> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer Bezoekadres:
der Staten-Generaal Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
Postbus 20018 T 070 340 79 11
2500 EA DEN HAAG F 070 340 78 34
www.minvws.nl
Ons kenmerk
DLZ/SFI-U-2926448
Bijlagen
---
Datum 20 april 2009 Uw brief
---
Betreft Philadelphia Zorg, stand van zaken
Geachte voorzitter,
Sinds het plenaire debat op 21 januari 2009 over de financiële problemen bij
Philadelphia is er veel gebeurd waarvan ik u op de hoogte wil brengen aan de
vooravond van ons overleg op 23 april aanstaande.
In het onderstaande wil ik achtereenvolgens aandacht schenken aan wat er
voorafging (1), aan het tweede rapport van het College sanering zorginstellingen
(2), waarin op zowel governance (2a) als op continuïteit en kwaliteit van zorg (2b)
zal worden ingegaan, de communicatie met cliënten en cliëntenraden, met de
ondernemingsraad en met de participatieraad (3) en ten slotte op de juridische
procedures in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (4).
Ik baseer mij daarbij op de feiten die de direct betrokkenen mij hebben gemeld en
op het tweede rapport van het College sanering zorginstellingen (CSZ) dat is
opgesteld op het bijgestelde herstelplan van Philadelphia.
1. Wat er voorafging
Zoals in het debat op 21 januari 2009 al door mij is aangegeven is er door de
Raad van Bestuur van Espria/Philadelphia Zorg, de Ondernemingsraad en de
bonden op 13 januari 2009 besloten om een onafhankelijk accountantsonderzoek
te laten verrichten naar de deugdelijkheid en de financiële haalbaarheid van het
door de Raad van Bestuur opgestelde herstelplan. Dit herstelplan kon zoals ik u
meldde in het debat op 21 januari 2009 niet op instemming van de werknemers,
de Ondernemingsraad en de bonden rekenen. Op 27 februari 2009 heeft BDO dat
het onderzoek heeft uitgevoerd zijn bevindingen ter hand gesteld aan de
opdrachtgevers.
Vervolgens is het herstelplan bijgesteld en met die bijgestelde versie hebben de
werknemers, de Ondernemingsraad en de bonden alsnog ingestemd. Op 5 maart
2009 is daarover een perspublicatie uitgedaan door Philadelphia.
Net als door het CSZ in diens eerste rapport werd geconstateerd is ook door BDO
aangegeven dat de uitvoering van het herstelplan snel ter hand moet worden
genomen. De deugdelijkheid en financiële onderbouwing van het herstelplan is
door BDO in orde bevonden.
Op mijn verzoek van 2 februari 2009 heeft het CSZ een tweede onderzoek naar
het bijgestelde herstelplan gedaan. Ik heb het CSZ gevraagd speciale aandacht te
schenken aan de governance en aan de continuïteit van zorg. Pagina 1 van 6
Ons kenmerk
DLZ/SFI-U-2926448
2. Het tweede rapport van het College sanering zorginstellingen
In grote lijnen houdt het herstelplan in dat enerzijds bedrijfsonderdelen en
activiteiten die niet rechtstreeks bijdragen aan zorgverlening aan mensen met een
beperking worden afgestoten.
Daarmee gaat de verkoop van bedrijfsonderdelen aan andere zorgaanbieders in
de diverse regio's gepaard. Ook zullen alle onroerende zaken die niet bijdragen
aan de kerntaak van Philadelphia worden afgestoten. Bij deze voorgenomen
transacties is het CSZ betrokken, verkoop zal tegen martkwaarde geschieden. Dat
de huidige economische omstandigheden niet florissant zijn om juist nu met dit
type zaken aan de slag te moeten zet de te behalen resultaten onder druk. Het is
belangrijk dat gedurende dit jaar door de organisatie nauwkeurig wordt
bijgehouden en wordt gerapporteerd over de voortgang op dit punt. Ten slotte
zullen ook wel voor de kerntaak bedoelde gebouwen van de hand worden gedaan.
De opbrengst daarvan is nodig om de liquiditeitspositie snel op een hoger niveau
te brengen. Dezelfde gebouwen worden vervolgens (terug) gehuurd om de
zorgverlening voort te zetten.
Anderzijds omvat dat plan een interne reorganisatie die er voor moet gaan zorgen
dat de medewerkers op de locaties meer verantwoordelijkheid en
beslissingsbevoegdheid krijgen, er minder managementlagen zijn en de hele
organisatie zich weer kan richten op de kerntaak: het kwalitatief hoogwaardige
zorg aan mensen met beperkingen verlenen.
2a. Governance
Uiteraard is in het vervolgonderzoek van het CSZ de governance en de
reorganisatie punt van speciale aandacht geweest. Het College stelt dat in formele
zin de governance adequaat geregeld is. Met andere woorden, zowel de
samenstelling van de beide bestuursorganen, hun werkwijze als hun onderlinge
werkrelatie voldoen aan de daaraan te stellen formele vereisten. Niettemin stelt
het CSZ dat de afstand van bestuur en toezichthouder tot de cliënten, de
medewerkers en de vertegenwoordigers van de cliënten zo groot is dat daardoor
de communicatie niet optimaal is. Het College sanering is daarnaast van mening
dat de Raad van Bestuur de medewerkers, de vertegenwoordigers en de
stakeholders op tijd en inhoudelijk betrekt bij het herstel van Philadelphia.
Dat niet iedereen in een zo grote organisatie en zelfs niet alle overleggremia zich
altijd en volledig betrokken voelt bij de te volgen procedure en zelfs niet de
noodzaak tot de voorhanden grootscheepse operatie onderkent, is begrijpelijk.
De medewerkers op de werkvloer ervaren een grote afstand tot het bestuur en de
raad van toezicht en in hun beleving is er altijd voldoende geld geweest om te
doen wat zij moesten doen.
In de Raad van Bestuur en binnenkort ook in de Raad van Commissarissen hebben
zich veranderingen voorgedaan. Met de komst van een nieuw bestuurslid,
mevrouw Prins, die speciaal belast is met de uitvoering van het herstelplan en het
verbeteren van de (interne) communicatie, is de verwachting dat er de feitelijke
en ervaren afstand tot het bestuur kan worden geslecht. De eerste signalen wijzen
in die richting. Ik kom hierop onder 3. nog terug.
Pagina 2 van 6
Er wordt op dit moment geworven voor een nieuwe voorzitter van de Raad van Ons kenmerk
Commissarissen. DLZ/SFI-U-2926448
De hoop is erop gevestigd om voor het einde van de maand bekend te maken dat
Philadelphia succesvol is geweest in het aantrekken van een nieuwe voorzitter. De
heer Brinkman zal dan met onmiddellijke ingang zijn functie neerleggen.
In het kader van het herstelplan is een raadpleging onder cliënten en
medewerkers gedaan naar de gewenste positie van Philadelphia. Breed is een
voorkeur uitgesproken voor een ontvlechting uit de Espria-organisatie en verder
gaan op zelfstandige basis met een eigen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht.
De huidige Raad van Bestuur is voornemens eind mei 2009 een besluit te nemen
dat ertoe strekt dat eind dit jaar de gewenste situatie wordt bereikt. Voorwaarde
daarvoor is dat de financiële situatie zich blijft ontwikkelen als gewenst en
neergelegd in het herstelplan. Het is de bedoeling om het nieuwe Philaldelphia een
goede beginssituatie te geven en er voor te zorgen dat de nieuwe organisatie met
een gezonde financiële situatie kan doorstarten.
2b. Continuïteit en kwaliteit van zorg
Er zijn bij de zorgverlening door Philadelphia veel zorgkantoren betrokken bij het
maken van productieafspraken. Zorgkantoren spelen ook een rol bij het in een
vroegtijdig stadium signaleren van problemen bij instellingen. De zorgkantoren
hebben op 29 januari 2009 overleg gevoerd met leden van de Raad van Bestuur
en locatiemanagers. Daarin zijn het herstelplan en de al langer voorgenomen
reorganisatie onderwerpen van gesprek geweest en zijn er afspraken gemaakt
voor het rapporteren van voortgang door de onderscheiden locaties aan het eigen
zorgkantoor. Op basis van dat overleg en zicht op de onderscheiden financiële
situaties van elk van de locaties is door de zorgkantoren gesteld dat de
continuïteit van de zorg, in de zin van de voortgezette zorgverlening door
Philadelphia aan haar cliënten, geen gevaar liep. Recente navraag levert een op
dat vlak constant beeld op.
Het CSZ stelt dat het voorzichtige vertrouwen gerechtvaardigd is dat het
herstelplan bijdraagt aan de continuïteit van zorg. Continuïteit van zorg moet ook
hier zo worden gelezen dat de organisatie Philadelphia in staat is haar cliënten de
geïndiceerde zorg te leveren en bovendien aan al haar betalingsverplichtingen te
voldoen. De ontwikkelingen gedurende dit jaar die voortvloeien uit de verdere
uitrol van het herstelplan zullen uiteindelijk aanleiding zijn om definitieve
conclusies te kunnen trekken. Het CSZ heeft geconcludeerd dat er een positieve
ontwikkeling is in het financiële resultaat.
Vooropgesteld dat de instelling de doelstellingen voor dit jaar op tijd weet te
realiseren kan het jaar 2009 met een positief resultaat worden afgesloten en zal
het eigen vermogen kunnen groeien tot ruim 16 mln. Een gezondere financiële
situatie ultimo 2009 vormt mede de basis van het buiten het concern Espria
brengen van Philadelphia. De Raad van Bestuur stelt zich op het standpunt dat
pas van een verzelfstandigd Philadelphia sprake kan zijn als de financiële situatie
die zelfstandigheid ondersteunt.
In een situatie van problemen van diverse aard zoals die zich bij Philadelphia
openbaarden vorig jaar kan de kwaliteit van zorg gemakkelijk in gevaar komen.
Pagina 3 van 6
Uiteraard heb ik de Inspectie voor de Gezondheidszorg gevraagd om onderzoek te Ons kenmerk
doen naar de feitelijke situatie op dat vlak binnen Philadelphia. DLZ/SFI-U-2926448
De IGZ heeft besloten om naast de geplande bezoeken in 2009 zeven extra
bezoeken af te leggen. Nog steeds is er verscherpt toezicht op één van de
locaties. De zeven af te leggen extra bezoeken betreffen locaties waar intern en
bij cliënten en Ondernemingsraad de grootste zorgen om zijn. Er zijn op dit
moment geen signalen dat er als gevolg van de uitvoering van het herstelplan
sprake is van kwaliteitsverlies.
In juli 2009 zijn de bezoeken afgerond en in september van dit jaar is het
inspectierapport gereed. De reguliere, eerder voorgenomen inspectiebezoeken op
grond van zowel Kwaliteitswet als de Wet BOPZ en in het kader van
Medicatieveiligheid gaan als gepland ook door.
3. De communicatie met cliënten, cliëntenraden, de werknemers, de bonden
en de ondernemingsraad en de participatieraad
Op 15 april jongstleden heb ik met alle betrokkenen bij Philadelphia gesproken.
Zowel met de cliëntenraden, de ondernemingsraad en de participatieraad
gezamenlijk als met de Raad van Bestuur.
Het in mijn ogen belangrijkste signaal dat ik van hen allen heb gekregen is dat zij
allen behoefte hebben aan rust. Rust en ruimte om met elkaar van Philadelphia
weer een organisatie te kunnen maken waar men trots op is.
Uit beide gesprekken heb ik ook de indruk overgehouden dat met de komst van
mevrouw Prins een nieuw tijdperk is ingeluid waarin gewerkt kan worden aan het
herstel van vertrouwen in bestuur en toezichthouder. Bovendien zal het
reorganisatieproces met voortvarendheid ter hand worden genomen. Op verzoek
van de Ondernemingsraad zal voor de implementatie van het herstelplan een
begeleidingscommissie worden ingesteld. In tegenstelling tot het herstelplan heeft
de Ondernemingsraad geen akkoord bereikt met de Raad van Bestuur over het
sociaal plan.
Inmiddels hebben alle medewerkers wier functie niet terug zal komen in het
gereorganiseerde Philadelphia een gesprek gehad waarin hen dat is meegedeeld.
Inmiddels heeft een tweede gesprek plaatsgevonden (of zal binnenkort
plaatsvinden) waarin met hen is gesproken over functievervulling elders in de
organisatie of buiten de organisatie als daar de voorkeur naar uit zou gaan of als
binnen de organisatie geen passende functie beschikbaar zou zijn. Volgens opgaaf
van de Raad van Bestuur gaat het om 80 personen die thans niet in de
rechtstreekse zorgverlening werken.
Bovendien is in beide overleggen het belang onderstreept van de reconstructie
van de organisatie Philadelphia.
Zowel de nieuwe regiostructuur die het mogelijk moet gaan maken dat er veel
rechtstreekser op de zorg wordt aangestuurd onder eigen verantwoordelijkheden
van de nieuwe managers, als de gewenste separatie van Philadelphia en Espria
worden positief tegemoet getreden.
Ten aanzien van het overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben
alle partijen aangegeven dat zij de geïntensiveerde aandacht in verband met de
uitvoering van het herstelplan en de mogelijke effecten daarvan op de kwaliteit
van zorg onderschrijven. Allen gaven zij aan blij te zijn met de tot nu toe
Pagina 4 van 6
gehoorde geluiden van de IGZ over de kwaliteit van de zorg in de directe Ons kenmerk
cliëntrelatie. DLZ/SFI-U-2926448
4. Juridische procedures in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
Een aantal personen en instanties heeft gevraagd om openbaarmaking van het
eerste rapport van het CSZ over de situatie bij Philadelphia. Zij hebben daartoe
een WOB-verzoek ingediend (Wet openbaarheid van bestuur). Deze wet kent een
procedure die er in voorziet dat zorgvuldig wordt omgegaan met gevoelige
gegevens. Zo is onderdeel van de procedure dat de betrokken instelling om een
zienswijze ten aanzien van de openbaarmaking wordt gevraagd.
Op 10 maart 2009 is het besluit tot gedeeltelijk geanonimiseerde openbaarmaking
van het rapport genomen. De geanonimiseerde passages betreffen de zgn.
bedrijfs- en fabricagegegevens. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld
om binnen twee weken na die datum een voorlopige voorziening bij de
bestuursrechter te vragen, voor zover zij overigens een bezwaarschrift indienen
bij de Minister van VWS. In dat geval wordt de openbaarmaking geschorst tot het
moment dat de voorzieningenrechter een uitspraak heeft gedaan.
Tegen het einde van die termijn van twee weken heeft Espria bij de rechtbank
Zutphen een voorlopige voorziening gevraagd en bezwaar aangetekend. De heer
Kralt, ex-bestuurder, heeft hetzelfde gedaan bij de rechtbank Den Haag. De
verzoeken om een voorlopige voorziening en het aantekenen van bezwaar
brengen mee dat, zo lang de casus onder de rechter is, het niet mogelijk is om het
rapport van het CSZ openbaar te maken.
Zoals ik in de beantwoording van de vragen van Kamerlid Leijten heb aangegeven
doe ik u hierbij ter kennisneming vertrouwelijk de vervolgrapportage van het CSZ
toekomen.
5. Ten slotte
Het voorgaande geeft een beeld van alle ontwikkelingen vanaf 21 januari tot nu
binnen en rondom Philadelphia. Ik heb de indruk dat de Raad van Bestuur en de
Raad van Commissarissen op de goede weg zijn om van Philadelphia weer een
instelling te maken waar iedereen trots op is: waar cliënten als vanouds goede
zorg van toegewijde medewerkers ontvangen, waar het goed werken is met
voldoende eigen bevoegdheden en daarbij behorende verantwoordelijkheden op
de diverse locaties en waar de sturing en het toezicht daarop volledig focust op
zorgverlening aan mensen met beperkingen en wat voor hen en hen alleen nodig
is op het vlak van zorg en huisvesting.
Alle betrokkenen zijn met heel veel inzet bezig om dit voor elkaar te krijgen om
vanaf 2010 met nieuw elan een doorstart te maken. En het zal zeker geen
eenvoudig jaar zijn, het zal medewerkers rechtstreeks raken, er zullen veel,
ingrijpende beslissingen genomen moeten worden.
Ik zal daarom het College sanering vragen om mij dit jaar tweemaandelijks op de
hoogte te houden van de voortgang van het proces binnen Philadelphia. Ik hoop
Pagina 5 van 6
voor alle betrokkenen dat er rust zal ontstaan om deze enorme operatie tot een Ons kenmerk
goed einde te brengen. DLZ/SFI-U-2926448
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Pagina 6 van 6
---- --