Kamervragen over sluiten zorgboerderij
21 april 2009 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over de sluiting van een
zorgboerderij als gevolg van de veranderingen in de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten. Zorgboeren moeten hiermee rekening houden.
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u, mede namens de staatssecretaris van VWS, de antwoorden op vragen
van de Kamerleden Snijder-Hazelhoff en Van Miltenburg (beiden VVD) aan de minister van
LNV en de staatssecretaris van VWS over een zorgboerderij die sluit vanwege een lagere
vergoeding voor dagbesteding.
1
Kent u het bericht "Zorgboerderij dicht vanwege lagere vergoeding"?
Ja.
2
Is het waar dat Zorgboerderij De Olden Gaorden in Winterswijk op 1 oktober zal sluiten als
gevolg van bezuinigingen bij de overheid?
Ja, de zorgboerderij, één van de twee activiteitencentra verbonden aan de Siza Dorp
Groep, gaat inderdaad sluiten.
3
Is het waar dat de gemeenten vanaf nu de vergoeding voor de dagbesteding die zorgboerderijen
bieden zelf moeten betalen?
Per 1 januari 2009 is de vergoeding voor begeleiding in de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten (AWBZ) uitsluitend gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en
bestemd voor mensen met matige of ernstige beperkingen. Dit betekent in de praktijk dat
er strenger geïndiceerd zal worden. Het schrappen van begeleiding voor mensen met
lichte beperkingen betekent niet dat er overheveling plaatsvindt naar het gemeentelijk
domein. Mensen met lichte beperkingen dienen in de eerste plaats zelf te voorzien in hun
begeleidingsbehoefte. In voorkomende gevallen kan het zijn dat zij een beroep doen op
andere voorzieningen. In het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
heeft de gemeente een taak op het gebied van maatschappelijke participatie.
Voor cliënten met de grondslag psychosociaal is er overigens wel sprake van een
overheveling van verantwoordelijkheden (inclusief middelen) naar gemeenten.
Gemeenten hebben onder andere een plicht om voorzieningen te treffen ter compensatie
van de beperkingen die hun burgers ondervinden in de maatschappelijke participatie, met
als doel medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.
De gemeente heeft daarbij veel mogelijkheden om collectieve welzijnsarrangementen te
creëren en rekening te houden met de eigen mogelijkheden van mensen en hun
omgeving. Het kan dus zijn dat een gemeente besluit om hiervoor een zorgboerderij te
contracteren.
4
Onder welke regeling vallen de bedoelde zorgboerderijen bij gemeenten?
Deze vallen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), voorzover deze een
functie hebben in de bevordering van maatschappelijke participatie.
5
Hoeveel mensen ontvingen via De Olden Goarden zorg?
Per dagdeel kan deze zorgboerderij maximaal 12 deelnemers ontvangen (bron:
www.zorgboeren.nl). Het aantal deelnemers per week/maand/jaar kan daarvan een
veelvoud zijn, afhankelijk van de verblijfsduur. Het Agrarisch Dagblad rept over
27 cliënten. Onduidelijk is over welk tijdsbestek daarbij wordt gesproken.
6
Wat is de aard van het probleem van de klanten van De Olden Goarden?
Het gaat om mensen met een lichamelijke beperking of niet aangeboren hersenletsel
(bron: www.sizadorpgroep.nl).
7
Is het u bekend dat er meer zorgboerderijen om dezelfde reden als De Olden Gaorden hun
deuren zullen sluiten? Zo ja, om hoeveel boerderijen gaat het? Zo nee, bent u bereid dit uit
te zoeken en de Kamer hierover nader te informeren?
Voorzover mij bekend gaat het hier om een incidenteel geval. Wel maken veel zorgboeren
zich zorgen over de ontwikkelingen in de AWBZ. Ik en mijn collega van VWS houden in
deze echter de vinger aan de pols.
8
Kunt u uiteenzetten of het op dit moment voor boeren een verstandige beslissing is om
hun bedrijf te veranderen in een zorgboerderij?
Zoals ook in een brancheverkenning van de Rabobank ("En de boer...hij zorgde voort”,
Rabobank, 2008) uiteen is gezet, zijn de toekomstperspectieven voor de zorglandbouw in
het algemeen positief. Wel is de zorgwereld danig in beweging.
De zorgboer zal zich meer dan in het verleden moeten oriënteren op die veranderingen.
Denk aan de toenemende rol van de gemeenten in het kader van de Wmo en ontwikkelingen
in de AWBZ, bijvoorbeeld rondom dagbesteding. Financiering vanuit de AWBZ blijft
mogelijk als de zorgboer bereid is om juist de zwaardere gevallen op te vangen. Daarbij
kan het ook om dag- èn nachtopvang gaan. Dit vereist echter een andere kwaliteit van de
accommodatie, van de begeleiding en meer samenwerking met zorginstellingen. Richt de
zorgboer zich op de lichtere gevallen, met de nadruk op versterking van de maatschappelijke
participatie, dan zal hij of zij een goede ingang bij de gemeenten (en de Wmoloketten)
moeten vinden. Maar het is bovenal cruciaal dat de zorgboer zich bij de cliënt
weet te profileren, nu die meer keuzevrijheid heeft dankzij onder andere de invoering van
het persoonsgebonden budget en de invoering van het zorgplan.
9
Kunnen bestaande zorgboerderijen erop vertrouwen dat zij de komende 5 jaar nog
voldoende bekostigd worden?
Voor een deel hangt dit samen met de vraag of de zorgboeren en -boerinnen zich zodanig
weten te organiseren dat zij een sterke partij vormen en weten in te spelen op de veranderingen
in de 'zorgmarkt'. LNV en VWS blijven bereid, ondanks de beëindiging van de financiële
steun voor het Landelijk Steunpunt Landbouw en Zorg, om de verdere ontwikkeling
van de zorglandbouw te faciliteren, zij het in samenwerking met andere maatschappelijke
organisaties, banken en verzekeringsmaatschappijen. Ook de Taskforce Multifunctionele
Landbouw heeft daarin een taak. Voor LNV en VWS ligt bij de ondersteuning de nadruk de
inzet van het kennisinstrumentarium.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit