Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Aan de voorzitter van der Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl
Contactpersoon
Onze referentie
119245
Datum 20 april 2009
Betreft Moties die zijn ingediend tijdens het plenair debat Wajong dd 16 april
jl.
Tijdens het plenair debat over het wetsvoorstel Wajong op 16 april jl. zijn twee
moties ingediend die betrekking hadden op het terrein van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en wel op het dossier Passend onderwijs en gehandicaptenbeleid.
Conform de toezegging van Minister Donner, ontvangt u hierbij een reactie op de
moties.
Motie 37 Thuiszitters
Het lid Spekman (PvdA) verzoekt de regering per REC-school of cluster van REC-
scholen inzichtelijk te maken hoeveel kinderen zij naar huis sturen ofwel hoeveel
kinderen thuiszitten. De motie stelt voor één leerplichtambtenaar te koppelen aan
één of meerdere REC-scholen en maatregelen te nemen zodat die kinderen die nu
thuis zitten en waarvoor nog geen school gevonden is, vrijwel direct in een
dagbestedingsproject, dagopvang of dagbehandelingstraject terecht kunnen. De
kloof tussen thuis zitten en weer naar school wordt volgens de motie hierdoor niet
onnodig groot.
Ingrado heeft vorig jaar onder leerplichtambtenaren geïnventariseerd hoeveel
leerlingen op jaarbasis thuis komen te zitten. De resultaten van deze
inventarisatie zijn in november 2008 naar de Kamer gestuurd (kamerstukken
2008/2009, 31497, nr. 9). Het onderzoek van Ingrado heeft betrekking op alle
leerlingen die thuiszitten, en niet alleen de leerlingen uit het speciaal onderwijs.
De belangrijkste resultaten van dit onderzoek zijn:
· 90 gemeenten hebben deelgenomen aan de inventarisatie; 71 hebben
aangegeven thuiszitters te hebben. Gegevens over de 852 aangeleverde
thuiszitters zijn bij het onderzoek betrokken.
· Inschatting op basis van extrapolatie is dat er op jaarbasis 2000 tot 3100
nieuwe thuiszitters zijn. Uitgaande van 2500 nieuwe thuiszitters per jaar en
herplaatsing na 4 maanden, kan als vuistregel worden gehanteerd dat op elk
gegeven moment minimaal 800 leerlingen thuiszitten, met een piek rond de
kerst- en zomervakantie.
· 10% van de 852 thuiszitters hadden de basisschoolleeftijd, 90% was 13 jaar
of ouder (50% is 16 of 17 jaar). Er zijn tweemaal zoveel jongens als meisjes
onder de thuiszitters.
· Bij veel leerlingen die thuiszitten is sprake van gedragsproblematiek en
psychisch/psychiatrische problemen.
a
na 1 van 3
Pagi
Datum
Deze resultaten tonen naar mijn idee het belang aan van Passend onderwijs. In
het kader van dat traject wordt gewerkt aan de verbetering van zowel de kwaliteit Onze referentie
als de organisatie van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig 119245
hebben. De vorming van regionale netwerken zijn een belangrijk instrument om
wachtlijsten en thuiszitters tegen te gaan. In deze netwerken gaan scholen voor
regulier en speciaal onderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs regionaal
samenwerken. Naast de inrichting van één loket voor de indicatiestelling, krijgt
het netwerk de taak om voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te
bieden. Naast Passend onderwijs om tot een sluitend systeem te komen, hebben
steeds meer scholen een Zorg adviesteam (ZAT). In deze multidisciplinaire teams
worden leerlingen met problemen besproken om snel tot effectieve en afgestemde
hulp te komen. Leerplicht maakt ook deel uit van een ZAT. Het is dan ook van
belang dat leerlingen die thuis dreigen komen te zitten worden besproken in het
ZAT zodat kan worden voorkomen dat een leerling daadwerkelijk thuis komt te
zitten.
Uit het onderzoek van Ingrado komt ook naar voren dat weliswaar veel leerlingen
die thuiszitten gedrags- en of psychische problemen, maar dat deze jongeren lang
niet altijd een indicatie voor het (voortgezet) speciaal onderwijs hebben. Dit
betekent dat de jongeren niet bekend zijn bij het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Wanneer een leerplichtambtenaar wordt gekoppeld aan scholen voor (voortgezet)
speciaal onderwijs / regionaal expertisecentrum, zijn dus nog steeds niet alle
leerlingen in beeld.
Het (tijdig) melden door scholen van leerlingen die niet naar school komen is dan
ook van essentieel belang om te voorkomen dat leerlingen (langdurig) thuis
komen te zitten en de kloof om naar school te gaan steeds groter wordt.
Scholen moeten de in- en uitschrijvingen van leerlingen binnen 7 dagen melden
aan de woongemeente. Ook het verzuim van een leerling moet gemeld worden
aan de woongemeente als de leerling ten minste drie dagen verzuimt, of ten
minste 1/8 deel van het aantal les- of praktijktijd in vier opeenvolgende weken.
Met een beoogde wetswijziging in 2010/2011 (zie Tweede Kamer, 2008-2009,
26695, nr. 63) wordt de onderwijsinspectie geheel verantwoordelijk voor het
toezicht op scholen voor naleving van de meldtermijnen. Vanaf 1 augustus 2009
melden scholen hun verzuimgegevens bij één digitaal loket (beheerd door IB-
groep), dat vervolgens de juiste gemeente (RMC en Leerplicht) op de hoogte
stelt; dat scheelt scholen veel werk én levert betrouwbare en volledige gegevens
op voor gemeenten (leerplicht en RMC). Gemeenten kunnen daarmee verzuim
snel en gericht aanpakken.
Concluderend, ben ik van mening dat er reeds voldoende bestaand beleid
aanwezig is en nieuw beleid gepland is, om het probleem ten aanzien van
thuiszitters aan te pakken. Om die reden zou ik de motie willen ontraden.
Motie 40 Thuiszitters
De leden Van Hijum/Biskop (CDA) verzoeken de regering het financieel mogelijk
te maken dat jongeren met een handicap of chronische ziekte, die niet in staat
zijn regulier onderwijs te volgen, kunnen studeren aan de Open Universiteit
Financiële studieondersteuning, studiefinanciering, is uitsluitend beschikbaar voor
voltijds onderwijs, aangezien deze studenten geacht worden niet op andere wijze
(volledig) in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Er zijn bijzondere
Pagina 2 van 3
voorzieningen in het stelsel van studiefinanciering opgenomen voor mensen met Datum
een functiebeperking die daardoor ruimere mogelijkheden hebben zoals
verlenging van de prestatiebeurs, verlenging van de diplomatermijn, en omzetten
Onze referentie
van de prestatiebeurs in een gift. Verder zullen de in de motie genoemde 119245
veranderingen in de studiefinanciering ervoor zorgen dat studenten een langere
diplomatermijn hebben en dat ook bij het niet succesvol afronden van de
opleiding de prestatiebeurs in een gift kan worden omgezet. Het voltijds hoger
onderwijs is daarnaast verplicht om binnen de kaders van de Wet gelijke
behandeling op grond van handicap of chronische ziekte in noodzakelijke en
geschikte aanpassingen van het onderwijs in relatie tot een functiebeperking te
voorzien, hetgeen bv. ook temporisering kan inhouden. Ik zie dan ook geen
reden om de Open Universiteit (of ander deeltijdonderwijs) te beschouwen als
noodzakelijk vangnet voor mensen met een functiebeperking. Er zijn mij ook geen
gevallen bekend van mensen die daarop zouden zijn aangewezen. Een bijzondere
financiële regeling voor studenten met een functiebeperking die onderwijs aan de
Open Universiteit of in deeltijd volgen, acht ik dan ook overbodig en ongewenst.
dr. Ronald H.A. Plasterk
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Pagina 3 van 3