Proportionaliteit sanctiebeleid VWA
15 april 2009 - kamerstuk
Juridische Zaken
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
TRCJZ/2009/501 15 april 2009
onderwerp bijlagen
Proportionaliteit sanctiebeleid VWA
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemene Overleg over het toezicht op de VWA van 17 december 2008 heb ik
toegezegd per brief een nadere toelichting te geven op de proportionaliteit van het
sanctiebeleid van de VWA bij de handhaving van de regelgeving voor diertransporten. Met
de onderhavige brief ontvangt u deze toelichting.
Handhavingsbeleid vóór 1 januari 2009
Het bestuurlijke handhavingsbeleid vóór 1 januari 2009 was voornamelijk gericht op over-
tredingen begaan door vervoerders. Na de derde overtreding in een bepaalde periode
werd na het geven van twee waarschuwingen overgegaan tot schorsing of intrekking van
de vervoersvergunning. Bij overtredingen waarbij sprake was van ernstig lijden kon de
vervoersvergunning gelijk worden geschorst of ingetrokken.
Mede naar aanleiding van de bevindingen in het rapport "Onderzoek VWA-rapport
`Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten'" van de heer Hoekstra
van maart 2008 en het rapport "Het functioneren van de Voedsel en Waren Autoriteit in
de controle op slachthuizen en exportverzamelplaatsen" van de heer Vanthemsche van
juni 2008 heb ik een aantal stappen genomen om het bestaande handhavingsinstrumenta-
rium te verbeteren. Ten eerste is met de aanpassing van de beleidsregels dierenwelzijn de
benutting van het bestuursrechtelijk instrumentarium verbeterd. Ten tweede wordt het
bestuurlijk instrumentarium uitgebreid met de introductie van de bestuurlijke boete in de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd).
Wijziging beleidsregels dierenwelzijn
De bestuurlijke aanpak van overtredingen van de transportregelgeving verschilt naar-
gelang de ernst van de overtreding. Een onderverdeling is gemaakt in drie categorieën te
weten, `geringe overtredingen', `overtredingen' en `ernstige overtredingen'.
Uitgangspunt van de bestuurlijke handhaving in de nieuwe beleidsregels is dat bij `geringe
overtredingen' en `overtredingen' naleving van de transportregels zal worden afge-
dwongen door het opleggen van een last onder dwangsom. De hoogte van deze dwang-
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
15 april 2009 TRCJZ/2009/501 2
som is afgestemd op de ernst van de overtreding en neemt toe indien sprake is van
recidive.
Bij geringe overtredingen, waarbij moet worden gedacht aan administratieve overtre-
dingen welke het dierenwelzijn niet in gevaar hebben gebracht, wordt na hoogstens drie
overtredingen een eerste waarschuwing gegeven. Na de tweede waarschuwingen wordt
een dwangsom opgelegd. Deze bedraagt 3.000 Euro per overtreding, dan wel 3.000 Euro
per week zolang de overtreding niet is beëindigd, met een maximum van 15.000 Euro.
Indien het maximale bedrag van de opgelegde dwangsom (15.000 Euro) is verbeurd zal
een dwangsom worden opgelegd van de hogere categorie. Deze bedraagt 5.000 Euro per
overtreding of 5.000 Euro per week zolang de overtreding niet is beëindigd met een maxi-
mum van 25.000 Euro1. Een geringe overtreding zal derhalve niet leiden tot het schorsen
van een vervoersvergunning maar wel tot het verbeuren van dwangsommen.
Voor de overtredingen, niet zijnde geringe of ernstige overtredingen, wordt na 2 waar-
schuwingen een last onder dwangsom opgelegd van 5.000 Euro per overtreding met een
maximum van 25.000 Euro. Indien het maximale bedrag van de last onder dwangsom is
verbeurd kan een hogere dwangsom worden opgelegd van 10.000 Euro per overtreding.
In plaats van het opleggen van een hogere dwangsom kan worden gekozen voor het
schorsen van de vergunning.
Bij ernstige overtredingen zal de vervoersvergunning, evenals onder de oude beleids-
regels, gelijk kunnen worden geschorst en na herhaling worden ingetrokken. Tevens is het
mogelijk bij ernstige overtredingen een last onder dwangsom op te leggen van 10.000
Euro per overtreding. Het opleggen van een dwangsom voor ernstige overtredingen biedt
uitkomst in de situaties waarin de overtreder niet beschikt over een vervoersvergunning.
Het betreft hier de gevallen waarin de overtreding de houder, de exploitant van het ver-
zamelcentrum of een vervoerder die vervoert over kleine afstanden is aan te rekenen.
De eerdergenoemde categorieën `geringe overtreding', `overtreding' en `ernstige overtre-
ding' zijn nader uitgewerkt in het op de website gepubliceerde specifieke interventie-
beleid van de VWA. Hierbij is aan de proportionaliteit invulling gegeven door de deze in-
deling concreet uit te werken naargelang de aard en ernst van de overtreding en de hierbij
gewenste interventie te benoemen.
Het vorenstaande laat onverlet dat in een concrete situatie of geval gemotiveerd van
beleidsregels en interventiebeleid kan worden afgeweken en een interventie kan worden
toegepast die het meest op de situatie is toegesneden.
Het nieuwe handhavingsbeleid is gericht op het aanspreken van alle partijen in de keten.
Ook de boer of houder die de dieren laat vervoeren en de exploitant van het verzamel-
centrum waar de dieren worden verzameld hebben plichten op grond van de transport-
verordening. Hierbij kan gedacht worden aan het voorkomen dat dieren die niet geschikt
1 Het maximumbedrag kan in de beschikking waarmee de last onder dwangsom wordt opgelegd
lager worden vastgesteld dan 15.000 of 25.000 Euro. Hiermee wordt bereikt dat bijvoorbeeld al na 3
overtredingen de totale dwangsom is verbeurd en een hogere dwangsom kan worden opgelegd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
15 april 2009 TRCJZ/2009/501 3
zijn voor het vervoer toch worden vervoerd en het laten laden en lossen van de dieren
overeenkomstig de transportverordening. Met het instrument van de last onder dwang-
som kan ook aan deze partijen een last onder dwangsom worden opgelegd indien zij deze
plichten niet nakomen. Indien een chauffeur zich schuldig maakt aan overtredingen die
het dierenwelzijn schaden zal het getuigschrift van de chauffeur kunnen worden ingetrok-
ken. Deze bestaande mogelijkheid is nu ook expliciet uitgewerkt in de beleidsregels.
Voor de volledigheid wordt hier opgemerkt dat deze bestuursrechtelijke maatregelen een
strafrechtelijk optreden onverlet laten indien hier aanleiding toe is.
Bestuurlijke boete
Naast het aanpassen van de beleidsregels dierenwelzijn heb ik tevens een wetsvoorstel ter
aanpassing van de Gwwd opgesteld ten behoeve van de introductie van de bestuurlijke
boete. Momenteel werk ik aan de nota naar aanleiding van het verslag van het op 19
december 2008 aan uw Kamer gestuurde wetsvoorstel (kamerstukken II 2008/09, 31 814,
nr. 2). De bestuurlijke boete beschouw ik als een effectief extra instrument om de naleving
te bevorderen en om slagvaardig te kunnen optreden tegen overtreders.
Proportionaliteit
De uitbreiding van het bestuurlijk instrumentarium leidt ertoe dat effectiever en even-
wichtiger kan worden opgetreden. Met de introductie van de bestuurlijke boete en het
gebruik van de last onder dwangsom kunnen sancties worden opgelegd welke in verhou-
ding staan tot de ernst van de overtreding omdat de hoogte van het bedrag varieert naar-
gelang de ernst en aard van de overtreding. Het aanspreken van de hele keten leidt er
voorts toe dat de prikkel verdere overtredingen te voorkomen ook wordt neergelegd bij
andere partijen dan enkel de transporteur.
Ik ben van mening dat met vorengenoemde wijzigingen een effectiever en evenwichtiger
sanctionering mogelijk is op overtredingen van de welzijnsregels bij het transport van
dieren.
DE MINISTER VAN LANDBOUW NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit