Gerechtshof Arnhem
Uitspraak hof Arnhem in zaak tegen verdachte van moord in Gelderse
Oosterhout
Vandaag heeft de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Arnhem een
30-jarige vrouw, A. B., veroordeeld wegens onder andere moord.
Verdachte werd ervan verdacht op 11 juli 2007 te Oosterhout (gemeente
Overbetuwe) een man, met wie zij op internet een SM-afspraak had
gemaakt, op gruwelijke wijze van het leven te hebben beroofd.
Verdachte heeft ontkend dat zij met voorbedachten rade heeft
gehandeld.
Bij de rechtbank
In eerste aanleg heeft de officier van justitie gevorderd verdachte te
veroordelen wegens onder andere moord tot een gevangenisstraf voor de
duur van negen jaar en ter beschikkingstelling met dwangverpleging. De
rechtbank in Arnhem heeft verdachte bij vonnis van 23 januari 2008
veroordeeld wegens onder andere moord tot een gevangenisstraf voor de
duur van tien jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
Tegen dit vonnis heeft de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft gevorderd verdachte wegens onder andere
moord te veroordelen tot tien jaar gevangenisstraf en
terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Het gerechtshof heeft
geoordeeld dat op grond van de verklaringen van verdachte en het
technisch bewijsmateriaal het wettige en overtuigende bewijs is
geleverd van moord.
Voor het hof was een belangrijk punt dat verdachte plannen heeft
gemaakt om een man van het leven te beroven en daarna, met behulp van
zijn bankpas met bijbehorende pincode, geld van zijn rekening te
halen. Verdachte heeft op het internet -onder meer- gezocht naar
informatie over het uitvoeren van een moord en naar informatie over
het opnemen van geldbedragen door middel van de pinpas. Zij heeft
opgeschreven welke materialen zij nodig dacht te hebben om een moord
te kunnen plegen. Ze heeft bedacht dat een SM-afspraak waarin zij zelf
de dominante rol zou spelen haar op een makkelijke manier fysieke
macht over een slachtoffer zou geven. Zij heeft gezocht naar een man
die -in een voor hem onderdanige rol- een SM-spel met haar wilde
spelen.
Nadat verdachte een afspraak met het slachtoffer had gemaakt, heeft
zij een dagplanning opgeschreven. Uit deze planning maakt het hof op
dat zij voornemens was om, nadat zij het slachtoffer om het leven had
gebracht, de auto van het slachtoffer naar Zwolle te brengen. Daarna
zou verdachte met de trein via Arnhem naar Elst reizen om vervolgens
om 23.50 uur en om 00.05 uur geld te gaan pinnen. Verdachte heeft
nadat het slachtoffer was gestoken niet onmiddellijk hulp ingeroepen,
maar heeft getracht op diverse manieren sporen uit te wissen. Toen dit
niet lukte heeft verdachte uiteindelijk 112 gebeld en haar verhaal
aangepast, hetgeen naar het oordeel van het hof duidt op een
weloverwogen actie.
Tijd en gelegenheid zich te beraden
Uit het voorgaande leidt het hof af dat verdachte op vele momenten de
tijd en de gelegenheid heeft gehad zich te beraden op het besluit om
een man van het leven te beroven, zodat er gelegenheid was tot
nadenken over de betekenis en gevolgen van haar voorgenomen daad en
zich daarvan rekenschap te geven. Daarmee heeft verdachte gehandeld
met voorbedachte raad.
De deskundigen van het Pieter Baan Centrum te Utrecht hebben
geconcludeerd dat bij verdachte onder andere sprake is van een
persoonlijkheidsstoornis NAO en van een borderline
persoonlijkheidsorganisatie. Het hof heeft deze conclusie overgenomen
en gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld met bevel dat de
ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd en
daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van tien jaar opgelegd.
LJ Nummer
BI1175
Bron: Gerechtshof Arnhem
Datum actualiteit: 15 april 2009 Naar boven