Kamerbrief inzake deelname aan de Durban Review conferentie van 20 tot 24
april in Genève
21-04-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Nederland neemt niet deel aan de VN-conferentie tegen racisme van 20
tot 24 april in Genève. Dit besluit heb ik op 18 april genomen, na
overleg met Europese collega's en andere belangrijke partners. Naast
de VS, Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Israël zullen ook
EU-lidstaten Duitsland, Italië en Polen niet deelnemen.
Nederland heeft zich gedurende het voorbereidingsproces ferm doch
constructief opgesteld. De Nederlandse inzet was erop gericht om tot
een acceptabele slotverklaring en een de-politiserende conferentie te
komen. Dankzij deze inzet is de tekst van de slotverklaring op vele
punten verbeterd, echter de huidige tekst voldoet niet aan de door
Nederland gestelde eisen. Indien de slotverklaring tijdens de
conferentie alsnog wordt verbeterd, zal Nederland opnieuw deelname
overwegen.
Nederland acht de strijd tegen discriminatie - wegens ras, godsdienst,
levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, seksuele geaardheid
of op welke grond dan ook - van het grootste belang. Voor mij is het
onacceptabel dat een aantal landen deze conferentie misbruikt om
religie boven mensenrechten te stellen, de vrijheid van meningsuiting
onnodig in te perken, discriminatie op grond van seksuele geaardheid
te negeren, en impliciet Israël als enige land in de beklaagdenbank te
zetten. Zolang de huidige slotverklaring de Durban Verklaring uit 2001
(waarin Israël wordt genoemd) herbevestigt, kan ik niet met de tekst
akkoord gaan. De herbevestiging van de Durban Declaration and Plan of
Action (artikel 1 van de concept-verklaring), maar ook andere
concept-artikelen stuiten bij mij in het licht van het voorgaande op
onoverkomelijke bezwaren.
Daarnaast had ik, gezien de discussies over het slotdocument eind
vorige week in het voorbereidende comite, de verwachting dat de
conferentie sterk gepolitiseerd zou zijn, waardoor deze niet zou
bijdragen aan de daadwerkelijke bestrijding van racisme en
discriminatie. De toespraak van President Ahmadinejad bewijst dat deze
vrees gegrond was; hij zei onder meer dat joodse immigranten een
wreed, onderdrukkend en racistisch regime gevestigd zouden hebben in
bezet Palestina. De EU-Lidstaten verlieten daarop weliswaar de zaal,
maar ik wenste überhaupt geen platform te geven voor dat optreden. De
toespraak van de Iraanse president is voor Tsjechië aanleiding geweest
om Nederland en andere landen te volgen en eveneens uit het
Durbanproces te stappen.
Bestrijding van racisme en elke andere vorm van discriminatie blijft
nationaal en internationaal een speerpunt van het regeringsbeleid. Zo
heeft Nederland in 2003 in samenspraak met het maatschappelijk
middenveld een Nationaal Actieplan tegen racisme opgesteld, als gevolg
van de Durban Conferentie uit 2001. De regering werkt nu aan een nieuw
plan tegen racisme ter uitvoering van de Integratienota 2007-2011. Ook
binnen internationale organisaties zal Nederland zich blijven inzetten
voor de wereldwijde bescherming van de positie van etnische,
religieuze en andere minderheden, en zal Nederland zich blijven
verzetten tegen discriminatie op welke grond dan ook.
Ik zal U na afloop van de conferentie nader informeren over de
uitkomsten daarvan, inclusief de uiteindelijke slotverklaring.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken