Instrumentarium voor goed
waterbeheer blijft achter
17 apr 2009
Onderdeel: Wageningen Universiteit
Nummer: N09
In de hydrologie en in het waterbeheer wordt veel meer aandacht
besteed aan het bouwen van nieuwe modellen dan aan het ontwikkelen van
betere instrumenten om neerslag en andere componenten van de
hydrologische kringloop te meten. In zijn inaugurele rede op 16 april
aan Wageningen Universiteit breekt prof.dr.ir. Remko Uijlenhoet een
lans voor een hernieuwde belangstelling voor hydrologische
meettechnieken â die soms een toevallig bijproduct blijken te zijn van
voor heel andere doeleinden ontwikkelde apparatuur. Prof. Uijlenhoet
is hoogleraar Hydrologie en Kwantitatief Waterbeheer.
In zijn inaugurele rede Why Mie in Hydrology? - Over topmodellen en
topmetingen in de stroomgebiedshydrologie gaat prof. Uijlenhoet in op
de omzetting van neerslag naar afvoer, die de kern vormt van de
stroomgebiedshydrologie. Maar die neerslag is moeilijk te meten.
Regenmeters geven slechts beperkte informatie van een punt gedurende
een bepaalde waarnemingsperiode. Die summiere informatiebronnen staan
in schril contrast met de aandacht die er is voor het modelleren van
de afvoer van een stromingsgebied, zoals van de Rijn of de Maas.
Uijlenhoet ontleende het eerste deel van de titel van zijn oratie (Why
Mie) niet aan een Chinees eiergerecht, maar aan de theorie van Gustav
Mie, die een exacte oplossing geeft voor elektromagnetische
verstrooiing door homogene bolletjes als functie van de golflengte van
de invallende straling en de grootte en dielektrische eigenschappen
van het bolletje. Deze theorie speelt ook in de hydrologie een rol,
met name waar het gaat om het interpreteren van metingen aan een
medium die zijn gedaan met elektromagnetische stralen. Remko
Uijlenhoet: âEn dat is nu precies waar het ons als hydrologen om te
doen is bij ons onderzoek naar het gebruik van radar ten behoeve van
regenmeting. Model en meting gaan hand in hand. Thatâs why Mie!â
Om in de behoefte van juiste meetmethoden te voorzien, besteedt zijn
onderzoeksgroep, onder meer in samenwerking met de Technische
Universiteit Delft en het KNMI veel aandacht aan geavanceerde
technologie, zoals radar, om de hoeveelheid neerslag in kaart te
brengen.
Daartoe stelden de onderzoekers onder meer een straalverbinding op
tussen de plaatsen Wageningen en Rhenen die in rechte lijn de
uitdoving registreert van de uitgezonden radiosignalen. Dit verlies is
een maat voor de totale hoeveelheid regen tussen de zender en
ontvanger.
Dit principe is ook te benutten met de inzet van de ruim tienduizend
masten voor de mobiele telecommunicatie die zich in Nederland
bevinden. De groep werkt daarom samen met het KNMI en een groot
bedrijf op het gebied van de mobiele-telecommunicatie om de
mogelijkheid van de inzet van duizenden straalverbindingen ten behoeve
van regenmeting te onderzoeken. Prof. Uijlenhoet wijst er echter op
dat de toepassing van dit instrumentarium voor hydrologische
doeleinden nog toekomstmuziek is.
Wageningen Universiteit en Researchcentrum