Ministerie van Economische Zaken


Beantwoording aanvullende vragen kredietverstrekking MKB


> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag
Directoraat-Generaal
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen
Binnenhof 4
2513 AA `s-GRAVENHAGE Bezuidenhoutseweg 20
Postbus 20101
2500 EC Den Haag
T 070-3798911 (algemeen)
www.ez.nl
Behandeld door
D. Maas
T 070 379 72 49
F 070 379 75 27
d.w.a.maas@minez.nl
Datum 22 april 2009
Ons kenmerk
OI/O / 9074049
Betreft Beantwoording aanvullende vragen kredietverstrekking MKB


Bij brief van 14 april stelde uw vaste commissie voor Economische Zaken aan ons
aanvullende vragen over de kredietverstrekking aan het MKB. Hierbij treft u onze
antwoorden aan:

---

Welke regelingen zijn nu van kracht om kredietverstrekking aan het MKB te
bevorderen en welke regelingen zullen op korte termijn nog worden ingevoerd?

Antwoord
De volgende regelingen zijn nu van kracht:

a. Besluit Borgstelling MKB (BBMKB).
Deze regeling biedt banken een borgstelling voor leningen aan MKB-bedrijven
voor zover deze bedrijven onvoldoende zekerheden kunnen bieden aan de bank.

De regeling kent drie faciliteiten:
· Basisfaciliteit: Borgstellingskredieten tot maximaal 1,5 mln. De overheid
staat voor 90% borg, voor zover het bedrijf aan de bank geen zekerheden
kan bieden. De bank moet bovenop het borgstellingskrediet een lening van
minstens eenzelfde bedrag voor eigen risico verstrekken.
· Startersfaciliteit voor bedrijven die minder dan 5 jaar bestaan:
borgstellingskredieten tot maximaal 200.000. De overheid staat hier 100%
borg voor zover er geen zekerheden zijn. De bank moet bovenop het
borgstellingskrediet nog een lening verstrekken van minstens 25% van
borgstellingskrediet. Banken kunnen voor starters daarnaast ook gebruik
maken van de basisfaciliteit.
· Faciliteit voor innovatieve bedrijven. Borgstellingskrediet tot maximaal 1,5
mln. Overheid staat hier 90% borg voor zover er geen zekerheden zijn. De
bank moet bovenop het borgstellingskrediet nog een lening verstrekken van
minstens 50% van borgstellingskrediet.

Bij de BBMKB is de bank over de borgstelling een eenmalige premie van
gemiddeld 3% aan de overheid verschuldigd. Indien het betreffende bedrijf de
lening niet kan terugbetalen, kan de bank een beroep doen op de borgstelling. De
premie is niet kostendekkend. Het garantiebudget (het maximale bedrag dan aan
Pagina 1 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

borgstellingen kan worden aangegaan) bedraagt in 2009 745 miljoen.
Ons Kenmerk
Bij de uitbreiding van de regeling per 2 november 2008 is: OI/O / 9074049
· het borgstellingskrediet voor starters opgetrokken van 100.000 naar
200.000;
· het maximale borgstellingkrediet voor overige bedrijven verhoogd van 1
miljoen naar 1,5 miljoen;
· de regeling ook opengesteld voor MKB bedrijven van 100 tot 250
werknemers.

b. Groeifaciliteit.
Dit betreft een 50% garantie van maximaal 2,5 miljoen op risicokapitaal
verstrekt door banken en participatiemaatschappijen ten behoeve van MKB-
bedrijven. Risicokapitaal betreft aandelen en achtergestelde leningen waarop geen
zekerheden zijn gevestigd. Slechts een deel van de regeling is dus gericht op
kredietverstrekking. De premie bedraagt 2,5% per jaar op achtergestelde
leningen en 3% op aandelen. Voor 2009 is een garantiebudget gepubliceerd van
119 miljoen. De regeling is in werking sinds begin 2007. De regeling dient op
grond van staatssteunregels kostendekkend te zijn.

c. Garantie Ondernemingsfinanciering.
Deze tijdelijke regeling, ingevoerd vanwege de kredietcrisis, bouwt voort op de
Groeifaciliteit en omvat een 50% garantie tot 25 miljoen van leningen, ongeacht
de omvang van het bedrijf. De verwachting is dat de regeling in belangrijke mate
ook voor niet-MKB-bedrijven zal worden gebruikt. De premie bedraagt de marge
(verschil tussen rente die bedrijf betaalt aan de bank en die de bank betaalt aan
zijn financier) die de bank in rekening brengt bij het gefinancierde bedrijf minus
de kosten die de bank maakt voor het beheer van de lening. In tegenstelling tot
de Groeifaciliteit vallen ook niet-achtergestelde leningen en leningen met
zekerheden onder de regeling en vallen aandelen er niet onder. De overheid deelt
mee in de opbrengsten uit zekerheden. De regeling is 6 maart 2009 gepubliceerd.

d. Exportkredietverzekering.
Met de faciliteit voor exportkredietverzekering (EKV) worden de risico's bij export
van kapitaalgoederen en diensten herverzekerd door de Nederlandse Staat. Doel
is exportbevordering en een zo compleet mogelijke markt voor
kredietverzekering. De Staat is aanvullend aan de markt. Normaliter herverzekert
de Staat de grotere risico's met een langere looptijd op meer risicovolle landen.

Uitvoerder is Atradius Dutch State Business. Deze aparte tak van de private
kredietverzekeraar Atradius houdt zich uitsluitend bezig met het accepteren van
transacties voor rekening van de Staat. Financiën is beleids- en
budgetverantwoordelijk en EZ is mede-beleidsverantwoordelijk. Voor de EKV is
jaarlijks 11,9 miljard aan ruimte gereserveerd in de begroting van Financiën
voor nieuwe garantieverplichtingen. De benutting is jaarlijks tussen 2 en 5
miljard. Het verschil tussen de reservering en het gebruik, kan verklaard worden
uit het relatief kleine aantal transacties dat in een jaar tot stand komt en de
grootte van die transacties; het al dan niet doorgaan van enkele transacties kan
een groot verschil maken in het gebruik.


Pagina 2 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

Reeds genomen maatregelen (vertrouwenspakket januari 2009)
Ons Kenmerk
Vanwege het feit dat de kredietverzekeringsmarkt (niet alleen de particuliere tak OI/O / 9074049
van Atradius maar ook de andere actieve spelers Euler Hermes, Coface en
Interpolis) zich deels terugtrekt heeft de Staat de EKV uitgebreid:
· Voor 1-transactiepolissen (dit zijn polissen voor individuele transacties en niet
voor de gehele omzet van het bedrijf dat zich verzekert). Voor
kapitaalgoederentransacties met Oost Europa en Rusland is de EKV uitgebreid
(ingaand januari 2009). De marktpartijen hadden zich teruggetrokken van
deze landen en met de uitbreiding van de EKV kunnen deze zaken alsnog
doorgang vinden;
· Garanties voor kapitaalmarktpartijen, zodat die de funding kunnen
verstrekken voor exportfinancieringen van de banken. Deze regeling wordt
momenteel nog uitgewerkt maar afgesproken is wel dat financieringen die na
1 januari 2009 zijn verstrekt en die door de EKV worden verzekerd, met
terugwerkende kracht onder de regeling gebracht kunnen worden. In dit
kader wordt ook bezien of het mogelijk is banken de mogelijkheid te bieden
om hun gehele portefeuille aan financieringen, die zijn verzekerd onder de
EKV, onder de regeling te brengen. Daarmee zou weer ruimte ontstaan voor
nieuwe financieringen;
· De wijziging van de risicodracht tussen Atradius en de Staat van 250
miljoen naar 100 miljoen (overwogen wordt om dit verder terug te brengen
naar 50 miljoen). Waar de Staat voorheen op de betere landenklassen
alleen herverzekering bood voor transacties groter dan 250 miljoen (omdat
de markt de kleinere zaken zelf kon afdekken) is die grens nu bij 100
miljoen gelegd. Hierdoor ontstaan weer nieuwe mogelijkheden voor
verzekering en dus voor exporttransacties. Door deze afspraken, die
vastleggen wat de markt doet en wat de Staat doet, op te schuiven richting
de Staat (omdat de markt gaten laat vallen), ontstaan weer nieuwe
mogelijkheden voor verzekering.

e. Faciliteit opkomende markten (FOM).
De FOM wordt als volgt verruimd. Bedrijven kunnen per investering maximaal
10 miljoen aan borgstelling krijgen van het ministerie van Economische Zaken ten
behoeve van de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO).
Voorheen konden projecten gefinancierd worden tot 5 miljoen. Door de
kredietcrisis is de financiering door commerciële banken voor investeringen in
opkomende markten steeds verder opgedroogd. Ook de grotere marktpartijen, die
voorheen nog goed bij de banken terecht konden, zien hun gezonde internationale
aspiraties in opkomende markten gevaar lopen doordat zij hun activiteiten niet
meer kunnen financieren. Via de FOM wordt financiering verstrekt aan lokale
dochterondernemingen of joint-ventures van Nederlandse bedrijven. De FOM
heeft als doel levensvatbare Nederlandse investeringen in opkomende markten,
die niet via banken zijn te financieren, mogelijk te maken.

f. Tante Agaatregeling.
Deze regeling geeft een fiscaal voordeel aan particulieren die een achtergestelde
lening verstrekken aan starters. Dit fiscale voordeel bestaat uit een aftrek van de
inkomstenbelasting van bij elkaar 2,5% per jaar van de verstrekte lening. Indien
de lening niet (geheel) terugbetaald wordt, kan het verlies afgetrokken worden
van het inkomen.
Pagina 3 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen


Ons Kenmerk
g. Microkredieten. OI/O / 9074049
Met betrekking tot leningen van maximaal 35.000 zijn per januari van dit jaar 2
pilots gestart die gezamenlijk landelijk dekkend zijn.
· In 5 gebieden (ca 20% van het land) een borgstellingspilot (80% borgstelling
voor banken, premie 4%) gecombineerd met screening van bedrijven die een
lening willen op kosten van de overheid. In deze gebieden is de pilot een
vervanging van het Besluit Bijstand Zelfstandigen van het ministerie van
Sociale Zaken;
· In de rest van het land een zelfstandige gespecialiseerde
microfinancieringsinstelling (Qredits), die zelf ondernemers screent en
leningen verstrekt en deze beheert. Daarvoor wordt momenteel een
marktconforme rente van nu 9% gerekend. De kosten van Qredits worden
voor 60% door de banken gedragen en voor 40% door de overheid. De
overheid verzorgt de funding.

Zoals hiervoor bij de Groeifaciliteit al aangegeven, doen bedrijven voor hun
financiering zowel een beroep op vreemd vermogen (kredieten) als op eigen
vermogen (aandelen). Met betrekking tot aandelen in technostarters kennen we
nog de TechnoPartner Seed faciliteit, waarbij het ministerie van Economische
Zaken 50% van de funding van technostarterfondsen verzorgt onder gunstiger
voorwaarden dan de private investeerders. Daarnaast kennen we in 4 regio's
regionale ontwikkelingsmaatschappijen die in bedrijven kunnen participeren (tot
2,5 miljoen per bedrijf) en dus niet als kredietverleners worden gezien. Tenslotte
stimuleren wij business angels met niet-financiële instrumenten. Business angels
zijn rijke particulieren/oud ondernemers, die met geld (doorgaans aandelen) en
knowhow kleine bedrijven ondersteunen.

Naast het stimuleren van kredietverlening en de verstrekking van risicokapitaal
door banken, participatiemaatschappijen en particulieren, worden ook
rechtstreeks leningen aan het bedrijfsleven verstrekt. Dit betreft:
· Innovatiekredieten. Dat zijn leningen van het ministerie van Economische
Zaken ter hoogte van 35% van de kosten van innovatieve
ontwikkelingsprojecten. Deze lening hoeft niet terugbetaald te worden ingeval
de ontwikkeling mislukt;
· Besluit Bijstand Zelfstandigen. Dit is een regeling van het ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze omvat enerzijds een krediet van
maximaal ca. 32.000, verstrekt door gemeenten, om mensen die vanuit de
bijstand een onderneming willen starten te financieren en anderzijds een
krediet van maximaal 171.000 voor ondernemers die een tijdelijk
inkomensprobleem hebben. Voorwaarden zijn wel dat de onderneming na
kredietverstrekking levensvatbaar is en het gezinsinkomen niet boven
bijstandsniveau ligt.

Er zijn op dit moment geen concrete voornemens om op korte termijn nieuwe
regelingen in te voeren. Wij houden actief de vinger aan de pols om waar nodig
direct te kunnen reageren.


Pagina 4 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

---

Ons Kenmerk
In welke mate wordt er van de huidige regelingen gebruik gemaakt door banken OI/O / 9074049
en bedrijven?

Antwoord
In zijn algemeenheid zien we dat de op banken gerichte instrumenten een
terugloop vertonen. Dat is gebruikelijk bij een teruglopende conjunctuur omdat
dan minder bedrijven financiering vragen bij de bank. Per instrument is nog
aangegeven welke specifieke omstandigheden spelen. We zien dat het gebruik
van de andere financieringsinstrumenten (innovatiekredieten, seedfaciliteit,
regionale ontwikkelingsmaatschappijen, aandelenstuk uit de groeifaciliteit) stabiel
is of zelfs groeit. Dit is een indicatie dat bedrijven naar alternatieven voor
bancaire financiering zoeken.

a. BBMKB
Het gebruik en het budget van de BBMKB steeg de afgelopen jaren gestaag. In
het tweede halfjaar van 2008, vooral de laatste maanden, werden de effecten van
de kredietcrisis merkbaar. Met een benutting van 601 miljoen bleef de daling in
2008 nog tot 2% beperkt. De totale benutting in het 1e kwartaal 2009 ( 123
miljoen) lag bijna 20% onder het relatief hoge niveau van het 1e kwartaal van
2008 ( 154 miljoen) en het eerste kwartaal van 2007 ( 148 miljoen), maar wel
boven de niveaus van de jaren daarvoor. Historisch gezien hangt het BBMKB-
gebruik globaal samen met de economische groei en de investeringen. Daarbij
komt dat ca. 1/3 van de borgstellingen in het verleden betrekking had op
bedrijfsoverdrachten, die nu vrijwel zijn stilgevallen. Daarnaast is volgens diverse
banken er steeds minder vaak sprake van een sluitende businesscase, doordat de
financiële positie van de ondernemingen verslechtert en de vooruitzichten
onzekerder worden. Banken geven daarnaast aan dat de nadruk is verschoven
van kredietverlening naar kredietbeheer, waarbij meer op de bestaande risico's
wordt gelet.
De recente verruimingen voorzien in een behoefte. Na een aanloop maken de
verruimingen nu ongeveer 20% uit van het totaal. Ongeveer 90% van de
verruimingen betreft de verruiming van de startersfaciliteit. De verruiming van
1 miljoen naar 1,5 miljoen werd 17 keer gebruikt. Voor bedrijven met meer dan
100 werknemers is nog geen gebruik gemaakt van de regeling.
Er wordt nu ruim 1,8 miljard aan BBMKB-borgstellingen beheerd. Daarbij valt in
de loop van 2008 een forse toename in het aantal verliesdeclaraties te
constateren, die zich in 2009 versterkt doorzet. Het nettoverlies bedroeg in de
afgelopen vijf goede jaren nog ca. 1,25% van de verleende borgstellingen.

b. Groeifaciliteit
Er wordt momenteel slechts beperkt gebruik gemaakt van de Groeifaciliteit. De
benutting van de Groeifaciliteit in het eerste kwartaal van 2009 bedraagt ca. 3,3
miljoen. De Groeifaciliteit is bedoeld voor het financieren van de expansie van
snelle groeiers en bedrijfsoverdrachten. Voor beide zaken geldt dat door de
recessie de markt nu zeer beperkt is. Hierdoor is de vraag naar de Groeifaciliteit
ook zeer beperkt.


Pagina 5 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

c. Garantie Ondernemingsfinanciering
Ons Kenmerk
Deze regeling is 6 maart 2009 gepubliceerd. Gezien de doorlooptijd van leningen OI/O / 9074049
bij banken kan het nog wel enkele weken duren voordat de eerste garanties
aangemeld worden. In de frequente gesprekken met banken, onder andere bij het
toetsen of bepaalde financieringen onder de GO vallen, blijkt dat daar veel
enthousiasme bestaat over de regeling.

d. Exportkredietverzekering
De verschillen in benutting per jaar zijn groot. Gemiddeld wordt tussen de 2 en
5 miljard per jaar aan nieuwe verplichtingen aangegaan. De bedrijven die de
dekking aanvragen, betreffen vooral kapitaalgoederenexporteurs en leveranciers
van diensten (bijvoorbeeld aannemers). Door middel van toeleveranties zijn ook
veel MKB-bedrijven betrokken. Voor de uitbreidingen geldt het volgende.
· 1-transactiepolissen: tot nu toe is er in 2009 voor enkele tientallen miljoenen
gebruik gemaakt van de uitbreidingen. Dit ondanks dat de regeling nog niet
open is op EU-landen. Daarvoor zijn, als gevolg van EU-regelgeving,
verklaringen nodig van exporteurs dat zij geen dekking in de markt kunnen
verkrijgen en deze verklaringen worden niet afgegeven. De inschatting is dat
in totaal in 2009 voor 100 miljoen in dekking zal worden genomen.
· Garanties voor kapitaalmarktpartijen. Alle signalen van de banken zijn
momenteel positief en de verwachting is dat veel financieringen onder de
regeling gebracht zullen gaan worden (inschatting is tussen de 1,5 miljard
en 2,5 miljard per jaar). Dit betekent dat de banken de funding voor deze
financieringen niet zelf behoeven aan te trekken, maar dat via de
kapitaalmarkt kunnen doen.
· Wijziging van de risicodracht: Hiervoor zijn nog geen concrete verwachtingen
over het gebruik (inschatting is dat het om enkele zaken zal gaan) maar er is
voldoende ruimte binnen de EKV om hiervoor dekking te bieden. Het idee is
dat de Staat ook op de minder risicovolle landen kleinere transacties kan
herverzekeren (voorheen was de grens 250 miljoen en dat is verlaagd naar
100 miljoen).

e. Faciliteit Opkomende Markten (FOM)
Het garantieplafond is eind vorig jaar opgehoogd van ca. 115 miljoen naar
230 miljoen. Totaal gecommitteerd: 75 miljoen. Portefeuilleomvang: 70
financieringscontracten. In 2008 zijn onder de FOM 11 financieringscontracten
gerealiseerd, met een totaal commitment van ruim 20 miljoen. Het scenario van
begin 2008 ging uit van 18 contracten. Oorzaken van het lagere resultaat zijn de
gevolgen van de kredietcrisis en het wegvallen van de voor de FOM belangrijke
markten van Roemenië en Bulgarije. Een groot aantal investeringen werd door
bedrijven uitgesteld. De FMO verwacht deze in 2009 alsnog te kunnen financieren.
De financiering van projecten in opkomende markten door de banken is in 2008
volledig opgedroogd. In dit licht bezien is het aantal transacties eveneens
teruggevallen maar in 2009 zijn altijd nog 6 financieringscontracten in afrondende
fase gekomen (eerste halfjaar worden altijd minder contracten afgesloten dan
tweede halfjaar). De pipeline bevat ca. 20 projecten. De verhoging van het
maximale transactiebedrag zal naar verwachting kunnen leiden tot jaarlijks ca.
20%-40% extra aanvragen.


Pagina 6 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

f. Tante Agaathregeling
Ons Kenmerk
Het aantal directe leningen per jaar bedraagt ongeveer 1700 met een gemiddelde OI/O / 9074049
leningsomvang van ca. 50.000.

g. Microkredieten
· Borgstellingspilot. Deze loopt al een jaar voor uitkeringsgerechtigden en is in
het betreffende gebied een alternatief voor het Besluit Bijstand Zelfstandigen:
zie hierna. In 2008 waren er 263 aanvragen, waarvan er 125 zijn
gehonoreerd, met een gemiddeld leningbedrag van ruim 20.000. In de
eerste 3 maanden van 2009 zijn er 80 aanvragen, waarvan er 47 zijn
gehonoreerd met een gemiddeld leningsbedrag van ruim 24.000.
· Qredits. Tot 14 april zijn 840 aanvragen binnengekomen. Er zijn 84 leningen
verstrekt tot een bedrag van 1,7 miljoen en er staan nog 33 offertes uit. Er
zijn 230 aanvragen doorverwezen of afgewezen en er zijn er nog ca. 400 in
behandeling.

Wat betreft de overige genoemde regelingen kunnen de volgende cijfers genoemd
worden:
· TechnoPartner Seed faciliteit. In 2008 is 15,1 miljoen geïnvesteerd in 32
bedrijven. Op 31 maart is de tender voor deze regeling gesloten. Het beroep
op deze regeling is nu hoger dan ooit. Er is door investeerders ingetekend
voor 43 miljoen, terwijl de publicatie voor deze tender 12 miljoen
bedraagt. De ervaring leert dat door strikte selectie van de aanvragen
normaliter 50 tot 70% wordt toegekend.
· Het hogere beroep kan mede worden verklaard uit de verschuiving in de
financieringsmarkt voor technostarters van bancaire financiering naar
financiering door venture capitalists, zoals informal investors. Een intekening
van 43 miljoen betekent dat er een beroep wordt gedaan op 43 miljoen
aan EZ-inbreng in de vorm van leningen aan Seed Capital-fondsen en dat er
meer dan 43 miljoen aan private funding in de Seed Capital-fondsen wordt
geïnvesteerd. Hiermee zou dan meer dan 86 miljoen aan risicokapitaal
beschikbaar komen voor Nederlandse technostarters. Regionale
ontwikkelingsmaatschappijen financierden in 2008 ca. 120 bedrijven (nieuw
plus uitbreiding) tot een bedrag van ruim 50 miljoen.
· Innovatiekredieten. In het eerste kwartaal van 2009 zijn 25 aanvragen
ontvangen voor een Innovatiekrediet met een totaal aangevraagd
kredietbedrag van 27 miljoen. Dit betekent een grote toename ten opzichte
van de vergelijkbare periode in 2008. De voorloper van het Innovatiekrediet,
Uitdagerskrediet genaamd, had toen 9 aanvragen voor een bedrag van 3,4
miljoen.
· Besluit Bijstand Zelfstandigen: ca 2000 á 3000 leningen per jaar.

---

Welke klachten c.q. belemmeringen zijn er bij u bekend over kredietverstrekking
aan het MKB, zowel vanuit de banksector als het bedrijfsleven?

Antwoord
Wij hebben de afgelopen maanden een groot aantal gesprekken gevoerd met
branches, bijvoorbeeld met de banken op 6 maart en met individuele bedrijven,
waaronder op het gebied van duurzame energie. Daarnaast zijn bij onze
Pagina 7 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

medewerkers rechtstreeks een flink aantal signalen van bedrijven binnengekomen
Ons Kenmerk
over knelpunten bij de financiering. Verder is ons ministerie goed aangesloten op OI/O / 9074049
signalen over de kredietverlening van Antwoord voor Bedrijven, van onze
uitvoeringsorganisatie SenterNovem, allerlei partijen uit de financiële sector
(waaronder banken), brancheorganisaties, werkgeversorganisaties en uiteraard
de media.
In aanvulling daarop is de monitor MKB0-financiering van start gegaan. Het eerste
onderdeel daarvan betrof een enquête onder gevestigde MKB-bedrijven begin
december. Daaruit kwam naar voren dat gedurende de laatste maanden van 2008
de beschikbaarheid van krediet iets verslechterd was. De monitor bevat verder
enquêtes onder groeibedrijven en starters, die de komende maanden uitgevoerd
zullen worden.

Uit de veelheid aan contacten komt een divers beeld naar voren. Wij zijn niet in
de gelegenheid geweest om die veelheid aan signalen telkens te waarderen op
hun merites. Enkele punten springen eruit:
a. Als gevolg van de vraaguitval raken bedrijven in de rode cijfers en hebben zij
extra financiering nodig om een moeilijke periode te overbruggen. Banken
tonen zich in dat soort gevallen steeds kritischer. Dat is in veel gevallen
terecht. Het risico dat het betreffende bedrijf na het verstrekken van de lening
omvalt, moet immers binnen de perken blijven. De beoordeling hoe groot het
risico is, is op dit moment ook erg moeilijk. De ernst van de crisis maakt de
risicobeoordeling intrinsiek problematischer dan in andere crises. Bedrijven
kunnen op dit moment doorgaans geen betrouwbare prognose doen over hun
inkomsten gedurende de komende 3 tot 5 kwartalen. De professionele
inschatting van de risico's door individuele bankmedewerkers speelt een
wezenlijke rol, waardoor het echt kunnen aanwijzen of een bank te voorzichtig
is, bijna niet mogelijk is.
b. Veel bedrijven stellen hun investeringen uit, wat tot minder vraag naar
financiering leidt. Bedrijven die nog willen investeren voelen zich soms met
argwaan bekeken door hun bank. Voor deze bedrijven, die met hun eigen
bank moeilijk tot zaken kunnen komen, is de weg naar een andere bank vaak
ook afgesloten. Daar is een aantal redenen voor. Banken willen in eerste
instantie hun eigen klanten bedienen en de mogelijkheden daartoe zijn ook al
beperkt. Verder kost het doorgaans veel tijd voor een bank om zich alle ins en
outs van een nieuwe klant eigen te maken (dat is dus een kostenpost) omdat
de bank het bedrijf en zijn krediethistorie nog niet kent. Tenslotte is het
doorgaans geen aanbeveling als een bedrijf door zijn huisbank is afgewezen,
die wel de krediethistorie kent.
c. De voorwaarden worden aangescherpt: de rente gaat vaak omhoog bij nieuwe
leningen (dit is overigens in tegenspraak met de cijfers van De Nederlandsche
Bank), beoordelingstermijnen worden langer, de terughoudendheid neemt toe
bij langere termijn financiering en banken verlenen lagere leningen per
bedrijf. Dit laatste is vooral een probleem bij grotere leningen.


Pagina 8 van 9


Directoraat-Generaal
Ondernemen & Innovatie
Directie Ondernemen

d. Tenslotte zijn er enkele specifieke gebieden waar relatief veel klachten uit
Ons Kenmerk
naar voren komen, te weten de bouwsector (zeer grote vraaguitval) en OI/O / 9074049
duurzame investeringen (lange termijn investering, business case bij
duurzame energie is vaak moeilijker geworden als gevolg van lagere
olieprijs).


(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven (w.g.) drs. F. Heemskerk
Minister van Economische Zaken Staatssecretaris van Economische Zaken


Pagina 9 van 9


---- --