwoordiging van specifieke categorieën van belanghebbenden in het algemeen bestuur van de waterschappen. Voor vertegenwoordigers van agrariërs, bedrijven en van beheerders van natuurterreinen is een beperkt aantal zetels gereserveerd (ongeveer 1/3); deze vertegenwoordigers worden benoemd. Ongeveer tweederde van de zetels in het waterschapsbestuur is gereserveerd voor de ingezetenen; zij komen via directe verkiezingen in dat bestuur.
- In 2007 zijn in de Eerste Kamer vragen gesteld over de 'benoemde' zetels voor agrariërs, bedrijven en beheerders van natuurterreinen. De staatssecretaris heeft toen toegezegd de CAW hierover te laten adviseren.
- Dit advies vormt, samen met enkele rapporten waarin de waterschapsverkiezingen van 2008 geëvalueerd worden, input voor een kabinetsstandpunt over dit onderwerp.
- Twee hoogleraren Staatsrecht, de heer C.A.J.M. Kortmann (Radboud Universiteit Nijmegen) en de heer D.J. Elzinga (Rijksuniversiteit Groningen), hebben meegewerkt aan dit advies.
Informatie over de CAW
De Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving (CAW) is een onafhankelijk adviescollege van de regering en het parlement. Zij heeft tot taak om gevraagd en ongevraagd te adviseren over de inhoud en structuur van de wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg. De nadruk ligt hierbij op strategische advisering in een zo vroeg mogelijk stadium van het beleid- en wetgevingsproces. De Commissie is als volgt samengesteld:
Mr. A. (Alfred) van Hall (voorzitter)
Mr. dr. J.T. (Koos) van den Berg
Prof. mr. P.J.J. (Peter) van Buuren
Prof. dr. P.P.J. (Peter) Driessen
Prof. dr. E. (Ellen) Hey
Prof. mr. drs. B.P.M. (Bruno) vanRavels
Prof. mr. H.F.M.W. (Marleen) vanRijswick
Noot voor redacties (
RVD Mediafeed