PERSBERICHT
"NIEUWE WETGEVING PATIENTENRECHTEN SCHIET DOEL VOORBIJ"
Het ministerie van VWS bereidt nieuwe wetgeving voor over de rechten van patiënten in de gezondheidszorg. Prof.mr. Johan Legemaate, voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht, plaatst grote vraagtekens bij deze wetgeving: "Het is zeer de vraag of de patiënt er werkelijk beter van wordt".
In zijn rede tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht op vrijdag 17 april (in Musis Sacrum) te Arnhem, uit prof.mr Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de VU en voorzitter van de vereniging, kritiek op de plannen van het ministerie van VWS voor nieuwe wetgeving over de rechten van de patiënt (de in voorbereiding zijnde Wet cliëntenrechten zorg). Legemaate deelt de mening dat een actualisering van de wetgeving over patiëntenrechten nodig is, maar plaatst vraagtekens bij de plannen van het ministerie om verschillende bestaande wetten samen te voegen tot één nieuwe regeling.
Volgens Legemaate doen zich rond de voorgenomen wetgeving tal van problemen voor. Hij noemt onder meer de onduidelijke verhouding tussen de verantwoordelijkheden van zorginstellingen en die van individuele beroepsbeoefenaren, de nogal rigide wettelijke regeling van de samenwerking tussen hulpverleners (waaronder de hoofdelijke aansprakelijkheid van zorgverleners die participeren in een zorgketen), het vormgeven als individueel afdwingbare rechten van onderwerpen die zich daar niet of moeilijk voor lenen (de patiënt krijgt bijvoorbeeld een individueel afdwingbaar recht op een cliëntenraad) en het vervallen van de voorwaarde dat instellingen klachten van patiënten met een zekere mate van onafhankelijkheid moeten behandelen.
Onder meer deze onderdelen van de voorgenomen wetgeving zijn volgens Legemaate eerder een bedreiging voor de rechtspositie van de patiënt dan een versterking. Daarnaast bevat de nieuwe wet bepalingen die ontmoedigend kunnen werken op de bereidheid van zorgverleners om zich voor de patiënt in te zetten, zeker als daarbij samenwerking met anderen nodig is. Ook is de wetgeving op tal van plaatsen te gedetailleerd. Legemaate verbaast zich over de opstelling van de patiëntenorganisaties in dit traject. Zij zouden als eersten bezorgd moeten zijn over de vraag of de weg die de overheid nu bewandelt het meest effectief is om de rechten van de patiënt te versterken.
In zijn rede constateert Legemaate dat zorgaanbieders (instellingen en beroepsbeoefenaren) hun wettelijke verantwoordelijkheden op het gebied van de kwaliteit van zorg en de patiëntenrechten lang niet altijd hebben opgepakt en waargemaakt. Er is veel te vrijblijvend met wetgeving omgegaan. Intensivering en detaillering van wetgeving biedt voor dat probleem geen oplossing. Partijen in de gezondheidszorg zullen op andere manieren op hun verantwoordelijkheden moeten worden aangesproken.
Preadvies
Tijdens de jaarvergadering op 17 april 2009 wordt voor het overige gediscussieerd over het thema "Gezondheidszorg en Europees Recht" aan de hand van een preadvies geschreven door prof.mr. A.C. Hendriks, prof.mr. J.W. van de Gronden en mr. dr. J.J.M. Sluijs. In dit preadvies wordt aandacht besteed aan de betekenis voor de Nederlandse gezondheidszorg van de mensenrechtenverdragen van de Raad van Europa en van de richtlijnen en bepalingen van de Europese Unie.
De jaarrede van prof.mr. Johan Legemaate en het VGR-preadvies 2009 'Gezondheidszorg en Europees Recht' zijn voor de pers verkrijgbaar bij het VGR-secretariaat. Samenvattingen van het preadvies zijn te downloaden via de website van de vereniging:
Nadere informatie te verkrijgen bij:
mevr. mr. Robinetta de Roode, secretaris Vereniging voor Gezondheidsrecht Postbus 20051
3502 LB Utrecht
GSM: 06-20439030
telefoon (030) 2823848 / 322 (optie 2)
telefax (030) 2823397
e-mail: