1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGLM-2009/1618
Uw kenmerk
Datum 20 april 2009 -
Onderwerp Verslag Transportraad 30 maart 2009 Bijlage(n)
---
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat, het verslag van de Transportraad van 30 maart 2009. De volgende
Transportraad zal plaatsvinden op 11-12 juni 2009. Een informele Transportraad
vindt plaats op 29 april 2009. Onderwerp van deze informele Transportraad zal
zijn intelligente transportsystemen (ITS).
Verslag Transportraad 30 maart 2009
Herziening van de Eurovignetrichtlijn
Tijdens de Transportraad heeft een debat plaatsgevonden over de herziening van
de Eurovignetrichtlijn. Dit debat ging met name over het belangrijkste knelpunt in
de onderhandelingen: de externe kosten van congestie als heffingsgrondslag.
Opvallend was het aantal lidstaten dat, onder verwijzing naar de economische
crisis, aandrong op uitstel van besluitvorming. Of het Tsjechisch Voorzitterschap
het onderwerp nogmaals zal agenderen voor de Transportraad van 11-12 juni
2009 valt te bezien.
Ik heb tijdens het debat aangegeven voorstander te zijn van het principe van het
internaliseren van de externe kosten in de vervoersmodaliteiten, mits dit op een
eerlijke, evenwichtige en effectieve wijze gebeurt. In dit licht kan ik mij vinden in
het voorstel om de externe kosten van geluidsoverlast en luchtvervuiling in de
heffingsgrondslag van de Eurovignetrichtlijn op te nemen, maar heb ik grote
moeite met het opnemen van de externe kosten van congestie. Ik betwijfel
namelijk sterk of het internaliseren van de externe kosten van congestie alleen
voor het vrachtvervoer over de weg effect zal hebben bij het oplossen van files,
indien een dergelijke maatregel niet tevens zou gelden voor personenauto's.
Voorts heb ik het belang onderstreept van voldoende ruimte voor de differentiatie
van de toltarieven gerelateerd aan de infrastructuurkosten. Ik heb het
amendement van EP-lid Blokland (500% differentiatieruimte) gesteund. Ook het
voorstel van het Voorzitterschap voor meer differentiatieruimte heb ik
verwelkomd als een goed voorstel.
Het amendement Blokland gaat in het kader van de infrastructuurheffing uit van
een maximale differentiatieruimte van 500%. Hierbij wordt het laagst geheven
a
Pagina 1 van 4
toltarief als basis genomen. Concreet betekent dit dat het hoogst geheven
Datum
toltarief (spitstarief) maximaal 5 keer hoger mag zijn dan het laagst geheven
toltarief (basistarief). De hoogte van het basistarief is dan ook bepalend voor de Ons kenmerk
maximale hoogte van het spitstarief. VENW/DGLM-2009/1618
Het voorstel van het voorzitterschap gaat uit van de gemiddelde
infrastructuurkosten. Het hoogst geheven toltarief mag maximaal 50% hoger zijn
dan de gemiddelde infrastructuurkosten. Uitgaande van een voorbeeld van
gemiddelde infrastructuurkosten van 16 cent per kilometer, zou dit leiden tot een
maximale heffing van 24 cent per kilometer. Binnen deze bandbreedte is een
lidstaat geheel vrij om te differentiëren. Hiermee wordt op basis van de
gemiddelde infrastructuurkosten de mogelijkheid gecreëerd om een relatief laag
basistarief te hanteren in combinatie met een hoog spitstarief.
Benadrukt dient te worden dat beide voorstellen alleen betrekking hebben op de
differentie van de heffing op basis van de infrastructuurkosten. Een eventuele
heffing op basis van de externe kosten van luchtvervuiling, geluidsoverlast en
congestie zou hier nog bij kunnen komen.
Tijdens de onderhandelingen is gebleken dat de 500% differentiatie op veel
weerstand stuit van andere lidstaten. Men is bang dat dit kan leiden tot
disproportioneel hoge tarieven. Het voorstel van het voorzitterschap kan op meer
steun rekenen en biedt voldoende differentiatieruimte voor Anders Betalen voor
Mobiliteit.
Voorstel voor een richtlijn inzake de uitsluiting van zelfstandige beroepschauffeurs
van de arbeidstijdenrichtlijn
De Raad bereikte een algemene oriëntatie op het voorstel voor een richtlijn inzake
de uitsluiting van zelfstandige beroepschauffeurs van de arbeidstijdenrichtlijn.
Ook Nederland kon akkoord gaan. Ik heb, mede naar aanleiding van mijn
toezegging tijdens het AO Transportraad van 25 maart 2009, mijn collega's wel
opgeroepen om misbruik van zelfstandige chauffeurs te voorkomen en hier zo
nodig in eigen land maatregelen tegen te nemen. Deze oproep is voor
kennisgeving aangenomen.
Het voorstel voor een richtlijn inzake de uitsluiting van zelfstandige
beroepschauffeurs van de arbeidstijdenrichtlijn past binnen het Nederlandse
beleid om zelfstandigen buiten de werkingssfeer van arbeidswetgeving te houden,
behoudens in de situatie dat hierdoor bijzondere risico's voor de samenleving
ontstaan. Dit is in lijn met het advies dat de SER de minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid in 2004 heeft gestuurd ten aanzien van de uitbreiding van
het toepassingsgebied van de arboregelgeving op zelfstandigen. De
verkeersveiligheid en gezondheid van de zelfstandige chauffeurs zou als bijzonder
risico gezien kunnen worden. Echter, deze worden afgedekt door de rij- en
rusttijdenregelgeving, die voor zowel zelfstandigen als werknemers geldt. Deze
regelgeving bevat voorschriften over maximale rijtijden en minimale rusttijden
per dag, week en twee weken en is via registratie op de tachograaf goed
handhaafbaar. Dit stelsel reguleert daarmee de werktijden van werknemers en
zelfstandigen en draagt daarmee bij aan het voorkomen van misbruik en
uitbuiting. Een extra arbeidstijdennorm voor zelfstandigen schaadt in mijn ogen
het ondernemersklimaat in deze beroepsgroep. Bovendien zou een dergelijke
norm louter symboolwetgeving zijn, aangezien er nauwelijks
Pagina 2 van 4
handhavingsmogelijkheden zijn. Je kunt immers van een zelfstandige niet
Datum
verwachten dat hij zijn eigen overtredingen gaat registreren.
Ons kenmerk
Overige onderwerpen VENW/DGLM-2009/1618
De Raadsconclusies over het actieplan voor de invoering van intelligente
vervoerssystemen (ITS) in Europa werden zonder verdere discussie aangenomen.
Het Voorzitterschap gaf aan dat ITS één van de belangrijkste prioriteiten van het
Tsjechisch Voorzitterschap vormde. De informele Transportraad van 29 april
aanstaande zal dan ook in het teken staan van dit onderwerp.
De Raad ging zonder verdere discussie akkoord met het besluit om in te stemmen
met het SESAR ATM Masterplan. In het ATM Masterplan wordt aangegeven welke
concrete acties, maatregelen en onderzoeken op technisch/operationeel gebied in
de ontwikkelingsfase nodig zijn om in 2020 tot een veilig en efficiënt Europees
luchtverkeersleidingsysteem te komen. Ik heb hierbij nogmaals het belang van
een goed risico-management benadrukt.
Ook de luchtvaartovereenkomst EU-Canada werd akkoord bevonden.
Ondertekening van deze overeenkomst zal plaatsvinden begin mei tijdens de EU-
Canada top in Praag.
Over het voorstel voor een verordening inzake passagiersrechten zee- en
binnenvaart vond een debat plaats. Uit dit debat kwam naar voren dat de
lidstaten in algemene zin positief staan tegenover het versterken van de rechten
van passagiers in het vervoer. Een groot aantal lidstaten, inclusief Nederland, gaf
hierbij echter wel aan dat het voorstel in de huidige vorm onvoldoende rekening
houdt met de verschillende karakteristieken van respectievelijk de zee- en de
binnenvaart. Op dit punt zal naar een oplossing worden gezocht. Het
Voorzitterschap streeft naar besluitvorming over het voorstel tijdens de
Transportraad van 11-12 juni 2009.
Tenslotte werden de Raadsconclusies over de mededeling inzake strategische
doelstellingen en aanbevelingen voor het zeevervoersbeleid van de EU tot 2018
zonder verdere discussie aangenomen. De Raadsconclusies lagen zonder
openstaande punten voor aan de Transportraad.
Ook de Raadsconclusies over de mededeling en actieplan inzake de instelling van
een Europese maritieme ruimte zonder grenzen werden aangenomen. Ik heb,
mede naar aanleiding van mijn toezegging tijdens het AO Transportraad van 25
maart 2009, hierbij de Europese Commissie en de Raad opgeroepen om, juist met
het oog op de economische crisis, ambitieus te zijn en lef te tonen. Het schrappen
of vereenvoudigen van administratieve procedures in de kustvaart moet prioriteit
hebben en belemmeringen moeten zo spoedig mogelijk worden weggewerkt.
Het voorstel tot wijziging van het Marco Polo-programma, het voorstel tot
wijziging van de Single European Sky verordeningen (SES II) en het voorstel tot
wijziging van de verordening inzake EASA zijn behandeld onder agendapunt
"diversen". Over deze onderwerpen wilde het Voorzitterschap eerst overleggen
met het Europees Parlement om zo spoedig mogelijk tot een akkoord te kunnen
komen tussen het Europees Parlement en de Raad. Voor SES II en de wijziging
van de verordening inzake EASA is dit reeds gelukt. Voor het voorstel tot wijziging
van het Marco Polo programma is het de verwachting dat dit zeer spoedig zal
gebeuren.
Pagina 3 van 4
Tenslotte gaf de Europese Commissie onder agendapunt "diversen" informatie
Datum
over het voorstel tot wijziging van de verordening inzake de toewijzing van slots
(luchtvaart). Mijn inzet op dit onderwerp heb ik u voorafgaand aan het AO van 25 Ons kenmerk
maart 2009 doen toekomen (Kamerstuk 21 501-33 nr 220). VENW/DGLM-2009/1618
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 4 van 4
Ministerie van Verkeer en Waterstaat