Nederlandse Zorgautoriteit
NZa: patiënt centraal bij bekostiging
Resultaten kostenonderzoek huisartsen NZa
Publicatiedatum: 17-04-2009
Huisartsen ontvingen in 2006 boven hun inkomen 366 miljoen euro,
gemiddeld is dat per praktijk ⬠54.257. Een belangrijke oorzaak
daarvan zijn de relatief hoge opbrengsten uit inschrijftarieven,
consulten en innovatie. Dit is een van de conclusies van het
Kostenonderzoek Huisartsenzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa). De NZa neemt de resultaten uit het onderzoek mee in haar advies
aan de minister over functionele bekostiging van de eerstelijns zorg.
Het kostenonderzoek is uitgevoerd in opdracht van de minister van VWS
om te komen tot tarieven die aansluiten bij de door de huisarts
geleverde prestaties. De NZa heeft het onderzoek laten uitvoeren door
onderzoeksbureau Significant. In het Vogelaarakkoord zijn afspraken
gemaakt over de hoogte van de tarieven per consult en de
inschrijftarieven per patiënt. Het kostenonderzoek wijst uit dat deze
tarieven gemeten over 2006 te hoog zijn. Uit het onderzoek blijkt dat
er gemiddeld meer consulten worden geleverd dan destijds geraamd. De
bekostiging gaat uit van 8.296 consulten per praktijk. Uit het
onderzoek blijkt dat er gemiddeld 9.434 consulten per praktijk worden
geleverd, 14% hoger dan geraamd.
De gemiddelde omzet van een huisartsenpraktijk was
⬠237.733 in 2006, de praktijkkosten ⬠183.476. In die
praktijkkosten is het inkomen van de huisarts verwerkt. Het verschil
tussen opbrengsten en kosten is gemiddeld
⬠54.257. Gecorrigeerd voor kosten die in 2006 buiten de
administratie zijn gebleven, maar die door middel van een vraag in de
vragenlijst zijn geïnventariseerd (bijvoorbeeld de kosten van een
meewerkende partner) is dit verschil
⬠48.508, hetgeen landelijk gelijk staat aan ⬠328 miljoen in 2006.
De resultaten van het kostenonderzoek zijn dankzij de hoge netto
respons van 98% representatief voor de Nederlandse huisartspraktijken.
De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), Landelijke Vereniging
Georganiseerde Eerstelijn (LVG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
zijn in alle fasen van het onderzoek geconsulteerd, ook bij de
vervolgstappen van de NZa worden zij betrokken.
Het onderzoek is begin 2008 gestart. Omdat de gegevens over 2007 op
dat moment nog niet beschikbaar waren, is het jaar 2006 gehanteerd.
2006 is het startjaar van het Vogelaarakkoord.
De NZa overhandigt vandaag ook haar visie op de functionele
bekostiging van vier niet-complexe chronische zorgvormen. Daarin wordt
aangegeven hoe per 1 januari 2010 met enkele belangrijke zorgketens
een eerste stap kan worden gezet naar functionele bekostiging in de
eerstelijn. Deze introductie zal leiden tot aanpassingen in de
bekostiging van huisartsen per 1 januari 2010. Ook in dit licht van de
korte termijn zullen de resultaten van het kostenonderzoek door de NZa
worden bezien. Op basis van de conclusies uit het kostenonderzoek en
de bovengenoemde visie adviseert de NZa de minister later dit jaar
over functionele bekostiging voor de eerstelijn. De betrokken partijen
worden ook bij dat traject geconsulteerd.
Bijlage:
Zie het origineel
* Aanbiedingsbrief Kostenonderzoek huisartsen
* Rapport Kostenonderzoek huisartsen