ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman aan het Nota-overleg afvalbeheerplan
Bijdrage Esmé Wiegman aan het Nota-overleg afvalbeheerplan
maandag 20 april 2009 10:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik
dank de minister voor haar antwoorden en toezeggingen, met name voor
de toezegging om in de vergroeningsbrief terug te komen op het
opruimen van de oude stortplaatsten.
Voorzitter, u houdt de tijd streng doch rechtvaardig in de
gaten. Daarom zal ik direct overgaan tot het voorlezen van mijn
moties. Ik hoop dat ik daarna nog de tijd heb om één opmerking te
maken.
*M
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 de
minimumstandaard voor het be- en verwerken van gescheiden ingezameld
textiel nuttige toepassing in de vorm van materiaalhergebruik is;
overwegende dat textiel door goededoelenorganisaties zoals het Leger
des Heils wordt ingezameld met het oog op producthergebruik;
overwegende dat de meeste gemeenten aanbestedingen doen voor de
inzameling van textiel en een inzamelvergoeding vragen;
overwegende dat goede doelen hierbij moeten concurreren met
afvalverwerkers die het textiel inzamelen als bijstroom en
voornamelijk kiezen voor het minder duurzame materiaalhergebruik;
verzoekt de regering, de minimumstandaard voor textiel te wijzigen van
materiaalhergebruik in producthergebruik waarbij materiaalhergebruik
een optie blijft indien producthergebruik niet meer mogelijk is;
verzoekt de regering tevens, in overleg met de gemeenten te komen tot
een afschaffing van de inzamelvergoeding voor kleding voor goede
doelen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van
Meppelen Scheppink, Boelhouwer, Vendrik, Poppe, Neppérus en Vietsch.
Zij krijgt nr. 35 (30872).
**
*M
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het toepassen van restwarmte uit
afvalverbrandingsinstallaties (AVI's)wordt gestimuleerd;
constaterende dat er een overcapaciteit aan AVI's dreigt te ontstaan;
overwegende dat AVI's een lange afschrijvingstermijn hebben en
daardoor de afvalverwerkingsmarkt voor tientallen jaren kunnen
beïnvloeden;
overwegende dat de prijs om afval in AVI's te verwijderen zal dalen en
dat AVI's voor energieleveringen extra gesubsidieerd gaan worden;
overwegende dat recycling tot circa drie maal meer CO2 bespaart dan
verbranden;
verzoekt de regering, te voorkomen dat recycling door subsidies op de
toepassing van restwarmte van AVI's te duur wordt en bij de benutting
van restwarmte ook te sturen op CO2 -reductie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van
Meppelen Scheppink, Boelhouwer, Vendrik, Poppe en Neppérus.
Zij krijgt nr. 36 (30872).
**
Mevrouw Vietsch (CDA): In deze motie staat enerzijds dat de termijn
voor de afschrijving te lang is. Als wij die termijn korter willen
maken, gaat de prijs omhoog. Anderzijds staat in de motie dat de prijs
van afval zal dalen, waardoor dat goed is. Verwacht mevrouw Wiegman
niet dat de afschrijftermijn verkort zal worden, waardoor de prijs
hoger wordt en er minder problemen zullen optreden?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik hoop dat dat
waar is. Het verzoek en het sturen op CO2 -reductie lijken mij de
belangrijkste aanvullingen in deze motie.
*M
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat als gevolg van de Europese kaderrichtlijn
Afvalstoffen (KRA) het begrip nuttige toepassing zal worden verbreed,
zodat conform de Europese energie-efficiencyenorm van 0,6, verbranden
met 30% elektriciteitsopwekking in een AVI reeds nuttige toepassing is
en dus circa 70% van de energie verloren gaat voor zover de restwarmte
niet nuttig wordt
toegepast;
constaterende dat alle in het LAP2 gestelde doelstellingen worden
uitgedrukt in percentages nuttige toepassing, zoals de algehele
doelstelling van 85% nuttige toepassing voor de jaren 2015 en 2021;
overwegende dat al aan deze doelstellingen kan worden voldaan als elke
afvalstroom voor genoemd percentage wordt toegepast met een
hoofdgebruik brandstof en dat hiermee de voorkeursvolgorde van de
Ladder van Lansink uit de Wet milieubeheer vervaagt;
overwegende dat door de verbreding van het begrip nuttige toepassing
de algehele doelstelling van 2% meer nuttige toepassing in de komende
12 jaar laag is;
verzoekt de regering:
- doelstellingen in het LAP2 naar de afvalhiërarchie en analogie van
de KRA op te delen naar:
- preventie/voorbereiding voor hergebruik/recycling;
- andere nuttige toepassingen (bijvoorbeeld
energieterugwinning);
- verwijdering;
- verbranden van recyclebare afvalstoffen te ontmoedigen en recycling
te stimuleren, en hiervoor een maatschappelijke kosten-batenanalyse
uit te voeren en deze binnen een jaar naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van
Meppelen Scheppink en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt de indiening
ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 37 (30872).
**
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Mijn volgende
motie heeft betrekking op de drankkartons.
*M
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voor drankkartons een verpakkingsbelasting wordt
geheven en gemeenten een inspanningsverplichting hebben voor
gescheiden inzameling;
constaterende dat drankkartons in het concept Landelijk
afvalbeheerplan 2009-2021 niet worden geaccepteerd als
verpakkingsafval, maar worden ingedeeld als restafval;
overwegende dat drankkartons goed gescheiden kunnen worden van plastic
afval en gerecycled;
verzoekt de regering,
- drankkartons in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 als
afzonderlijke categorie verpakkingsafval te benoemen, zodat daarmee de
weg vrijkomt voor een afzonderlijke vergoedingsregeling voor deze
verpakkingsafvalcomponent voor elke gemeente;
- in overleg te gaan met gemeenten die hebben gekozen voor
voorscheiding van kunststofverpakkingsafval om te bezien of landelijk
de drankkartons kunnen worden ingezameld via dit systeem en bij
overeenstemming de landelijke reclamecampagne hierop aan te passen;
- een scheidingsplicht voor drankkartons te onderzoeken;
- drankverpakkingen als prioritaire stroom voor de ketenaanpak op te
nemen in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van
Meppelen Scheppink, Samsom en Poppe. Naar mij blijkt, wordt de
indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 38 (30872).
**
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Mijn laatste
motie komt inderdaad enigszins overeen met de door collega Poppe
ingediende motie. Wij kunnen nog bekijken in hoeverre een en ander met
elkaar in overeenstemming gebracht kan worden.
*M
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de huidige vormen van
producentenverantwoordelijkheid onderling verschillen in de verdeling
van financiële en organisatorische verantwoordelijkheden tussen
producenten en gemeenten;
overwegende dat het gebruik van de gemeentelijke afvalinfrastructuur
door het bedrijfsleven voortdurend leidt tot conflicten tussen
gemeenten en het bedrijfsleven over de voorwaarden en condities
waaronder dit mogelijk is;
verzoekt de regering om in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 op
te nemen dat:
het uitgangspunt van producentenverantwoordelijkheid is dat
producenten volledig verantwoordelijk zijn voor de organisatie en de
financiering van het afvalbeheer van hun producten vanaf het moment
dat deze worden afgedankt en dat het gebruik van publiek bekostigde
infrastructuur voor de inzameling van afgedankte producten onder het
regime van producentenverantwoordelijkheid alleen mogelijk is in
overleg met gemeenten en tegen vergoeding van de integrale kostprijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van
Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan
voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 39 (30872).
**
De heer Poppe (SP): Ik heb een vraag in verband met het eventueel in
elkaar schuiven van onze beide moties. Mevrouw Wiegman spreekt in haar
motie over het afdanken van het product. Dan ligt het nog bij de
producent. De consument houdt echter ook over. Consumenten produceren
geen afval, maar zij houden het over. Wordt eronder verstaan dat de
verpakkingsrestanten ook voor de producent van het
verpakkingsmateriaal gelden?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ja, maar ik ben
in ieder geval ook benieuwd naar de reactie van de minister op deze
motie. Aan de hand daarvan kunnen wij bekijken of wij dit nog wat
kunnen verduidelijken.
Voorzitter, ik hoop dat u mij toestaat om nog een
opmerking te maken over de afvalverbrandingsinstallaties. Daarover heb
ik ook een vraag. Hoe wil de minister de controles bij bedrijven
aanpakken die twee of meer activiteiten hebben, bijvoorbeeld storten,
verbranden, recyclen en exporteren? De ChristenUnie maakt zich zorgen
over de handhaving, al moet die te regelen zijn, gezien het beperkte
aantal bedrijven; dat kan ik wel zeggen. De minister wil naar een
evenwicht tussen de AVI-capaciteit en verbrandbaar afval in 2012. De
minister stelt ook dat de beschikbare capaciteit lager is dan de
vergunde capaciteit. Opvallend is echter dat volgens de markt meestal
juist meer wordt verbrand dan de capaciteit aangeeft. Er lijkt een
verschil te zijn tussen beschikbare tijd en beschikbaar volume. Ik
verwijs daarvoor ook naar het rapport van KEMA uit 2007. Op dit punt
zou ik graag nog een reactie krijgen van de minister.
Mevrouw Vietsch (CDA): Hoe denkt mevrouw Wiegman over het afval in
zee, in het bijzonder het afval dat in de Waddenzee terechtkomt?
Misschien schuift zij deze vraag door naar de minister. De minister
gaat daarover vandaag een boek in ontvangst nemen. Ik ben vergeten
haar deze vraag zelf te stellen. Misschien kan het via deze omweg?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Dit lijkt me
een heel belangrijk punt, en ik hoop dat de minister hierop kan
ingaan.
De voorzitter: Mevrouw Vietsch stelde die vraag ook aan de minister.
Dat is heel handig.