Leerkrachten willen meer hulp bij begeleiding moeilijk lerende leerlingen
Leerkrachten in het basisonderwijs hebben behoefte aan meer
ondersteuning bij de begeleiding van zeer moeilijk lerende leerlingen.
Omdat er veel aanpassingen in het leerplan nodig zijn, voelen zij zich
onzeker en is er twijfel of ze de goede dingen aanbieden. Het kost hen
bovendien veel tijd om aangepaste lesmaterialen te zoeken of te
ontwikkelen. Leerkrachten willen meer onderwijsassistentie,
eenvoudigere toegang tot aangepast lesmateriaal en meer
deskundigheidsbevordering. Dit komt naar voren uit onderzoek van
Annette Koopmans van de Universiteit Twente. Ze beveelt daarom de
ontwikkeling van een gemeenschappelijke kennisdatabase aan om de
aanwezige kennis toegankelijk te maken voor basisscholen.
Leerlingen met een indicatie voor speciaal onderwijs hebben sinds
2003, sinds de invoering van de Leerling Gebonden Financiering (LGF),
de mogelijkheid om naar een reguliere school te gaan. Annette Koopmans
van de Universiteit Twente onderzocht hoe het leerplan voor zeer
moeilijk lerende (zml) leerlingen met een rugzakje, zoals LGF in de
volksmond genoemd wordt, vormgegeven wordt. Ze focuste daarbij op de
vraag hoe leerkrachten omgaan met zml-leerlingen en welke knelpunten
zij daarbij ervaren. Zml-leerlingen zijn kinderen met een IQ onder de
70 (al dan niet met aanvullende problematiek) en kinderen met het
syndroom van Down (ongeacht het IQ).
Uit het onderzoek blijkt dat de voorgelegde knelpunten bijna allemaal
door een meerderheid van de leerkrachten worden herkend en ervaren.
Daarom wensen de leerkrachten meer ondersteuning. De belangrijkste
knelpunten die leraren daarbij ervaren zijn de beschikbare tijd, de
beschikbare kennis en de vraag hoe de leerling goed bij
groepsactiviteiten te betrekken. De leerkrachten willen meer
onderwijsassistentie, eenvoudigere toegang tot specifiek lesmateriaal
en meer deskundigheidsbevordering.
Koopmans beveelt de ontwikkeling van een kennisdatabase voor
leerkrachten en ondersteuners aan. Binnen het nationaal
expertisecentrum voor leerplanontwikkeling (SLO) wordt nu gewerkt aan
de ontwikkeling van zo'n database, in nauwe samenwerking met reguliere
basisscholen waar een zml-leerling wordt begeleid. Deze database zou
materialen en leermiddelen moeten bevatten die eenvoudig zijn aan te
passen aan het niveau van het kind en de wetenschappelijke kennis over
het onderwijs aan deze kinderen en over kenmerken van hun ontwikkeling
moeten bundelen. Tevens zouden leerkrachten kunnen leren van
ervaringen van anderen doordat bijvoorbeeld korte filmpjes kunnen
worden bekeken van goede praktijkvoorbeelden.
Scholen zijn met de toegang tot een dergelijke kennisbasis beter
toegerust om leerlingen te begeleiden. Voor leerkrachten kan zo'n
kennisdatabase een tijdsbesparing en verbetering van het
onderwijsaanbod betekenen.
Onderzoek
105 scholen in Nederland, circa 10 procent van de basisscholen met
geregistreerde zml-leerling(en), werkten mee aan dit onderzoek. Deze
scholen vormden een representatieve afspiegeling van het totaal aantal
scholen waar rugzakleerlingen met een verstandelijke beperking
geregistreerd staan.
Universiteit Twente