De Nederlandse Bank
Speech president Wellink 'De kredietcrisis en financiële geletterdheid'
Speech
Datum 21 april 2009
Tijd 10:30 uur
Lokatie Jaarcongres HBO-raad
Spreker Dr. A.H.E.M. Wellink, president van de Nederlandsche Bank
Inleiding
Meer dan de helft van de volwassenen in Pakistan is niet in staat een
simpele zin over hun alledaagse leven met begrip te lezen en te
schrijven. In een aantal, vooral West-Afrikaanse, landen ligt het
percentage ongeletterden nog hoger. U kunt zich voorstellen dat het
dagelijkse leven van de betrokkenen hierdoor enorm wordt bemoeilijkt.
Bovendien belemmert het de macro-economische ontwikkeling. In de meer
ontwikkelde landen is ongeletterdheid op deze schaal gelukkig een
spook uit het verleden. Financiële geletterdheid daarentegen schiet
ook hier tekort. Basale financiële kennis die nodig is om verantwoorde
financiële beslissingen te kunnen nemen is dikwijls onvoldoende. Denk
bijvoorbeeld aan het kunnen omgaan met begrippen als rente of
inflatie. Natuurlijk hoeft niet iedereen financieel expert te worden.
Sommige keuzes zijn erg complex. Het gaat er bovenal om dat mensen
behoedzaam zijn, zich goed laten voorlichten en de risico's rond
beslissingen zo volledig mogelijk in beeld proberen te krijgen.
Dit is ook macro-economisch relevant. Een belangrijke aanleiding van
het ontstaan van de huidige crisis was dat Amerikaanse huishoudens,
vaak met beperkte kredietwaardigheid, risicovolle hypotheekleningen
zijn aangegaan. De problemen die op deze sub-prime hypotheekmarkt
ontstonden ontwikkelden zich tot een wereldwijde financiële en
economische crisis. De crisis heeft belangrijke uitdagingen aan het
licht gebracht. Ik ga hierop in, en in het bijzonder op het belang van
financiële geletterdheid.
Innovatie en toezicht
Er heeft de laatste jaren een innovatiegolf in de financiële sector
plaatsgevonden. Nieuwe complexe producten werden in sneltreinvaart
ontwikkeld. Ze maakten het onder andere mogelijk dat
leningportefeuilles makkelijker konden worden doorverkocht. Dit soort
innovaties speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de crisis.
De snelheid van innovatie lag namelijk zo hoog dat we achteraf kunnen
stellen dat toezichthouders, regelgevers en risicomanagers van banken
het onvoldoende hebben kunnen bijbenen. Hierdoor kon een geïsoleerd
probleem op de subprime markt in de VS uitgroeien tot een wereldwijde
crisis.
De crisis heeft duidelijk gemaakt dat wet- en regelgeving en toezicht
zullen moeten worden aangescherpt. Hierbij moeten we echter niet uit
het oog verliezen dat innovatie een noodzakelijke voorwaarde blijft
voor vooruitgang. Het gaat om het vinden van de juiste balans. De
nieuwe financiële producten die aan de wieg van de crisis stonden
boden ook voordelen. Als leningen beter verhandelbaar worden kan het
risico worden overgenomen door degene die dat het beste kan - en wil -
dragen. We moeten het kind niet met het badwater weggooien.
Vertrouwen
Door de financiële innovatie is het inzicht in de precieze plaats waar
risico's uiteindelijk neerslaan verminderd. Toen er verliezen
ontstonden creëerde dit een aanhoudende twijfel over de kwaliteit van
de kredietportefeuilles en verborgen verplichtingen van banken.
Hierdoor erodeerde het vertrouwen in de financiële wereld razendsnel.
Het scenario dat zich heeft voltrokken, met een volledige opdroging
van de liquiditeit en simultaan inzakken van vrijwel alle financiële
markten, was enkele jaren geleden moeilijk voor te stellen.
Ook de reële economie wordt geraakt door het verlies van vertrouwen.
Consumenten worden door het onheilspellende nieuws terughoudender met
aankopen. Bedrijven investeren minder. De verslechterde vooruitzichten
voor bedrijven versterken op hun beurt weer de problemen bij banken.
Doordat de economieën wereldwijd steeds verder vervlochten zijn
geraakt, spelen deze versterkende mechanismen wereldwijd. Een
plotselinge vraaguitval bereikte razendsnel alle uithoeken van de
wereldeconomie. Van de toeleverancier van de Duitse auto-industrie in
Oost-Europa tot de Aziatische producenten van consumentengoederen.
Bij het overwinnen van de crisis zal vertrouwensherstel een hoofdrol
spelen. Veel maatregelen die de autoriteiten hebben genomen dragen
hieraan bij. Zo werden door overheden wereldwijd honderden miljarden
geïnjecteerd in financiële instellingen en werden garantiefondsen in
het leven geroepen om de stabiliteit van het financiële stelsel te
waarborgen. Centrale banken verlaagden de rentetarieven fors en gaven
liquiditeitssteun.
Het belang van financiële geletterdheid
De crisis heeft ook laten zien dat huishoudens kwetsbaar zijn en soms
in producten stappen waarvan ze de risico's niet goed overzien. Dit
heeft in het bijzonder een rol gespeeld op de Amerikaanse subprime
markt. Hier kocht een groep huizenkopers met beperkte
kredietwaardigheid riskante hypotheekproducten. Deze hypotheken hadden
de eerste paar jaar vaak een lage en vaste rente. Hierna was de rente
variabel, wat in de praktijk een fikse stijging van de maandlasten
betekende. Dit bracht veel subprime-huizenbezitters in de problemen.
Het aantal subprime hypotheken waarbij de rente over de looptijd kon
variëren vormde eind 2007 slechts 7% van het totaal. Toch was dit
segment verantwoordelijk voor 40% van de executieverkopen.
Financiers en tussenpersonen hebben in de praktijk niet altijd voldaan
aan de eisen die de zorgplicht hen stelt. Dit roept dan ook vragen op
rondom de integriteit van hun handelen. De zorgplicht dwingt ertoe dat
risico's van financiële producten zo inzichtelijk mogelijk worden
gemaakt. Dit is geen sinecure. Uit een Nederlands onderzoek uit 2006
bleek bijvoorbeeld dat iemand 41 documenten van in totaal 398 pagina's
zou moeten lezen om volledig kennis te kunnen nemen van alle
voorwaarden van een beleggingshypotheek. Maar inzichtelijk maken is
toch iets anders dan iemand met eindeloze hoeveelheden bladzijden
confronteren.
Dit alles neemt niet weg dat huishoudens ook zelf verantwoordelijkheid
dragen voor hun financiële keuzes. En de financiële kennis en kunde
van huishoudens schiet vaak ernstig tekort, zo blijkt uit onderzoek.
Dit geldt zowel voor ontwikkelingslanden als voor ontwikkelde landen.
Vooral in de VS is hiernaar veel onderzoek gedaan, en deze conclusie
komt consistent naar voren. Uit DNB-onderzoek onder 1500 Nederlandse
huishoudens is gebleken dat ook een belangrijk deel van de Nederlandse
bevolking niet in voldoende mate beschikt over basale kennis op
gebieden als rente, inflatie en beleggingen. Kennis die voor het maken
van weloverwogen financiële keuzes van groot belang is.
Een voorbeeld van een vraag die we stelden om kennis over rente en
inflatie te meten was: veronderstel dat de rente op uw spaarrekening
1% per jaar is en de inflatie is gelijk aan 2% per jaar. Zou u dan na
1 jaar meer, precies hetzelfde of minder kunnen kopen dan vandaag met
het geld op de rekening? Een andere vraag was: veronderstel dat u EUR
100 op een spaarrekening hebt en de rente is 20% per jaar en u neemt
nooit geld of rente op. Hoeveel zou u dan na vijf jaar op de
spaarrekening hebben: meer dan EUR 200, precies EUR 200 of minder dan
EUR 200? Op de vijf vragen die we op dit terrein stelden bleek slechts
40% op alle vragen het juiste antwoord te geven. Op de vragen over
beleggingen gaf nog geen 20% van de ondervraagden op meer dan zes van
de acht vragen het juiste antwoord. Zo gaf bijvoorbeeld slechts 60%
van de respondenten het goede antwoord op de vraag of de stelling
'Aandelen zijn normaal gesproken risicovoller dan obligaties' waar is.
Een gebrek aan financiële geletterdheid bij huishoudens is door
deregulering en financiële innovatie een groter probleem geworden.
Niet alleen is het aantal producten waaruit gekozen kan worden sterk
toegenomen. Wie naar een vergelijkingssite op internet gaat om een
hypotheek te zoeken kan op de eerste pagina al kiezen uit meer dan 8
hypotheekvormen, variërend van een aflossingsvrije tot
levens-beleggingshypotheek. Maar ook zijn huishoudens zich steeds meer
als vermogensbeheerder gaan gedragen. In Nederland is het laatste
decennium zowel de schuld als het vermogen van huishoudens sterk
toegenomen ten opzichte van hun inkomen. Was de totale hypotheekschuld
in 1997 gelijk aan het totale Nederlandse gezinsinkomen, eind 2008 lag
deze twee keer zo hoog. Daartegenover nam het totale vermogen toe van
vier tot zesenhalf keer het inkomen. Hierbij is het pensioenvermogen
niet meegerekend. De toename komt vooral door de gestegen vermogens
van huishoudens in hun eigen woning. Met deze toegenomen schulden en
vermogens zijn de financiële risico's die huishoudens lopen groter
geworden. Het belang van het maken van de juiste financiële
beslissingen is daardoor toegenomen.
Het beschikken over voldoende financiële kennis en vaardigheden is
natuurlijk in eerste instantie van belang voor huishoudens zelf.
Onderzoek wijst op een sterke samenhang tussen financiële
geletterdheid en de omvang van hun vermogen. Meer financiële kennis
gaat daarbij samen met een grotere participatie op de aandelenmarkt en
een betere planning van het pensioen. Bovendien hebben de problemen op
de sub-prime markt in de Verenigde Staten duidelijk gemaakt dat
financiële geletterdheid ook macro-economische relevantie heeft.
Wanneer huishoudens onverantwoorde financiële risico's nemen die
vervolgens tegelijkertijd tot wanbetalingen leiden, zorgt dat voor een
forse schok voor het financiële systeem.
Beleid
Financiële voorlichting en training van het publiek staan wereldwijd
hoog op de agenda. Ook in Nederland wordt hier werk van gemaakt. Zo
neemt DNB deel aan CentIQ. Dit platform is opgezet door het ministerie
van Financiën in samenwerking met andere overheden en partijen uit de
financiële sector, voorlichtings- en consumentenorganisaties en de
wetenschap. CentIQ heeft vorig jaar onderzoek gedaan onder middelbare
scholieren. De resultaten liegen er niet om. Eenderde van de jongeren
vertoont risicovol financieel gedrag; ze hebben schulden en spelen om
geld. Tweederde van de jongeren vindt het moeilijk om met geld om te
gaan. Ruim de helft van alle jongeren is van mening dat hun ouders hun
de waarde van geld niet goed heeft bijgebracht.
'Jong geleerd is oud gedaan'. Het verbeteren van financiële
geletterdheid begint natuurlijk bij de opvoeding. Maar ook het
onderwijs speelt hierbij een hoofdrol. DNB draagt haar steentje bij.
In ons bezoekerscentrum kunnen scholieren en studenten kennis maken
met de wereld van geld, goud en economie. We ontvangen hier jaarlijks
10 tot 15 duizend bezoekers. Op dit moment is daar ook de interactieve
tentoonstelling 'Geld en je leven!' te bewonderen. Speciaal voor
leerlingen tussen de 12 en de 16 jaar. Daarnaast geven we lesbrieven
uit voor middelbare scholen. Vooral de lesbrief over de kredietcrisis
bleek enorm populair. Hiervan werden er maar liefst 13.000 besteld.
In eerste instantie lijkt het middelbaar onderwijs de aangewezen plek
voor het verbeteren van financiële educatie. Het speelt echter op alle
niveau's. DNB ondersteunt bijvoorbeeld Aflatoun, een organisatie die
zich speciaal richt op het verbeteren van financiële vaardigheden van
kinderen vanaf zes jaar. In ontwikkelingslanden, maar ook in
Nederland. Maar ook het Hoger Onderwijs heeft hier een rol. Via de
lerarenopleidingen, maar ook door topopleidingen te bieden die
professionals opleiden voor de financiële sector.
Tot slot
Dames en heren, u bent hier vandaag bij elkaar om van gedachten te
wisselen over 'vormgeven aan vernieuwing' in het HBO. De snelheid
waarmee veranderingen in de economie en de maatschappij zich
voltrekken maakt dit thema zeer uitdagend. Ik wens u hierbij vandaag
veel succes toe.
---
Lees voor