4. Kraamzorg in ontwikkeling
Kraamzorg in ontwikkeling
Kamerstuk, 17 april 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/EKZ-2924657
17 april 2009
Geachte voorzitter,
Op 17 april 2009 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(Inspectie) haar rapport `Kraamzorg in ontwikkeling; weinig risico's
in de kraamzorg, kwetsbaar in de keten' gepubliceerd. Bijgaand
ontvangt u dit rapport.
Zoals in het rapport staat aangegeven is er in 2001 een eerder
onderzoek geweest. Door de Inspectie wordt geconstateerd dat in vijf
jaar tijd een inhaalslag binnen de kraamzorg en dan met name de
kwaliteit van zorg is gemaakt. De Inspectie geeft wel het signaal dat
er nog enkele verbeteringen te realiseren zijn. Deze verbeteringen
bevinden zich met name op de samenwerking en communicatie binnen de
keten van verloskundige zorg en dienen door de aanbieders en
brancheorganisaties te worden opgepakt.
Zelf ziet de Inspectie een taak en/of rol voor haar weggelegd als het
gaat om:
* het monitoren van de aanbevelingen en de voortgang van de
uitwerking daarvan door het veld. Inspectie fungeert als aanjager;
* verder vormgeven gefaseerd toezicht op de kraamzorg om
verantwoorde zorg in de sector verder te borgen;
* voor het meten van de ontwikkelde prestatie-indicatoren kraamzorg
zullen instrumenten worden ontwikkeld;
* verder ontwikkeling indicatorenset met de betrokken zorgaanbieders
en brancheorganisaties;
* betrekken van de genoemde maatregelen in haar toekomstige
toezicht;
* het met de brancheorganisaties afspraken maken over welke
kwaliteitsverbeteringen in de kraamzorg in de periode 2009 - 2011
bereikt moeten worden;
* het bij partijen wijzen op de noodzaak van het melden van
calamiteiten.
Binnen de kraamzorg is een groot aantal Zelfstandigen Zonder Personeel
(ZZP) werkzaam. Door de Inspectie is geconstateerd dat hun
deskundigheid tijdens het onderzoek niet in beeld was. De Inspectie
adviseert in dit kader VWS om met partijen de positie van de ZZP-er in
de kraamzorg - daar waar het de kwaliteit en deskundigheid van de
ZZP-er geleverde zorg betreft - nader te onderzoeken. Ik kan u melden
dat eind februari jl. VWS aan partijen heeft gevraagd te komen met een
gezamenlijke situatiebeschrijving.
Ik verwacht deze gezamenlijke notitie in april 2009. Op basis van die
situatiebeschrijving ga ik met partijen in overleg over de mogelijke
oplossingen die zij kunnen nastreven. Ik heb reeds het initiatief
genomen om een gesprek met partijen te organiseren.
Wat betreft hetgeen over medicatieveiligheid in het rapport wordt
gesteld, het volgende. Kraamverzorgenden mogen alleen na overleg met
de verloskundige adviezen geven over Algemene Verkoopgeneesmiddelen.
Echter, uit het onderzoek blijkt dat er hierover verschillende
opvattingen bestaan tussen de directies van kraamzorgaanbieders,
kraamverzorgenden en de verloskundigen. Ik zal de betrokken partijen
nogmaals op het belang van goede en veilige medicatie wijzen.
De door mij ingestelde externe Stuurgroep zwangerschap en geboorte
brengt voor 1 januari 2010 een advies aan mij uit over het
optimaliseren van de keten van zwangerschap en geboorte. De kraamzorg
maakt integraal deel uit van die keten, daarom zal ik dit
inspectierapport ook doorspelen aan deze Stuurgroep. Zowel ActiZ als
BTN maken deel uit van de Stuurgroep en zijn dus nauw betrokken bij
het opstellen van het advies.
Een belangrijk thema voor de Stuurgroep zwangerschap en geboorte is de
samenwerking en onderlinge communicatie van alle partners in de keten
van zwangerschap en geboorte, waaronder de kraamzorg. Voor het
optimaliseren van die samenwerking zullen concrete maatregelen worden
voorgesteld. Het onderwerp vroegsignalering staat eveneens geagendeerd
(zie paragraaf 2.2 van het werkplan van de Stuurgroep, TK 29 323, nr.
62). Tenslotte wordt binnen de door de Stuurgroep ingestelde taakgroep
voor verloskundige zorg in achterstandssituaties ruim aandacht besteed
aan de verloskundige zorg voor niet-Nederlandse gezinnen. Het aspect
kraamzorg komt daarbij ook aan de orde.
Met deze pro-actieve aanpak van de Inspectie krijgen de partijen in
het veld een goede ondersteuning om verantwoorde kraamzorg verder te
borgen. Ik onderschrijf deze aanpak dan ook van harte.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport