Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit
14 april 2009 - kamerstuk
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
DN. 2009/332 14 april 2009
onderwerp bijlagen
Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg over het beleidsprogramma "Biodiversiteit werkt, voor
natuur, voor mensen, voor altijd" (Tweede Kamer 2007-2008, 26407 nr. 28) bleek uw
Kamer de doelstellingen van dit beleidsprogramma te onderschrijven. Maar, de Kamer
verlangde een verdere uitwerking.
Daarom ontvangt u hiermee, mede namens de ministers van VROM en voor OS, dit
uitvoeringsprogramma.
Inleiding
Het Beleidsprogramma Biodiversiteit moet de Nederlandse inzet voor het behoud van
biodiversiteit, ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen effectiever maken door activiteiten
toe te spitsen en versnippering tegen te gaan. Deze focus wordt nog relevanter omdat,
naast de uitdagingen van klimaatverandering, wij nu geconfronteerd worden met
meerdere wereldwijde crises; de voedselcrisis en de financiële en economische crisis.
De noodzaak om te investeren in duurzame ontwikkeling hier en in ontwikkelingslanden
is hiermee groter dan ooit. Tegelijkertijd dreigt de sluipende crisis van de verdwijning van
ecosystemen en het niet-duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen op de achter-
grond te raken. Deze systemen zijn van vitaal belang voor ons voortbestaan.
De monitor Duurzaam Nederland van de gezamenlijke rijksplanbureau's heeft de urgentie
van de gevolgen van het verlies aan biodiversiteit onlangs weer eens bevestigd.
De voortgaande aantasting van biodiversiteit wereldwijd, de daarmee gepaard gaande
bedreiging van de functionaliteit en productiviteit van ecosystemen en de complexiteit van
deze problematiek vereisen een andere manier van consumeren en produceren, een
andere en sterkere inzet in internationale onderhandelingen en meer coherentie en
samenwerking. Het gaat daarbij niet alleen om het beschermen van de intrinsieke waarde
van ecosystemen en biodiversiteit, maar vooral ook om het behoud van de functie van
biodiversiteit voor het mondiale streven naar welvaart, duurzame ontwikkeling en
veiligheid.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 2
De aantasting van biodiversiteit vormt namelijk een directe bedreiging voor de welvaart
en het welzijn van mensen in Nederland en daarbuiten. Het levert de schone lucht die we
inademen en het water dat wij drinken. Het meeste dat de mens produceert is afkomstig
uit natuurlijke hulpbronnen. Biodiversiteit herbergt dus een enorme economische waarde.
Willen wij daar ook in de toekomst gebruik van kunnen maken, dan zal deze ook
economisch gewaardeerd moeten gaan worden.
Duurzame ontwikkeling is het kernbegrip van ons ontwikkelingssamenwerkingsbeleid
waar coherentie van nationaal beleid en internationale inspanningen onderling duidelijk
samenhangen. Dit geldt in het bijzonder voor het duurzaam gebruik van ecosystemen en
natuurlijke hulpbronnen. In de eerdergenoemde Duurzaamheidsmonitor wordt gecon-
stateerd dat de grootste uitdagingen op mondiaal niveau spelen: klimaatverandering,
biodiversiteit en grondstoffen. Een goed klimaatakkoord is ook voor de ontwikkelings-
landen van het grootste belang. Voor het eerst zal een ecosysteem, namelijk dat van
bossen, hiervan een integraal onderdeel uit kunnen maken.
Het kabinet heeft in het beleidsprogramma vijf prioriteiten onderscheiden waarop door
urgentie en complexiteit van de problematiek versterkte samenwerking nodig is tussen
departementen en met maatschappelijke actoren. Op de volgende prioriteiten richt het
kabinet extra impulsen in de periode 2008-2011:
· Handelsketens en biodiversiteit;
· Betalen voor biodiversiteit;
· Biodiversiteit werkt;
· Ecologische netwerken; en
· Mariene biodiversiteit en visserijketens.
Daarnaast heeft het kabinet voor drie prioriteiten ter ondersteuning van de inhoudelijke
prioriteiten gekozen. Deze betreffen het vormen van nieuwe coalities, kennis, en
communicatie over biodiversiteit. Het kabinet verwacht veel van de extra impulsen die op
de genoemde prioriteiten gericht zijn. Ter illustratie hiervan geeft het kabinet enkele
voorbeelden hoe deze prioriteiten worden uitgewerkt.
In september 2008 is de kabinetsvisie `Houtskoolschets Europees Landbouwbeleid 2020'
naar de Tweede Kamer gestuurd (Tweede Kamer 2008-2009, 28625 nr. 60). In deze visie
schetst het kabinet een lange termijnvisie op de toekomst van het Europees landbouw- en
plattelandsbeleid richting 2020 en de stappen die Nederland kan nemen om daaraan
invulling te geven. De Houtskoolschets vormt de basis van de Nederlandse inzet voor het
nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het kabinet wil dit streven ook binnen
Nederland vorm geven en daarbij maximaal bijdragen aan het behoud en duurzaam
gebruik van biodiversiteit.
De hervormingen die in het kader van de health check in het GLB zijn doorgevoerd, zijn
voor een groot deel gericht op het verduurzamen van de landbouw. Het productieproces
zelf moet duurzamer, waarbij in dit verband het benutten van agrobiodiversiteit van
belang is.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 3
En met meer aandacht voor dierenwelzijn. Daarnaast moet de sector zich ook meer
richten op landschap en natuur. In de jaren 2010 t/m 2013 zal voor de tweede pijler
(plattelandsbeleid) circa 125 miljoen euro beschikbaar komen door extra modulatie. Dit
geld zal primair worden besteed aan zogeheten nieuwe uitdagingen. Het gaat dan om
onder meer biodiversiteit, klimaatverandering, waterbeheer en hernieuwbare energie.
Over de precieze invulling van deze gelden en de verdere uitwerking van de besluiten van
de health check zal ik uw Kamer voor 1 mei van dit jaar informeren.
Ten aanzien van de sojahandelsketen heeft Nederland als tweede importeur ter wereld
een bijzondere positie. Waar mogelijk zal die positie verder gebruikt worden om het
aandeel duurzaam geproduceerde soja aanzienlijk te verhogen. Met behulp van de via de
Round Table tot stand gekomen certificering kan de markt duidelijk onderscheid maken
tussen wel en niet duurzaam geproduceerde soja. Wereldwijde acceptatie van de
certificering is van groot belang, maar door de inkoopmacht vanuit Nederland is de markt
in staat in de sojaketen ook zelf al tot resultaten te komen. In de loop van 2009 zal ook de
bredere eiwitketen opgepakt worden. In het kader van de kabinetsaanpak duurzame
ontwikkeling (KADO) zult u hierover nader worden geïnformeerd.
Het kabinet zet ook sterk in op het beschermen van de biodiversiteit in zee. Het verwacht
al de komende jaren veel te kunnen bereiken door het stimuleren van het gebruik van
alternatieve vormen van vistuig. Deze alternatieve visserijmethoden leiden tot aanzienlijk
minder schade aan de bodem en tot een halvering van de bijvangsten in 2013. Daarnaast
komt het kabinet medio 2009 met een visie op de herziening van het gemeenschappelijk
visserijbeleid (GVB), waarin verduurzaming een van de belangrijkste doelen is. Tot slot
zullen in 2009 en 2010 beschermingsgebieden in de Noordzee zijn vastgesteld.
De functionele betekenis van biodiversiteit zal voor ons stedelijk gebied in toenemende
mate van belang worden. De klimaatverandering zal bijvoorbeeld leiden tot hogere
temperaturen in de zomer. Het is ondoenlijk om binnensteden naar het model van warme
streken om te bouwen, maar bomen, groene gevels en daken blijken, zoals in diverse
onderzoeken aangetoond is, wel tot temperatuurverlaging te kunnen leiden. Uit
berekeningen en praktijkproeven blijkt dat de verwachte hoosbuien door inzet van
biodiversiteit (groen, waterpartijen) opgevangen kunnen worden, hetgeen ook een
behoorlijke besparing op technologische maatregelen oplevert (riolering). In verschillende
plaatsen in Nederland lopen initiatieven. Het kabinet onderschrijft deze betekenis en zal
deze verder invulling geven in de prioriteit "Biodiversiteit werkt".
Ook in het landelijk gebied is het belangrijk biodiversiteit duurzaam te gebruiken, naast
het beschermen ervan. Een fijnmazig net van groene en blauwe elementen ("groenblauwe
dooradering") kan bijdragen aan diverse maatschappelijke wensen, zoals landschapherstel
en -ontwikkeling (Agenda landschap), "Building with nature" (VenW), Adaptatie Ruimte en
Klimaat (ARK), en groene bedrijventerreinen. Tevens kan het een bijdrage leveren aan een
betere verbinding tussen stad en platteland. De winst is groot. Betere waterberging,
minder afspoeling van bijvoorbeeld meststoffen naar het oppervlaktewater, recreatie-
mogelijkheden, mooi landschap, minder gewasbeschermingsmiddelen door natuurlijke
ziekte- en plaagwering, en nieuwe migratieroutes zijn enkele voorbeelden. Het kabinet zal
in 2010 een implementatieplan, inclusief financiering, opgesteld hebben.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 4
Op het gebied van het betalen voor ecosysteemdiensten heeft in februari jl. - in
samenwerking met onder meer UNEP, IUCN, IFC en het secretariaat van de Bio-
diversiteitsconventie - in Amsterdam een internationale expertmeeting plaatsgevonden
waar is gesproken over nut en noodzaak van de ontwikkeling van een Green Development
Mechanism (GDM). Met een GDM wordt gedoeld op een mondiaal mechanisme dat een
economische vraag creëert voor behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit, zodanig
dat een permanente financiering van biodiversiteitsbehoud en
gebruik kan worden gerealiseerd.
In de komende tijd zal Nederland in internationaal verband werken aan een concretisering
van voorstellen, welke tijdens de tiende Conferentie der partijen van de CBD in 2010 in
Japan op ministerieel niveau besproken moeten worden.
De aantasting van biodiversiteit vraagt net als de hierboven genoemde crises om
verduurzaming van de economie, om samenwerking tussen bedrijfsleven, maat-
schappelijke organisaties, overheden en burgers en om een effectief nationaal en
internationaal beleid. Om die samenwerking verder te verbeteren en tot meer concrete
resultaten te komen is de Task Force Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen ingesteld.
Wij verwachten bruikbare adviezen over wat overheid en bedrijfsleven moeten en kunnen
ondernemen.
Het uitvoeringsprogramma
In het hieronder beschreven uitvoeringsprogramma wordt per prioriteit aangegeven wat
de centrale doelstelling is en hoe het kabinet deze doelstelling wil realiseren. Daarnaast
worden per prioriteit verschillende subdoelstellingen onderscheiden die het kabinet
gerealiseerd wil hebben en wordt aangegeven welke activiteiten daartoe worden
ondernomen. Tevens staat een indicatie van de beschikbare financiën volgens de
begroting 2009 vermeld en wordt aangeduid uit welke begroting deze gedekt worden.
Tot slot is het van belang te vermelden dat de verschillende prioriteiten niet in dezelfde
fase van de beleidscyclus zitten. De mate van concreetheid waarmee de doelstellingen
kunnen worden omschreven en de mate waarin effecten van activiteiten kunnen worden
voorzien zijn daardoor verschillend. Voor een aantal prioriteiten (met name voor
"Handelsketens en biodiversiteit", "Betalen voor biodiversiteit" en "Mariene biodiversiteit
en visserijketens") geldt bovendien dat er sprake is van complexe processen met veel
internationaal overleg die pas op langere termijn effect sorteren en waarbij Nederland
slechts één van de spelers is. Daarnaast zal de Task Force Biodiversiteit en Natuurlijke
Hulpbronnen suggesties en maatregelen gaan aanreiken die het kabinet kan
implementeren. Deze suggesties zullen hun invloed hebben op de uitvoering van het
beleidsprogramma.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 5
Het is van belang dat voor dergelijke nieuwe activiteiten tijd en financiële ruimte
beschikbaar blijft. In de jaarlijkse voortgangsrapportages zal het kabinet hieraan aandacht
besteden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 6
1. Handelsketens en biodiversiteit
1.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van deze prioriteit is dat op termijn alle grondstoffen uit natuur-
lijke hulpbronnen of uit de natuur die we in Nederland gebruiken of deze nu in
Nederland of in het buitenland worden betrokken- duurzaam zijn geproduceerd. Binnen
die duurzaamheid zijn behoud en duurzaam gebruik van ecosysteemfuncties en
biodiversiteit belangrijke factoren.
Om bovenstaande doelstelling te realiseren, hanteert het kabinet de volgende strategie:
· voortzetten en versterken van de verduurzaming van handelsketens middels het actief
inspelen op kansen door te faciliteren, te stimuleren, convenanten af te sluiten,
criteria te ontwikkelen of in algemene termen randvoorwaarden te creëren;
· inzetten op actieve uitwisseling tussen ketens op het terrein van biodiversiteit en
zorgen dat ketens van elkaar leren;
· een extra stimulans geven waar biodiversiteit als onderdeel van geïntegreerde
duurzaamheid te weinig aandacht krijgt;
· als marktpartij eisen stellen aan producten in het kader van duurzaam inkopen.
In de uitvoering wordt nauw aangesloten bij het kabinetsbeleid op het gebied van
verduurzaming van ketens, zoals vastgelegd in: de "Kabinetsvisie Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen 20082011" (Tweede Kamer 20072008, 26485, nr. 53); de
kabinetsreactie op het SER-advies "Duurzame globalisering: een wereld te winnen"
(Tweede Kamer, 20082009, 26485, nr. 62); "Een zaak van iedereen; een toelichting op de
inzet ten aanzien van landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid in ontwik-
kelingslanden" (Tweede Kamer, 20072008, 31250, nr. 14); en de toekomstige Tweede
Kamerbrief over non-trade concerns en handel (2009, in voorbereiding).
1.2 Uitvoeringsagenda
Accenten binnen Nederland
Afspraken over de benodigde transitie
De doelstelling van het kabinet is te komen tot afspraken met het bedrijfsleven voor 2011
over de wijze waarop duurzaam gebruik van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen
gerealiseerd kan worden. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· De Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen zal het kabinet adviseren over
mogelijke afspraken met het bedrijfsleven uiterlijk in 2011. De Taskforce is in januari
2009 geïnstalleerd en zal onafhankelijk advies uitbrengen (zie ook prioriteit "Nieuwe
coalities voor biodiversiteit" (hoofdstuk 6).
· Het kabinet stelt een nationaal programma inzake het duurzaam gebruik van
natuurlijke hulpbronnen op, in reactie op de "Thematische strategie duurzaam
gebruik van natuurlijke hulpbronnen" gepubliceerd door de Europese Commissie in
2005. Het kabinet is voornemens dit nationaal programma in 2009 gereed te hebben.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 7
Om het aandeel (aantoonbaar) duurzaam hout dat op de Nederlandse markt wordt
verbruikt in 2011 tot minimaal 50% te laten stijgen, worden onderstaande activiteiten
ondernomen.
· Half 2009 wordt een stakeholdersbijeenkomst georganiseerd waar zal worden
besproken hoe het aandeel duurzaam geproduceerd hout op de Nederlandse markt
kan worden vergroot met als einddoel duurzaam bosbeheer. Er zullen afspraken
worden gemaakt over hoe knelpunten kunnen worden opgelost die de productie van,
de handel in en het gebruik van duurzaam hout belemmeren.
· Daarnaast wordt via het Initiatief Duurzame Handel (IDH, zie box) ondersteuning aan
de houtketen gegeven in Brazilië en Indonesië waarmee het aanbod gecertificeerd
hout zal toenemen. BuZa/OS draagt 8,6 miljoen euro bij tot 2014. Daarmee zal een
oppervlak van 5,7 miljoen hectare gecertificeerd bos worden gerealiseerd en zal
1 miljoen hectare in proces van certificering zitten.
Duurzaam inkopen door de overheid
Het kabinet wil vanaf 2010 duurzaam inkopen. Van de ketens die in het beleidsprogramma
aan de orde zijn, is vooral de houtketen relevant. Het doel van de rijksoverheid is dat vanaf
2010 alleen nog duurzaam geproduceerd hout wordt ingekocht. VROM heeft hiervoor tot
en met 2011 een budget beschikbaar van 450.000 euro per jaar. Om de doelstelling te
bereiken zullen onderstaande activiteiten worden ondernomen.
· Er wordt een database opgesteld voor inkopers met alternatieven voor bekendere
houtsoorten.
· Inkopers worden geïnformeerd en getraind over de huidige houtinkoopcriteria.
· Aannemers worden geïnformeerd over de noodzaak van gebruik van duurzaam hout.
· In het kader van duurzaam inkopen worden houtcertificatiesystemen getoetst door de
houtinkoopcommissie, de Timber Procurement Assessment Committee.
Bevorderen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
In het kader van het kabinetsbrede beleid op het gebied van Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO) wil het kabinet voor 2011 een impuls geven aan de
aandacht voor biodiversiteit. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· In het kader van MVO worden afspraken (convenanten) met het bedrijfsleven
gemaakt over biodiversiteitsbehoud en duurzaam beheer. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van de bestaande kanalen en de daarvoor beschikbare middelen.
· Versterken van aandacht voor biodiversiteit als onderdeel van MVO in samenwerking
met een aantal partijen, zoals Global Reporting Initiative, de Vereniging van Beleggers
voor Duurzame Ontwikkeling, het IDH en MVO Nederland. Hierbij zal het accent op
informatie- en kennisuitwisseling liggen.
· Samenwerken met het IDH.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 8
Initiatief Duurzame Handel
Het Initiatief Duurzame Handel (IDH) is in 2008 als uitwerking van een Schoklandakkoord
tot stand gekomen. Bedrijven, vakbonden, maatschappelijke organisaties en overheid
werken hierin samen ten behoeve van verduurzaming van de internationale handels-
ketens. Knelpunten op sociaal, economisch en milieugebied in ontwikkelingslanden
worden gezamenlijk aangepakt. In 2008 is voor vier ketens een programma gestart: cacao,
hout, soja en natuursteen. Voor thee en toerisme zijn programma's in voorbereiding.
Kenmerkend is dat het om sectorbrede initiatieven gaat die voor 50% door de deel-
nemende partijen gefinancierd dienen te worden, waarna de overheid vanuit IDH
eveneens 50% bijdraagt. Om MKB en brancheorganisaties te activeren is IDH
ondergebracht bij MVO-Nederland. Naast het uitvoeren van programma's is er een
tweede belangrijke pijler gericht op het onderling leren van elkaar: het intersectorale
leren. Dit kan zich richten op problemen waar meerdere ketens tegenaan lopen,
bijvoorbeeld aandacht voor biodiversiteit.
De programma's die de gekozen ketens binnen het Beleidsprogramma "Biodiversiteit
werkt, voor natuur voor mensen voor altijd" betreffen, hebben betrekking op de hout- en
sojaketen.
Accenten in de internationale samenwerking
Verduurzaming van specifieke ketens
Wat de houtketen betreft wil het kabinet naast duurzaam inkopen, het organiseren van de
stakeholdersbijeenkomt en de inspanningen via het IDH in EU-verband een halt
toeroepen aan de handel in illegaal hout als stap op weg naar duurzaamheid. Voor het
realiseren van deze doelstelling is ongeveer 3 miljoen euro beschikbaar tot 2011 uit het
budget van BuZa/OS. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· Het Rijk steunt Maleisië in het kader van het EU actieplan Forest Law Enforcement
Governance and Trade (FLEGT) door detachering van een expert bij de delegatie van
de Europese Commissie in Kuala Lumpur tot eind 2009. Voorts biedt het Rijk financiële
ondersteuning en expertise op het gebied van bosbouw, ketenbeheer, douane-
procedures en marketing.
· Het Rijk steunt Ghana in het kader van FLEGT via bilaterale ontwikkelings-
samenwerking.
· Er wordt een bijdrage geleverd aan de FLEGT-faciliteit van het European Forest
Institute.
· Het Rijk ondersteunt de Europese Commissie om zo snel mogelijk met aanvullende
wettelijke maatregelen te komen om illegaal hout van de communautaire markt te
weren.
· Het Rijk zet zich in voor het strafbaar stellen van de handel in illegaal hout in
mondiaal verband.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 9
Het kabinet wil de negatieve gevolgen van veenwinning op natuurgebieden zoveel
mogelijk verminderen. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· In 2009 worden de knelpunten voor biodiversiteit door veenwinning, zoals het
afgraven van waardevolle venen, verstoring van de waterhuishouding van
aangrenzende gebieden en de invloed op het klimaat, verkend.
· Met de relevante spelers binnen de productie van substraat (inclusief potgrond)
worden in 2009 mogelijkheden tot aanpassingen in winning (locatie en afwerking van
winplaatsen) en gebruik (aandeel veen in substraat) onderzocht, alsook mogelijk-
heden om alternatieve grondstoffen te gebruiken en/of te ontwikkelen, rekening
houdend met de behoeften in diverse teelten. Hierbij wordt voortgebouwd op
bestaande kennis.
· In samenwerking met de International Peat Society, de International Mire
Conservation Groen andere partners, waaronder de Nederlandse producenten,
worden in 2010 mogelijke bijdragen aan oplossingen door veenmosteelt op
gedegradeerde hoogveengronden onderzocht.
· De mogelijkheden tot certificering voor de minst schadelijke benaderingen op korte
en lange termijn worden verkend, waar mogelijk aansluitend bij bestaande
initiatieven.
· Uiterlijk in 2011 worden afspraken gemaakt met het bedrijfsleven over korte- en lange
termijndoelen en wijze van realisering.
Wat de palmolieketen betreft zal het kabinet bijdragen aan het realiseren van de doel-
stelling van bedrijven in de keten die hebben aangegeven te zullen overgaan op 100%
gebruik van duurzaam geproduceerde palmolie (gecertificeerd volgens de normen van de
Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO)) in 2015 en dat wereldwijd een praktisch
toepasbaar systeem van certificering van de mainstream (bulk) functioneert. Om deze
doelstelling te realiseren worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· De International Finance Corporation (IFC), het op de private sector gerichte
onderdeel van de Wereldbank, voert een Biodiversity and Agricultural Commodities
Programme uit dat verduurzaming van de palmolie- en sojaketen ondersteunt. Dit
programma maakt deel uit van de Sustainable Business Innovator waaraan BuZa/OS
vanaf 2009 jaarlijks 1,1 miljoen euro bijdraagt.
· Voor het versterken van integratie van kleinschalige producenten buiten de EU in het
proces van verduurzaming wordt door Solidaridad en een aantal bedrijven een
ondersteuningsprogramma uitgevoerd dat met 4,8 miljoen euro voor vier jaar
financieel ondersteund wordt vanuit het Schoklandfonds van BuZa/OS voor de
gewassen palmolie, soja en suiker.
· Onder het huidige Medefinancieringsstelsel (MFS) van BuZa/OS is aan een aantal
Nederlandse NGO's (onder andere Both Ends en OxfamNovib) die actief zijn in de
RSPO en lid zijn van de RSPO-Board reeds een bijdrage verleend tot 2010.
· LNV laat door Wageningen Universiteit (WUR) beleidsondersteunend onderzoek
verrichten op het gebied van ketenverduurzaming voor zowel palmolie als soja en
heeft daarvoor jaarlijks 200.000 euro beschikbaar.
· Komende jaren wordt versterking van certificering in en door ontwikkelingslanden
gefaciliteerd. De vorm waarin dit zal plaatsvinden zal verder uitgewerkt worden in
nauwe samenwerking met bestaande lokale instituties.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 10
Dit zal niet beperkt blijven tot palmolie, maar ook soja, biomassa en mogelijk ook
vismeel zullen hierbij betrokken worden.
Met betrekking tot de sojaketen is het doel het aandeel van geïmporteerde en volgens de
Round Table on Responsible Soy (RTRS) gecertificeerde sojaproducten vanaf 2011 jaarlijks
te laten stijgen en een wereldwijd toepasbaar systeem van certificering voor mainstream
(bulk) soja geaccepteerd te krijgen. Om de doelstelling te realiseren worden onderstaande
activiteiten ondernomen. Deels is hierbij sprake van overlap met activiteiten gericht op de
palmolieketen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het integreren van kleinschalige producenten
in de keten en het biodiversiteitsprogramma van IFC.
· Vanuit het IDH dat financiering van BuZa/OS ontvangt, wordt ondersteuning verleend
aan verbreding van het aantal stakeholders en landen betrokken bij de RTRS met een
bedrag van 230.000 euro in 2009 en 2010.
· Uit het huidige BuZa/OS budget voor het MFS is aan Nederlandse NGO's (onder
andere Both Ends, Cordaid, ICCO, IUCN, Solidaridad) die actief bijdragen aan de
totstandkoming van de RTRS reeds financiering verleend.
· In 2009 wordt middels een pilot, uitgevoerd door IUCN en bedrijven, gekomen tot
versterking van biodiversiteitscriteria in het RTRS-proces. Vanuit het budget voor het
interdepartementale programmateam en de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke
Hulpbronnen zal hiervoor 37.500 euro beschikbaar worden gemaakt.
Voor uitwerking van verduurzaming van de biomassaketen (inclusief biobrandstoffen)
wordt verwezen naar de notitie "Biomassa voor energiedoeleinden, Plan van Aanpak
Biomassa Mondiaal" die als bijlage is bijgevoegd bij de Beleidsnotitie milieu en
hernieuwbare energie in ontwikkelingssamenwerking (Tweede Kamer 2007-2008, 31250
en 30495, nr. 30).
Versterking samenhang en samenwerking tussen ketens
Het kabinet wil bijdragen aan een verstevigde samenhang van ketens en de samenwerking
tussen de ketens voor 2011 vergroten. Daartoe zullen onderstaande activiteiten worden
ondernomen.
· In samenwerking met het IDH worden leertrajecten opgezet specifiek gericht op
biodiversiteit. Financiering zal zoveel mogelijk geschieden binnen bij IDH beschikbare
middelen voor het programma "Intersectoraal Leren".
· In het kader van het WUR-DGIS partnerschap Competing claims vindt onderzoek
plaats naar de gevolgen van internationale handelsketens op landgebruik en
biodiversiteit. Hiervoor is voor de periode 2007-2011 een bedrag van 5 miljoen euro
gereserveerd op de begroting van BuZa/OS.
· Vanuit LNV zullen in 2009 twee kennis- en uitwisselingstrajecten worden gestart met
een looptijd tot 2011. Eén traject vindt plaats in samenwerking met WUR/Dienst
Landbouwkundig Onderzoek (DLO) waarvoor 100.000 euro is gereserveerd voor 2009
en 2010. Het andere traject vindt plaats in samenwerking met het International
Institute for Sustainable Development en de United Nations Conference on Trade and
Development (UNCTAD) waaraan LNV 100.000 euro bijdraagt voor de periode 2009-
2010 in het kader van een onderzoekprogramma gericht op de duurzaam-
heidstrategieën in de internationale agrarische productieketens (inclusief hout).
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 11
· In 2009 vindt een verkenning plaats gericht op mogelijke samenwerking met
bestaande ketenoverleggen, waaronder de door de Maastricht School of Management
uitgevoerde ketenonderzoeken in Afrika en het door het Institute for Social Studies en
de WUR begeleide overleg van onderzoeksinstellingen.
Instrumenten om duurzaamheid te bevorderen
Het kabinet zal voor 2011 een bijdragen leveren aan de ontwikkeling en inzet van
instrumenten gericht op versterking van duurzaamheid in internationale handelsketens.
Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· Op basis van de in 2009 te verschijnen notitie over Non Trade Concerns en
verduurzaming van ketens, wordt een strategie uitgewerkt voor verdere inzet in
internationaal verband, zoals WTO en EU.
· In 2009 wordt verkend hoe biodiversiteit kan worden meegenomen en geïntegreerd
in de ontwikkeling van ISO 26000 als internationale norm voor Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen.
2. Betalen voor biodiversiteit
2.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van deze prioriteit is de waarde die biodiversiteit heeft voor
economische productieprocessen en maatschappelijke behoeften zichtbaar maken, vraag
en aanbod van ecosysteemgoederen en diensten creëren en hiervoor economische
instrumenten ontwikkelen.
Om de doelstelling van deze prioriteit te halen wil het kabinet:
· actief (inter-)nationale initiatieven ondersteunen en zelf initiëren;
· de onderhandelingen in internationale trajecten beïnvloeden;
· fiscale - en subsidieregelingen verder vergroenen.
2.2 Uitvoeringsagenda
Accenten binnen Nederland
Afspraken over de benodigde transitie
Het kabinet wil voor 2011 afspraken met het bedrijfsleven maken hoe de ecologische
voetafdruk tot een minimum wordt teruggebracht en de rest van de voetafdruk wordt
gecompenseerd. Om dit te realiseren worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· De Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen wordt gevraagd het kabinet te
adviseren hoe bedrijven concrete maatregelen kunnen nemen om het gebruik van
biodiversiteit (binnen en/of buiten Nederland) te vergoeden of te compenseren.
· IUCN heeft de opdracht gekregen om in samenwerking met VNO-NCW een
werkprogramma Biodiversity & Business op te stellen, waarin voor 2011 concrete
producten worden benoemd op het vlak van bedrijfsleven en biodiversiteit.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 12
· In het kader van het "BioCompensatieproject" (BioCom) wordt met drie bedrijven
verkend hoe het beslag dat deze bedrijven op biodiversiteit hebben, gecompenseerd
zou kunnen worden. De kosten voor dit project zijn ten laste gekomen van de VROM-
begroting van 2008.
Vergroeningsmaatregelen
Het kabinet wil dat economische instrumenten ingezet worden om duurzaam gebruik van
goederen en diensten die biodiversiteit ons levert te bevorderen. In Nederland onder-
neemt het kabinet daartoe onderstaande activiteiten.
· Over de verdere vergroening van het belastingstelsel ontvangt de Tweede Kamer in
het voorjaar van 2009 een brief met concrete voorstellen.
· In 2009 wordt gestart met de actualisatie van de "Regeling Groenprojecten Buitenland
2002". Hiermee wil het kabinet een nieuwe impuls geven aan goedkopere financiering
van milieuprojecten in het buitenland. Er wordt naar gestreefd om de nieuwe regeling
in 2010 in te laten gaan.
· Jaarlijks wordt de "VAMIL (regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen) -
MIA (Milieu-investeringsaftrek) regeling" geactualiseerd. Investeringen die direct of
indirect het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit bevorderen krijgen hierin
een steeds belangrijkere positie. In 2009 is voor VAMIL een budget beschikbaar van 38
miljoen euro en voor MIA een budget van 86 miljoen euro. Een beperkt deel van dit
budget zal voor biodiversiteitsprojecten aangewend worden. In het aanvullend
beleidsakkoord van het kabinet is voor zowel 2009 als 2010 een extra 30 miljoen euro
beschikbaar gemaakt.
· In kader van Agenda Landschap onderzoeken provincies samen met het Rijk in 2009
de wenselijkheid en mogelijkheden voor het instellen van provinciale
landschapsfondsen. Ook richt het Rijk zich op het laten meebetalen van burgers en
bedrijven aan het landschap.
Klimaat
Zie prioriteit "Biodiversiteit werkt" (hoofdstuk 3).
Accenten in internationale samenwerking
Verankeren in internationale kaders
Het kabinet wil actief bijdragen aan het verankeren van de waarde van biodiversiteit in
internationaal perspectief. Daartoe worden de onderstaande activiteiten ondernomen.
· Middels het gezamenlijk organiseren van workshops, presentaties en side events op
internationale bijeenkomsten bevorderen Nederlandse delegaties op het gebied van
ecosysteemfinanciering de synergie tussen initiatieven van internationale organen,
zoals de Convention on Biological Diversity (CBD), Community Conservation Coalition,
United National Forest Fund en United Nations Framework Conventions of Climate
Change.
· Het kabinet verkent en bevordert mogelijkheden om te komen tot betalingen voor
biodiversiteit binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (zie prioriteit
"Biodiversiteit werkt" (hoofdstuk 3)) en WTO-kaders (zie prioriteit "Handelsketens en
biodiversiteit" (hoofdstuk 1)).
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 13
Ook zet het kabinet in op een eerlijke verdeling van de opbrengsten en een betere
regulering van de toegang tot biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen, waarbij
eigendomsrechten gewaarborgd blijven. Voor deze doelstelling is 600.000 euro beschik-
baar op de begroting van BuZa/OS voor de periode 2009-2010. Om de doelstelling te
realiseren worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· Het kabinet draagt actief bij aan de vormgeving van internationale afspraken over
toegang tot genetische hulpbronnen en een eerlijke verdeling van de opbrengsten
daarvan (Access and Benefit Sharing (ABS)). Dit moet in 2010 leiden tot een
internationaal instrument dat de rechten en plichten regelt van zowel de leveranciers
(vaak ontwikkelingslanden) als de gebruikers (zoals de landbouwveredelingssector en
de farmaceutische industrie) van genetische kennis en materiaal. Daarnaast zal dit
instrument de concrete uitvoering regelen.
· Het samenwerkingsproject van BuZa/OS met Deutsche Gesellschaft für Technische
Zusammenarbeit voor capaciteitsopbouw ten bate van ABS in Afrika en andere regio's
wordt in 2009 en 2010 voortgezet en opgeschaald.
Compenseren onduurzaam beslag op biodiversiteit elders
Het kabinet wil samen met (inter-)nationale partners de mogelijkheden van (inter)
nationale mechanismen en instrumenten voor compensatie van onduurzaam gebruik van
biodiversiteit verkennen en bevorderen. In 2009 is daarvoor 120.000 euro beschikbaar op
de begroting van VROM. Om deze doelstelling te realiseren worden onderstaande
activiteiten ondernomen.
· VROM organiseert een internationale Expertmeeting Green Development Mechanism
in samenwerking met United Nations Environment Programme (UNEP), de IUCN, de
International Finance Corporation (IFC), het CBD-secretariaat en het Department for
Environment, Food and Rural Affairs (UK-DEFRA). Het doel van deze bijeenkomst is om
voorstellen voor een internationaal compensatiemechanisme voor
biodiversiteitsverlies te formuleren. Getracht wordt om in 2010 op de CBD-Conferentie
der Partijen in Japan, een besluit te nemen om deze voorstellen concreet uit te
werken.
· VROM draagt bij aan de uitwerking door WWF-NL van een vrijwillig CO2-
compensatieschema waarbij zowel koolstofvastlegging als behoud en herstel van
biodiversiteit wordt gerealiseerd. De proefprojecten zullen in samenwerking met
plaatselijke bevolking en autoriteiten in Indonesië, Peru en Suriname gaan
plaatsvinden.
Best practices en pilotprojecten
Het kabinet zet in op spoedige uitwerking van internationale afspraken over economische
instrumenten om ontbossing en degradatie van venen tegen te gaan in het kader van
klimaatmitigatie en adaptatie. Op de begroting van BuZa/OS is daarvoor 15 miljoen euro
beschikbaar voor de periode 2008-2012.
· Het Rijk is met 15 miljoen euro één van de grootste donoren van de Forest Carbon
Partnership Facility dat gericht is op het reduceren van emissies ten gevolge van
ontbossing en bosdegradatie en is lid van het bestuur van deze faciliteit.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 14
Het Rijk zet daarbij vooral in op capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden teneinde
hen in staat te stellen deel te nemen aan de internationale onderhandelingen in het
kader van een toekomstig VN-klimaatverdrag waar bossen mogelijk deel van gaan
uitmaken (Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation (REDD)).
· Het Rijk is actief betrokken bij het voorbereiden van een EU-positie ten behoeve van
UNFF-8 (UNFF: United Nations Forum on Forests) in april 2009, waar onder meer de
internationale afspraken over economische instrumenten om ontbossing en degra-
datie van venen tegen te gaan aan de orde komen. Beoogd resultaat van UNFF-8 is
een besluit over de instelling van een vrijwillig internationaal financieel instrument
voor duurzaam bosbeheer.
Het kabinet heeft voorts als doelstelling dat er renderende markten voor behoud en
duurzaam gebruik van biodiversiteit gecreëerd worden. VROM heeft hiervoor 200.000
euro op de begroting voor 2009 en LNV 25.000 euro. BuZa/OS heeft 3,2 miljoen euro
beschikbaar voor deze doelstelling voor de periode tot 2012. Om de doelstelling te
realiseren worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· VROM ondersteunt in 2009 de internationale werkconferentie Investing in biodiversity
and ecosystem services making it work. Deze conferentie moet een portfolio
opleveren van mogelijke projecten en kansen voor renderende investeringen in
biodiversiteitsbehoud. Het kabinet wil de resultaten van deze conferentie opschalen
naar andere landen en financiële instituties.
· VROM ondersteunt in 2009 een onderzoek en werkconferentie die tot doel hebben
knelpunten weg te nemen voor het ontwikkelen van instrumenten waarmee
investeerders informatie tot hun beschikking kunnen krijgen om te beoordelen welke
risico's ze lopen bij investeringen in bedrijven die onvoldoende rekening houden met
biodiversiteit.
· BuZa/OS ondersteunt een innovatieve aanpak om te komen tot armoedereductie door
betaling voor ecosysteemdiensten in waterstroomgebieden. In 2008 zijn in vier landen
(Peru, Tanzania, Indonesië en Guatemala) projecten gestart. Bij deze projecten werken
WWF en CARE samen met lokale overheden, bedrijven en organisaties van boeren en
bewoners (de hierboven genoemde 3,2 miljoen euro van BuZa/OS is bestemd voor dit
project).
· Het Rijk ondersteunt naast nationale ook internationaal instituten die veel kennis
hebben opgebouwd in relatie tot de verschillende aspecten van het betalen voor
ecosysteemdiensten, zoals het World Resources Institute, het International Institute
for Environment and Development en het Center for International Forestry Research .
· LNV ondersteunt in 2009 de jaarlijkse Groeneveld Conferentie van de Vereniging voor
Duurzaam Uitgaand Toerisme. Deze conferentie richt zich op: bewustwording van de
samenhang tussen toerisme, natuurbescherming en armoedebestrijding;
financieringsmechanismen voor biodiversiteit door middel van duurzaam toerisme; en
het bieden van concrete handelingsperspectieven aan touroperators en toeristen. Dit
sluit aan bij het Initiatief Duurzame Handel (IDH) waar een verbeterprogramma voor
de toerismesector wordt ontwikkeld (zie prioriteit "Handelsketens en biodiversiteit"
(hoofdstuk 1)).
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 15
3. Biodiversiteit werkt
3.1 Centrale doelstelling en strategie
Centrale doelstelling van de prioriteit "Biodiversiteit werkt" is het veiligstellen van veer-
krachtige en gezonde ecosystemen buiten de beschermde gebieden, zodanig dat de
capaciteit om diensten te leveren wordt gewaarborgd.
Om de doelstelling te realiseren volgt het kabinet een strategie waarbij ingezet wordt op:
· kennisvermeerdering en bewustwording omtrent de functies die ecosystemen hebben
voor onze economie;
· projecten waarin de meerwaarde van zorg voor en benutting van ecosysteemdiensten
wordt gedemonstreerd.
3.2 Uitvoeringsagenda
Accenten binnen Nederland
Afspraken over de benodigde transitie.
De doelstelling van het kabinet is om ecosysteemdiensten in het nationale landgebruik
verder te stimuleren. Om deze doelstelling te realiseren worden onderstaande activiteiten
ondernomen.
· In opdracht van het kabinet voert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een
evaluatie uit naar de staat en het functioneren van ecosystemen in Nederland. Het
betreft een specifieke Nederlandse uitwerking van de Millenium Ecosystem
Assessment die in 2001 door de Verenigde Naties is gelanceerd. De resultaten van het
onderzoek worden in 2010 opgeleverd. Het project wordt gefinancierd uit de
reguliere VROM-middelen voor het PBL.
· In het afgelopen jaar is een onderzoek naar ecosysteemdiensten in stedelijk en
landelijk gebied succesvol afgerond. Als vervolg hierop wordt opdracht verleend tot
het uitwerken van innovatieve maatregelenpakketten met instrumenten en hande-
lingsperspectieven voor herstel en behoud van ecosystemen in het stedelijk en het
landelijk gebied. Hiervoor is 300.000 euro beschikbaar op de begroting van VROM
voor de periode 2008-2010.
· Bij het verder uitwerken van de prioriteit "Biodiversiteit werkt" wordt waar mogelijk
samenwerking gezocht met bestaande projecten en programma's. Voorbeelden
hiervan zijn het project Building with nature van het ministerie van VenW, "Agenda
Landschap" van LNV en het programma "Adaptatie Ruimte en Klimaat" van VROM.
· Op basis van adviezen van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen
maakt het kabinet in 2011 afspraken met het bedrijfsleven over de wijze waarop
ecosysteemdiensten in het nationale landgebruik verder kunnen worden gestimu-
leerd.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 16
Grondgebonden landbouw
De doelstelling van het kabinet is dat de landbouwsector duurzamer gaat produceren
waardoor de milieubelasting vermindert en ecosysteemdiensten meer worden benut.
Daartoe zet het kabinet in op onderstaande activiteiten.
· Inzetten op het ombouwen van het Europees Landbouwbeleid van de directe
ondersteuning van land- en tuinbouw naar een systeem van marktgerichte
beloningen aan landbouwers en andere plattelandsondernemers met agrarische
activiteiten voor zichtbare realisatie en instandhouding van gewenste
maatschappelijke waarden (natuur, milieu, landschap en/of dierenwelzijn).
· Kennis op het gebied van "Functionele Agrobiodiversiteit" (FAB) vergroten en
toepasbaar maken voor ondernemers door vervolg van het beleidsondersteunend
onderzoek voor FAB. Het ministerie van LNV heeft hiervoor ruim 2 miljoen euro
beschikbaar gesteld voor de periode 2008-2011.
· Voor het uitvoeren van pilots op het gebied van duurzame agrarische productie zijn
financiële middelen beschikbaar in het kader van het Investeringsbudget landelijk
gebied (ILG). Door het ministerie van VROM is hiervoor tot 2012 in totaal 10 miljoen
euro beschikbaar gesteld.
· In opdracht van VROM stelt het RIVM een handboek op met mogelijke maatregelen
om het duurzaam functioneren van de bodem te bevorderen. Dit handboek zal in
2010 verschijnen. Het project wordt gefinancierd uit de reguliere VROM-middelen
voor het RIVM.
· Het ministerie van VROM onderzoekt samen met Wageningen Universiteit (WUR) de
relatie tussen klimaat en ecosysteemdiensten van de bodem. Hiervoor heeft VROM
400.000 euro beschikbaar voor de periode 2008 2013.
· In het FAB-2 programma wordt gezamenlijk met het landbouwbedrijfsleven vervolg
gegeven aan het FAB-project (dit betrof een pilot in de Hoeksche Waard waarbij de
bevindingen uit het beleidsondersteunend FAB-onderzoek zijn toegepast in de
praktijk bij verschillende agrarische bedrijven). Hierbij wordt langs vier lijnen
(omgeving, bovengronds, bodem en maatschappij) verder gewerkt aan het
ontwikkelen van gebruiksklare FAB-strategieën. Hiervoor is 1,1 miljoen euro
beschikbaar op de begrotingen van VROM en LNV voor de periode 2008-2012.
· Om de opgedane ervaring in de verschillende projecten te communiceren is, tevens
samen met de sector (LTO en NAJK), het "Stimuleringsprogramma Agrobiodiversiteit
en Duurzaam Bodemgebruik" (SPADE) gestart. Hiervoor is vanuit LNV en VROM 1,2
miljoen euro beschikbaar voor de periode 2008-2010.
Accenten in de internationale samenwerking
Samenwerking binnen de EU en mondiaal
Om kennis en ervaring op internationaal niveau rond duurzaam gebruik van
ecosysteemdiensten te delen onderneemt het Kabinet de volgende activiteiten.
· Het ministerie van VROM heeft het initiatief genomen voor het European Learning
Network on Functional Agrobiodiversity.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 17
Er is opdracht verleend om het secretariaat van dit netwerk in te richten en de
structurele financiering door Europese partijen te organiseren. VROM heeft voor het
secretariaat 300.000 euro op de begroting voor de periode 2008-2009.
· De ministeries van LNV en VROM investeren gezamenlijk in het opzetten van het
secretariaat van het "Diversitasprogramma" en hebben daartoe voor de jaren 2008-
2012 375.000 euro op de begroting. Het "Diversitasprogramma" richt zich mondiaal
op kennisontwikkeling rond Agrobiodiversiteit. WUR heeft binnen dit programma een
trekkende rol.
· Mede op voorstel van Nederland heeft de Convention on Biological Diversity (CBD) de
FAO gevraagd een rapport voor te bereiden over bodembiodiversiteit ter besluit-
vorming op haar tiende Conferentie der Partijen in 2010 in Japan. In dit rapport zal
aandacht worden besteed aan het belang van ecosysteemdiensten van de bodem voor
maatschappelijke vraagstukken, zoals klimaatverandering.
4. Ecologische netwerken
4.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van deze prioriteit is het hoofd te bieden aan de aantasting en
versnippering van leefgebieden van soorten, zowel binnen Nederland als in internationaal
verband.
Om deze doelstelling te realiseren, hanteert het kabinet de volgende strategie binnen
Nederland:
· het verbeteren van beheer en samenhang van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
(inclusief Natura 2000-onderdelen);
· bevordering van milieu- en waterkwaliteit ten behoeve van de EHS;
· het inzetten van aanvullend actief soortenbeschermingsbeleid;
· het anticiperen op klimaatverandering.
In internationaal verband past het kabinet de volgende strategie toe:
· het hand in hand laten gaan van economische ontwikkeling met een duurzaam
beheer van natuurlijke hulpbronnen en bescherming van ecologische netwerken;
· het ondersteunen van projecten ondersteunen die bijdragen aan ecoregionale
ontwikkeling met netwerken als kernelement;
· bevordering van erkenning van het concept "ecologische netwerken" in
internationale kaders;
· het ondersteunen van de uitvoering van nationale ontwikkelingsstrategieën en
National Envrionmental Action Plans waar ecologische netwerken een rol in spelen in
OS-partnerlanden die milieu als sector voor samenwerking hebben gekozen door
middel van dialoog met nationale overheden en afstemming met andere doneren.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 18
4.2 Uitvoeringsagenda
Accenten binnen Nederland
Beheer en samenhang van de EHS en Natura 2000
Door realisatie van Natura 2000-gebieden, wil het kabinet op het Nederlandse grond-
gebied bijdragen aan behoud van soorten en habitats die vanuit Europees perspectief
bijzondere waarde hebben. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· Het aanwijzen van 162 Natura 2000-gebieden op land en vijf Natura 2000-gebieden op
de Noordzee (uiterlijk in 2010).
· Het opstellen van beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden. Deze zijn uiterlijk in
2013 gereed.
Hiervoor (exclusief het opstellen van beheerplannen voor Noordzeegebieden) heeft LNV
circa 37 miljoen euro beschikbaar voor de periode 2008-2012. Voor het opstellen van
beheerplannen voor Noordzeegebieden heeft VenW circa 3,7 miljoen euro begroot voor
de periode 2009-2017.
Daarnaast wil het kabinet een goede ruimtelijke bescherming van de EHS. Daartoe worden
uiterlijk in 2009 de hierna genoemde activiteiten uitgevoerd.
· De "Spelregels EHS" worden verankerd in de AMvB Ruimte. Daarnaast worden de
"Spelregels EHS" met de provincies geëvalueerd.
· De midterm review van het ILG wordt uitgevoerd en er wordt op grond daarvan
bezien of vanaf dat moment een verschuiving van beheer naar verwerving zal worden
nagestreefd.
· Bij herbegrenzingen van de EHS - conform de "Spelregels EHS"- wordt rekening
gehouden met het effect op Natura 2000-gebieden.
Milieucondities EHS en Natura 2000
Met het oog op het bereiken van een goede kwaliteit van EHS- en Natura 2000-gebieden
streeft het kabinet enerzijds naar een uniforme sturingssystematiek voor natuurkwaliteit
en anderzijds naar een daarop gerichte inzet van instrumenten. Daartoe worden onder-
staande activiteiten uitgevoerd.
· LNV en provincies keuren de nieuwe sturingssystematiek goed en provincies vertalen
de oude natuurdoelensystematiek naar de nieuwe sturingssystematiek. Beide activi-
teiten zijn uiterlijk in 2009 uitgevoerd.
· Het kabinet stelt in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW) uiterlijk eind 2009 de
stroomgebiedbeheersplannen (SGBP's) voor de Rijn, Maas, Schelde en Eems vast voor
de periode 2009-2015. In de SGPB's worden onder andere de KRW-maatregelen-
pakketten samengevat die moeten bijdragen aan een goede oppervlakte- en grond-
waterkwaliteit. Dit draagt bij aan behoud van de biodiversiteit in watergebieden en
aan verbetering van watercondities in Natura 2000-gebieden. De ontwerp-SGBP's
liggen nu ter inspraak. Zoals aangegeven in de bijlage over SGPB's bij het ontwerp van
het Nationaal Waterplan (NWP), worden de investeringskosten voor aanvullende
KRW-maatregelen voor de periode 2010-2015 geschat op 2,3 miljard euro (voor rijk en
regio). De kosten omvatten onder andere 678 miljoen euro die VenW voor de periode
2010-2015 heeft begroot voor het "Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren".
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 19
· LNV voert uiterlijk in 2009 de midterm review van de ILG-contracten uit. De voortgang
van de verdrogingsbestrijding van de TOP-lijstgebieden maakt daarvan deel uit.
Leefgebiedenbenadering
De leefgebiedenbenadering impliceert gebiedsgericht soortenbeleid en kan worden
gezien als aanvulling op het gebiedenbeleid van de EHS en Natura 2000. Voor de
uitvoering van de leefgebiedenbenadering heeft LNV 17,1 miljoen euro gereserveerd voor
de periode 2008-2013. Om de doelstelling te realiseren wordt onderstaande activiteit
ondernomen.
· Provincies stellen uiterlijk in 2009 uitwerkingsplannen op. Daarin staat hoe het
leefgebiedenbeleid vorm wordt gegeven en met welke maatschappelijke partners.
Op basis van de plannen maken LNV en de provincies in het kader van het ILG heldere
afspraken voor periode 2010-2013.
Klimaatverandering en adaptatie in Nederland
Het kabinet streeft vanuit veiligheidsoogpunt naar het op regionaal of lokaal niveau
vergroten van de klimaatbestendigheid van gebieden en het realiseren van meervoudig
ruimtegebruik dat bijdraagt aan biodiversiteitsdoelen. Ook streeft het kabinet naar
klimaatbestendiger natuurdoelstellingen. Mede naar aanleiding van het advies van de
Deltacommissie ("Samenwerken met water"). De volgende activiteiten worden hiertoe
uitgevoerd.
· VROM ondersteunt thans vijf pilotprojecten op het gebied van veiligheid, water-
overlast of -tekort, en waterkwaliteit, in combinatie met natuur ("Natuurlijke
klimaatbuffers") en stelt in de periode 2008-2012 nog eens 15 miljoen euro
beschikbaar voor aanvullende projecten.
· VenW brengt in het kader van het NWP uiterlijk in 2015 in beeld waar water- en
natuurdoelen elkaar kunnen versterken.
· LNV laat, met het oog op het ontwikkelen van klimaatbestendiger natuurdoel-
stellingen, met reguliere kennisgelden een reeks beleidsondersteunende onderzoeken
uitvoeren die uiterlijk in de periode 2008-2010 zijn afgerond. LNV stelt daarvoor circa
500.000 euro beschikbaar.
· In 2015 wordt het Natura 2000-doelendocument geëvalueerd, onder andere in
verband met klimaatverandering.
· In het kader van het NWP worden oplossingen verkend voor de zandhonger in de
Oosterschelde en worden besluiten genomen over verziltingsmaatregelen voor het
Volkerak-Zoommeergebied (uiterlijk 2009).
· LNV heeft uiterlijk in 2009 de zogeheten ARK-agenda (ARK: Adaptatie Ruimte en
Klimaat) uitgewerkt met het oog op het identificeren van prioritaire ecosystemen,
gebieden en adaptatiestrategieën voor biodiversiteit. De ARK-agenda zal opgaan in de
maatregelen die gaan voortvloeien uit het advies van de Deltacommissie.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 20
Accenten in internationale samenwerking
Realiseren ecologische netwerken wereldwijd
De doelstelling van het kabinet is om in (pan-)Europees verband en met partnerlanden
daarbuiten te komen tot ecoregionale ontwikkeling met daarin waardevolle ecologische
netwerken als kernelement. Dit is mede ingegeven door de noodzaak te anticiperen op
klimaatverandering. Onderstaande activiteiten dragen bij aan het realiseren van de
doelstelling.
· Ondersteuning van internationale initiatieven zoals het verlenen van steun aan en het
leveren van inbreng in internationale initiatieven, zoals de CBD-Working Groon
Protected Areas.
· Bijdragen aan de realisering van het netwerkconcept voor wetlands en vogeltrek-
routes (flyways). Dit omvat mede een beleidsondersteunend onderzoeksproject
(gereed in 2009), waarvoor LNV 50.000 euro beschikbaar stelt.
· LNV financiert onderzoeksprojecten in het kader van een Pan-Europees Ecologisch
Netwerk
(PEEN). Deze zijn in 2009 gereed. LNV heeft hiervoor 600.000 euro beschikbaar gesteld.
· LNV is medeorganisator van de Pan-European Conference on Ecological Networks
(eind 2009) (LNV-bijdrage 40.000 euro).
· LNV initieert in 2009 een haalbaarheidsonderzoek voor een internationale ecologische
Rijncorridor.(LNV-bijdrage 30.000 euro).
· Het Matraprogramma van BuZa kan financieel bijdragen aan Oost-Europese
initiatieven waarbij een ecologische aanpak een belangrijke component is.
· Via het bilaterale kanaal kan het toepassen van een ecoregionale aanpak door over-
heden in Ghana, Ethiopië, Sri Lanka, het Amazonegebied, Guatemala, Vietnam en
Bolivia, rekenen op steun van BuZa/OS voor een geprogrammeerd bedrag van circa
28 miljoen euro.
· Voor de bijdrage aan een omvangrijk grensoverschrijdend (vijf landen) ecoregionaal
initiatief in Zuidelijk Afrika om het verlies aan biodiversiteit aan te pakken wordt in
principe 8 miljoen euro uitgetrokken (periode 2010-2015). Dit indien aan voorwaarden
is voldaan van lokaal ownership en een goede verhouding tussen armoedebestrijding,
duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en natuurbeheer.
· Via het multilaterale financieringskanaal van het Global Environmental Facility (GEF),
stelt BuZa/OS jaarlijks ongeveer 20 miljoen euro beschikbaar, waarvan 6,8 miljoen
euro specifiek voor behoud van biodiversiteit.
· Uit het budget voor het Medefinancieringsstelsel (MFS) ontvangen Nederlandse
milieu-NGO's financiële bijdragen waaruit in verschillende mate activiteiten met een
biodiversiteitscomponent worden ondersteund. Tot 2011 is hieraan in de lopende
ondersteuning vanuit het BuZa/OS-budget circa 57 miljoen euro toe te rekenen.
Verder zullen betrokken departementen in het kader van het beleidsprogramma
samenwerking versterken teneinde ecoregionale ontwikkeling en ecologische
netwerken in de internationale context beter te kunnen faciliteren en ondersteunen.
Dit zal gebeuren in samenwerking met maatschappelijke organisaties.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 21
Versterken samenhang
Zie hiervoor de tekst onder het kopje "Realiseren ecologische netwerken wereldwijd".
Versterken internationale samenwerking
Zie hiervoor de tekst onder het kopje "Realiseren ecologische netwerken wereldwijd".
5. Mariene biodiversiteit en visserijketens
5.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van de prioriteit "Mariene biodiversiteit en visserijketens" is het
behoud, herstel en duurzaam gebruik van mariene hulpbronnen, overeenkomstig
internationale normen.
Om de doelstelling te realiseren volgt het kabinet een strategie waarbij verschillende
instrumenten en activiteiten tot een samenhangend geheel worden gecombineerd. Het
gaat hierbij om een combinatie van:
· stimuleringsregelingen;
· wet- en regelgeving;
· convenanten;
· beïnvloeding strategieën en onderhandelingen in internationale trajecten; en
· (pilot-)projecten.
5.2 Uitvoeringsagenda
Accenten binnen Nederland
Duurzame visserij
Voor duurzame visserij is op de begroting van LNV in 2009 in totaal 9,7 miljoen euro
beschikbaar. In de periode 2010 t/m 2012 is dit 10,7 miljoen euro per jaar. In 2013 bedraagt
het 10,3 miljoen euro. Het betreft middelen uit het "Operationeel Plan" onder het
Europees Visserijfonds (EVF), waarover de Kamer eerder per brief is geïnformeerd
(Tweede Kamer 2007-2008, 29675, nr. 29).
Het kabinet wil bereiken dat de negatieve effecten van visserij op het bodemecosysteem
sterk verminderen. De doelstelling is dat 40% van de huidige traditionele boomkorvissers
in 2013 een andere visserijmethode gebruikt (zoals twinrig, squidjig, flyshoot of kleiner
vistuig). Dit betreft een tussendoel op weg naar het lange termijndoel om bestanden op
een duurzame manier te beheren met een minimale impact op het ecosysteem. De
volgende activiteit wordt ondernomen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 22
LNV stelt stimuleringsmiddelen uit het EVF beschikbaar voor de ontwikkeling en het
gebruik van alternatieve vormen van vistuig die leiden tot minder bodemberoering, meer
selectiviteit en minder discards (bijvangsten van commercieel niet-interessante vis).
Daarnaast leiden internationale afspraken tot meer selectieve visserij en vermindering van
ongewenste bijvangsten. Zo leiden de Europese meerjarige beheerplannen voor platvis tot
een vermindering van de visserij-inspanning (en dus bodemberoering) van ongeveer 10%
per jaar.
Het kabinet wil voorts bereiken dat de discards aanzienlijk verminderen: een reductie van
50% in 2015 ten opzichte van de bekende hoeveelheden uit 2006. Hiervoor zijn eveneens
stimuleringsmiddelen uit het EVF beschikbaar. De Europese Commissie zal binnenkort
voorstellen doen ter vermindering van discards. In het kader van de herziening van het
Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) moet een totaalverbod op discards niet worden
uitgesloten. Momenteel worden ook al discard-beperkende maatregelen uitgevoerd die
tussen de EU en Noorwegen zijn overeengekomen, zoals een verbod op highgrading (het
overboord gooien van vis met een lagere economische marktwaarde).
Een andere doelstelling van het kabinet is vergroening van het GVB, waarbij de eco-
systeembenadering daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Om deze doelstelling te
realiseren, worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· LNV richt zich op actieve beïnvloeding van EU-besluitvorming, gericht op: de
implementatie (uiterlijk in 2015) van Maximum Sustainable Yield als uitgangspunt
voor meerjarige beheer- en herstelplannen voor visbestanden; de reductie van visserij-
effecten op niet-doelsoorten (vissen, vogels, zoogdieren); en de reductie van visserij-
effecten op mariene habitats (zie hierna onder "Gebiedsbescherming op zee").
· LNV zet in op de voortvarende uitvoering van het zojuist gepubliceerde "EU-
Haaienactieplan". Dit streeft naar betere informatie, het verduurzamen van gerichte
visserij en het zoveel mogelijk beperken van bijvangsten.
· Het kabinet zet zich voorts in voor een actieve beïnvloeding van de herziening van het
GVB om duurzaam beheer te realiseren. Hiervoor is een interdepartementaal proces
onder regie van LNV gestart. Het kabinet zal medio 2009 een visie gereed hebben op
de herziening van het GVB. Belangrijke uitgangspunten voor deze visie zijn: een
levensvatbare, maatschappelijk geaccepteerde, duurzame visserijsector en een
effectief GVB dat goed uitvoerbaar is. In relatie tot de doelen van het Beleids-
programma Biodiversiteit zijn de volgende punten belangrijk: samenhang met milieu-
en natuurbeleid (met name andere communautaire EU beleidsterreinen van Vogel- en
Habitatrichtlijnen, VHR en Kaderrichtlijn Mariene Strategie, KRM); vermindering van
discards en van visserij-effecten op het mariene ecosysteem (dat wil zeggen effecten
op niet-doelsoorten en habitats); alternatieven voor het huidige beheer dat is
gebaseerd op TAC (Total Allowable Catches).
Ook geeft het kabinet aandacht aan de negatieve effecten van menselijke activiteiten op
zeezoogdieren, met name bruinvissen. Daartoe worden onderstaande activiteiten
ondernomen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 23
· LNV zet in op het opstellen en in ASCOBANS (verdrag voor de bescherming van kleine
walvisachtigen in de Noord- en Oostzee) overeenkomen van een actieplan ter
bescherming van de bruinvissen in de Noordzee. Het doel hiervan is om de bijvangst
van bruinvissen aanzienlijk terug te dringen.
· Er wordt een interdepartementaal onderzoeksprogramma opgesteld over de effecten
van onderwatergeluid op onder meer walvisachtigen (Ministeries V&W, Defensie,
LNV, EZ, VROM).
Het kabinet wil de transparantie van de visserijketen c.q. de traceerbaarheid van de handel
in visproducten vergroten. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· LNV werkt samen met maatschappelijke partners aan het realiseren van doelen op het
terrein van communicatie en certificering. Zo zijn in het kader van het
Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij met de Nederlandse kottersector en
natuurorganisaties afspraken gemaakt over bevordering van het aanbod van
duurzame vis door te streven naar MSC-certificering (MSC: Marine Stewardship
Council) (Tweede Kamer 2007-2008, 29675, nr. 42)
· LNV zet erop in om uiterlijk in 2011 informatie uit de bestaande "IUU-verordening"
(EU-verordening tegen illegale, ongereguleerde en ongerapporteerde visserij)
onderdeel te maken van de informatievoorziening richting de consument.
Gebiedsbescherming op zee
Voor de gebiedsbescherming op de Noordzee zet het kabinet in op het aanwijzen en
beschermen van gebieden in het Nederlandse Continentale Plat van de Noordzee met een
bijzonder belang voor de biodiversiteit. Voor deze doelstelling is in de periode tot en met
2011 in totaal 2,4 miljoen euro beschikbaar op de begroting van LNV. Voor het opstellen
van beheerplannen voor Noordzeegebieden heeft VenW circa 3,7 miljoen euro begroot
voor de periode 2009-2017 (zie ook de prioriteit "Ecologische netwerken" (hoofdstuk 4)).
Onderstaande activiteiten worden ondernomen om de doelstelling te realiseren.
· Het van toepassing verklaren van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en
Faunawet op de Nederlandse Economisch Exclusieve Zone (EEZ). Behandeling van het
wetsvoorstel in de Tweede Kamer zal in de loop van 2009 plaatsvinden. Het streven is
erop gericht dat de herziene Natuurbeschermingswet 1998 en de herziene Flora- en
faunawet met ingang van 1 januari 2010 in werking treden.
· LNV wijst in 2010 - na een inspraakprocedure - de Habitatrichtlijngebieden Klaverbank,
Doggersbank, Vlakte van de Raan en de (uitbreiding van) de Noordzeekustzone aan,
tezamen met de Vogelrichtlijngebieden het Friese Front en de Noordzeekustzone
tussen Bergen en Petten.
· LNV realiseert een voorstel voor een gedragen pakket van visserijmaatregelen in de
Natura 2000-gebieden met betrokkenheid van alle nationale stakeholders (met name
via het "Maatschappelijk Convenant Noordzeevisserij"), wetenschap en internationale
partners, teneinde de instandhoudingsdoelstellingen in Natura 2000-gebieden te
realiseren. De voorstellen moeten in de loop van 2011 gereed zijn, waarna besluit-
vorming in het kader van het GVB volgt.
· VenW stelt beheerplannen voor de Natura 2000-gebieden op de Noordzee op, welke
uiterlijk in 2013 gereed zullen zijn.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 24
· Het nemen van een besluit (uiterlijk in 2012) of en welke aanvullende gebieden op
grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn en/of de Kaderrichtlijn Mariene Strategie
(KRM) in aanmerking komen voor specifieke bescherming. In 2009 zal een start
worden gemaakt met het daartoe noodzakelijke wetenschappelijke onderzoek.
Kwaliteitsdoelstellingen
De uitwerking en het operationeel maken van een set van ecologische kwaliteits-
doelstellingen (EcoQOs) zal worden opgepakt in het kader van de implementatie van de
KRM op nationaal en internationaal/regionaal (Noordzee)niveau. Dit moet uiterlijk in 2012
leiden tot een definitie van een "Goede Milieutoestand". VenW heeft hiervoor in 2009
1 miljoen euro beschikbaar.
Accenten in de internationale samenwerking
Duurzame visserij
Het kabinet streeft ook in de internationale samenwerking naar behoud en duurzaam
gebruik van mariene hulpbronnen. In dit kader zet het kabinet in op de bestrijding van
illegale, ongereguleerde en ongerapporteerde (IUU)visserij en het bevorderen van
duurzame visserij. Daartoe worden onderstaande activiteiten ondernomen.
· LNV zal uiterlijk in 2009 een internationaal, juridisch bindend instrument voor
havenstaat maatregelen uitonderhandelen in het kader van de FAO, opdat een
minimale standaard ontstaat over wat havens kunnen ondernemen om IUU-visserij
tegen te gaan.
· LNV en BuZa/OS overleggen met de FAO teneinde uiterlijk in 2010 een mondiale
database van schepen die betrokken zijn bij IUU-visserij bij de FAO tot stand brengen.
LNV zet voorts - in overleg met BuZa/OS - via multilaterale kanalen van EU en FAO, in
op capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden in de Westafrikaanse regio ten behoeve
van de bestrijding van IUU en de bevordering van duurzame visserij. De activiteiten
zijn daarbij gericht op flankerend beleid in ontwikkelingslanden voor de uitvoering
van de Europese Verordening inzake IUU Visserij; toetreding van landen tot het VN
Visbestandenverdrag (UN FSA) en de ontwikkeling van CECAF (Fisheries Committee for
the Central Eastern Atlantic) tot een volwaardige RFMO voor de Centrale Oostelijke
Atlantische Oceaan.
Met betrekking tot de vismeelketen heeft het kabinet als doelstelling dat er een goed
functionerende mondiale ronde tafel tot stand komt, getrokken door private en maat-
schappelijke partijen. Daartoe wordt onderstaande activiteit ondernomen.
· BuZa/OS en LNV faciliteren en formaliseren, in samenwerking met het Initiatief
Duurzame Handel (IDH), het samenwerkingsproces tussen NUTRECO, IUCN en de
International Fishmeal and Fishoil Organisation die betrokken zijn bij de
vervolgstappen voor de oprichting van een ronde tafel vismeel.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 25
Het kabinet streeft voorts naar het verbeteren van regionaal visserijbeheer (in zoge-
naamde regionale visserijbeheersorganisaties). Zo wil LNV een wereldwijde dekking van
regionale visserijbeheersorganisaties (RFMO's) tot stand brengen, waarbij de eco-
systeembenadering in het visserijbeheer wordt toegepast. Daartoe worden onderstaande
activiteiten ondernomen.
· LNV draagt, onder andere door bij te dragen aan bestandsonderzoek, zijn
verantwoordelijkheid in het functioneren van de visserijbeheersorganisatie voor de
Zuidelijke Stille Oceaan (SPRFMO) die in 2010 functioneel moet zijn
· LNV zet in op actieve samenwerking tussen de RFMO's en CITES (Convention on
International Trade in Endangered Species). Deze samenwerking is er onder meer op
gericht te komen om op basis van gezamenlijke assessments en wetenschappelijk
onderzoek te komen tot een eenduidige interpretatie van de staat van instand-
houding van commerciële vissoorten die met uitsterven worden bedreigd. Dit moet
uiterlijk in 2011 leiden tot besluitvorming in de relevante RFMO's over duurzaam
beheer van dergelijke soorten. Indien dit niet wordt gerealiseerd, kan dat in laatste
instantie betekenen dat het kabinet zich ervoor zal inzetten dat bepaalde soorten,
zoals haaien, worden opgenomen op de CITES-lijsten.
Gebiedsbescherming op zee
Het kabinet streeft ook in de internationale samenwerking naar bescherming, behoud en
herstel van kwetsbare mariene ecosystemen en wil een substantiële bijdrage leveren aan
de totstandkoming van een internationaal netwerk van effectief beheerde, mariene,
beschermde gebieden. Hiervoor is tot en met 2011 150.000 euro per jaar beschikbaar op
de begroting van LNV.
Eén van de doelstellingen van het kabinet in dit kader is het vormgeven van een
internationaal regime voor integraal beheer, bescherming en duurzaam gebruik van
mariene biodiversiteit in zeegebieden buiten nationale rechtsmacht. Daartoe worden
onderstaande activiteiten ondernomen door LNV, BuZa en VenW:
· Het inzetten op het uitonderhandelen van een Implementing Agreement in het kader
van het VN Zeerechtverdrag in 2011
· Het faciliteren van de voortgang van drie elementen die onderdeel uitmaken van
voornoemd Implementing Agreement te weten: de totstandkoming van netwerken
van mariene beschermde gebieden; het ontwikkelen van een systeem van vooraf-
gaande milieueffectrapportages voor ongecontroleerde activiteiten; en het ont-
wikkelen van een voorstel voor omgang met mariene genetische bronnen. Met dit
doel worden een aantal internationale processen financieel en met wetenschappelijk
onderzoek ondersteund, waaronder het Global Oceans Forum, de IUCN en de VN
werkgroep voor mariene biodiversiteit in gebieden buiten nationale rechtsmacht.
Het kabinet wil concrete vooruitgang bereiken ten aanzien van de totstandkoming van
een wereldwijd netwerk van mariene beschermde gebieden per 2012, conform de
doelstelling van de World Summit on Sustainable Development in 2002. Hiertoe worden
onderstaande activiteiten ondernomen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 26
· LNV ondersteunt wetenschappelijke, technische en inhoudelijke analyses die
waardevolle en kwetsbare mariene ecosystemen in gebieden buiten nationale
rechtsmacht identificeren (onder andere CBD-workshop, IUCN Hotspot Project).
· LNV zet erop in dat op de tiende Conferentie der Partijen van de CBD in 2010 een
besluit valt over een lijst van waardevolle en kwetsbare mariene ecosystemen in
gebieden buiten nationale rechtsmacht die beschermd zouden moeten worden.
6. Nieuwe coalities voor biodiversiteit
6.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van de ondersteunende prioriteit "Nieuwe coalities voor bio-
diversiteit" is dat er nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan tussen overheid, bedrijfs-
leven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en burgers voor behoud, duur-
zaam gebruik en eerlijke verdeling van biodiversiteit. Bij de andere prioriteiten van het
beleidsprogramma komen al een groot aantal van de nationale en internationale
samenwerkingsverbanden aan bod.
Om de centrale doelstelling te realiseren, hanteert het kabinet de volgende strategie:
· actief samenwerken met nationale en internationale partners en daarbij verbanden
leggen tussen biodiversiteit en andere beleidsthema's, zoals klimaat, armoede en
verduurzaming van financiële markten;
· nationaal inzetten op een versterking van de samenwerking met het bedrijfsleven en
decentrale overheden.
6.2 Uitvoeringsagenda
Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen
Op 23 januari 2009 is de maatschappelijke Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke
Hulpbronnen onder leiding van oud-minister Alders geïnstalleerd. De Taskforce bestaat uit
topmensen uit het bedrijfsleven, de wetenschap, maatschappelijke organisaties en
bestuurders van decentrale overheden. De Taskforce die mede op initiatief van het
bedrijfsleven in het leven is geroepen, heeft van het kabinet de opdracht gekregen een
visie te ontwikkelen op de manier waarop Nederland zijn beslag op natuurlijke hulp-
bronnen kan verminderen. Ook zal de Taskforce aangeven welke extra inspanning
Nederland kan leveren voor het behoud van waardevolle ecosystemen in binnen- en
buitenland.
De Taskforce gaat werken met platforms waarin betrokken maatschappelijke organisaties
en het bedrijfsleven samen maatregelen bedenken voor het behoud en duurzaam gebruik
van biodiversiteit op de lange termijn. De Taskforce zal ook proefprojecten kunnen
indienen. Het kabinet gaat in de toekomst de (tussentijdse) adviezen van de Taskforce
verder uitwerken.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 27
Voor ondersteuning van de werkzaamheden van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke
Hulpbronnen, het uitvoeren van proefprojecten en ondersteuning van het interdeparte-
mentale programmateam is een budget beschikbaar. LNV, BuZa/OS en VROM stellen
daarvoor samen 2,3 miljoen euro per jaar beschikbaar.
Business & Biodiversity
Het kabinet is voorts een krachtig ondersteuner van de initiatieven van het Biodiversiteits-
verdrag (CBD) om de samenwerking met en betrokkenheid van het bedrijfsleven bij
biodiversiteitsbeleid te versterken. Er zijn diverse activiteiten, zoals nieuwsbrieven,
informatiematerialen en werkbijeenkomsten waaraan het kabinet actief inhoudelijk en
financieel bijdraagt. Een belangrijke bijeenkomst in het najaar van 2009 is de derde
meeting van de Business and Biodiversity 2010 Challenge die een groot aantal vertegen-
woordigers van het bedrijfsleven bijeen zal brengen en zich vooral zal richten op het
verder uitwerken van maatregelen met betrekking tot het creëren van markten voor
ecosysteemdiensten.
Zie voor overige activiteiten onder andere de prioriteit "Betalen voor Biodiversiteit"
(hoofdstuk 2).
7. Kennis voor biodiversiteit
7.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van de ondersteunende prioriteit "Kennis voor biodiversiteit" is
het optimaal gebruiken van bestaande kennis en het verwerven van nieuwe kennis ter
onderbouwing van het nationale en internationale biodiversiteitsbeleid en de uitvoering
daarvan.
Om deze doelstellingen te realiseren volgt het kabinet de volgende strategie:
· bundelen van beschikbare departementale kennismiddelen en instrumenten en deze
gecoördineerd inzetten op de terreinen van de prioriteiten van het Beleidsprogramma
"Biodiversiteit werkt voor natuur voor mensen voor altijd";
· opstellen van aanvullende onderzoeksagenda's voor de inhoudelijke prioriteiten van
het beleidsprogramma, in samenwerking met maatschappelijke partijen;
· continueren of versterken van bestaande initiatieven voor het verzamelen, bundelen,
digitaliseren, opslaan en ontsluiten van biodiversiteitsgegevens; en
· benutten en stimuleren van internationale kennisnetwerken ter verbetering van
kennisontsluiting en gebruik.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 28
7.2 Uitvoeringsagenda
Beleidsondersteunend onderzoek
Wageningen Universiteit (WUR) heeft een belangrijk aandeel in lopend beleidsonder-
steunend onderzoek dat betrekking heeft op alle inhoudelijke prioriteiten van het
beleidsprogramma. Dit betreft nationaal en internationaal georiënteerd onderzoek.
Nationaal georiënteerde onderzoeksprogramma's ondersteunen de realisatie van
ecologische netwerken (EHS en Natura 2000). Hiervoor is in 2009 6,8 miljoen euro
beschikbaar op de begroting van LNV. Voor het internationale onderzoek is voor de
prioriteiten "Handelsketens en biodiversiteit", "Mariene biodiversiteit en visserijketens" en
"Ecologische netwerken" 650.000 euro beschikbaar op de begroting van LNV voor 2009. In
het WUR-BuZa/OS-partnership Competing claims 2005-2010, dat onder meer gericht is op
de houtketen, wordt jaarlijks 1 miljoen euro geïnvesteerd vanuit de begroting van
BuZa/OS.
Het meerjarenprogramma ter ondersteuning van de "Bossenbeleidsagenda 2008-2012",
uitgevoerd door de Stichting Tropenbos Internationaal, levert inzet op de prioriteiten
"Handelsketens en biodiversiteit" en "Betalen voor biodiversiteit". Hiervoor zijn bij
BuZa/OS en bij LNV respectievelijk 2 miljoen euro en 150.000 euro per jaar beschikbaar.
Het PROTA-programma (PROTA: Plant Resources of Tropical Africa) bundelt en ontsluit
kennis over de omvangrijke diversiteit aan nuttige planten van het Afrikaanse continent
en levert output ten behoeve van kennisoverdracht en benutting en capaciteitsopbouw.
Op de begroting van LNV is hiervoor 200.000 euro per jaar beschikbaar.
De financiering van de programma's van CIFOR (Centre for International Forestry
Research), ICRAF (International Centre for Research in Agroforestry), IWMI (International
Water Management Institute) en Biodiversity International dragen bij aan de kennis-
infrastructuur op het gebied van biodiversiteit en komen tegemoet aan de behoeften aan
kennis over biodiversiteitsbehoud en armoedebestrijding. BuZa/OS draagt hier ongeveer
3,5 miljoen euro per jaar aan bij.
Beleidsondersteunend onderzoek dat bijdraagt aan de prioriteit "Biodiversiteit werkt"
wordt uitgevoerd door het RIVM, TNO/Deltares en de Technische Commissie Bodem-
bescherming. Op de begroting van VROM is hiervoor 600.000 euro beschikbaar in 2009.
CML onderzoekt de benutting van ecosysteemdiensten en de adaptatie aan klimaat-
verandering, waarvoor VROM 700.000 euro beschikbaar heeft.
In het kader van het Small Business Innovation Research-programma (een initiatief van EZ
in samenwerking met LNV, VenW, Defensie, VROM, OCenW en VWS, gericht op kleine en
middelgrote bedrijven) bereidt SenterNovem een op biodiversiteit gerichte call voor die op
30 maart 2009 geopend wordt. In deze call zal de minister van LNV ondernemers
oproepen om voorstellen in te dienen voor innovatieve producten, processen en diensten
die bijdragen aan het behoud van biodiversiteit in Nederland en daarbuiten. LNV heeft 3,4
miljoen euro beschikbaar voor de komende vier jaar.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 29
Kennisagenda's
Departementen bundelen beschikbare departementale kennismiddelen en instrumenten
waar nodig en mogelijk en zetten die gecoördineerd in op de terreinen van de prioriteiten
van het beleidsprogramma. Daartoe zijn of worden voor de inhoudelijke prioriteiten (of
deelterreinen daarvan) kennisagenda's ontwikkeld die het uitgangspunt vormen voor
samenhangende, vraaggestuurde onderzoeksprogrammering.
Gerealiseerd zijn de kennisagenda's voor de prioriteiten "Mariene biodiversiteit en
visserijketens" en "Ecologische netwerken" (flyway conservation of migratory birds).
Lopende en geplande kennisagenda's betreffen: "Ecologische netwerken" (PEEN), "Betalen
voor biodiversiteit", "Handelsketens en biodiversiteit" (biomassa en veen) en
"Biodiversiteit werkt" (duurzaam gebruik ondergrond). Deze kennisagenda's worden
gerealiseerd binnen lopende onderzoeksprogramma's, via uitbesteding op basis van
departementale onderzoeksmiddelen, dan wel vanuit het budget dat beschikbaar is voor
ondersteuning van de werkzaamheden van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke
Hulpbronnen en het interdepartementale programmateam.
Biodiversiteitscollecties en onderzoeksinfrastructuur
Het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB) in oprichting wil dé grote nationale
speler worden in de kennisinfrastructuur op het terrein van de biodiversiteit. Het NCB zal
expertisediensten uitvoeren in verband met de opgaven binnen het Nederlandse
biodiversiteitsbeleid, zoals omschreven in het Beleidsprogramma "Biodiversiteit werkt
voor natuur voor mensen voor altijd". De ruggengraat van het NCB wordt gevormd door
de samen te brengen biodiversiteitscollecties van Nederland. Het gaat hierbij om: de
plantencollecties van het Nationaal Herbarium Nederland (NHN); de zoogdierencollectie
van het Zoologisch Museum van de Universiteit van Amsterdam; en de planten-, dieren-,
fossielen- en gesteentecollecties van het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis.
Naast de bestaande financiering van OCenW van onderdelen van het toekomstige NCB
(Naturalis, NHN, universitaire collecties) is door OCenW een structurele financiering van
5 miljoen euro per jaar toegekend.
NLBIF is het Nederlandse knooppunt van de Global Biodiversity Information Facility (GBIF).
In 2008 heeft OCenW de bijdrage aan NLBIF verhoogd van 350.000 naar 550.000 euro per
jaar. In de vergaderingen van GBIF zal het kabinet de prioriteiten van het Beleids-
programma "Biodiversiteit werkt voor natuur voor mensen voor altijd" onder de aandacht
brengen.
Evalueren en verkennen: planbureauonderzoek
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voert beleidsevaluaties en verkenningen uit
op het gebied van natuur en milieu. De Natuurbalansen, de Milieubalansen, de Natuur-
verkenning 2011, de Nationale Ecosytem Assessment en thematische assessments, leveren
de komende jaren producten op die ondersteunend zijn aan de realisering van de
prioriteiten van het beleidsprogramma. Op het beleidsprogramma toegesneden
onderwerpen zijn: ecosysteemdiensten, ecologische voetafdruk, agrobiodiversiteit en
klimaatverandering, biodiversiteit en ruimte.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 30
8. Communicatie voor biodiversiteit
8.1 Centrale doelstelling en strategie
De centrale doelstelling van de ondersteunende prioriteit "Communicatie voor
biodiversiteit" is het vergroten van de bewustwording en zichtbaarheid van de functies en
waarden van biodiversiteit voor de samenleving. Een belangrijke nadruk zal liggen op het
"Internationale jaar van de biodiversiteit" in 2010.
Om de doelstelling te realiseren hanteert het kabinet de volgende strategie:
· laten doorklinken van het nut van biodiversiteit voor de mens in overheids-
communicatie;
· burgers, bedrijven, consumenten, onderwijs, en overheden betrekken bij
communicatie; en
· mensen handelingsperspectief bieden om eigen verantwoordelijkheid te kunnen
nemen.
8.2 Uitvoeringsagenda
Overheidscommunicatie over de prioriteiten van het beleidsprogramma
De prioriteiten van het Beleidsprogramma "Biodiversiteit werkt, voor natuur, voor
mensen, voor altijd" en de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen zullen
communicatief worden ondersteund.
Mainstreamen en verbreden
Het kabinet streeft naar integratie van biodiversiteit in de besluitvorming op "niet-groene"
dossiers, door ondersteuning van betrokken beleidsmakers met kennis en middelen en het
creëren van maatschappelijk en politiek draagvlak. Daartoe wordt onder andere rijks-
brede, interactieve webcommunicatie gerealiseerd. Hiervoor is in 2009 een budget van
circa 300.000 euro beschikbaar.
Coalitievorming en meeliften
Het "Internationale Jaar van de Biodiversiteit" in 2010 biedt een uitgelezen kans om de
urgentie van het biodiversiteitsbeleid breed te communiceren. Het kabinet wil een coalitie
vormen met andere overheden en maatschappelijke organisaties ten behoeve van
gezamenlijke communicatieactiviteiten. Er zal samengewerkt worden met bestaande
projecten/netwerken zoals "Countdown 2010" en "Biodiversiteit Werkt in de Regio" en er
zal worden meegelift met kansrijke trajecten van (reguliere) overheidscommunicatie, zoals
de "Burgerdialoog Natuur".
Integratie van biodiversiteit in natuur- en milieueducatie
Integratie van functionele biodiversiteit wordt ook nagestreefd in de programma's voor
natuur- en milieueducatie (NME). Het gaat hierbij om het uitvoeringsprogramma NME
(onder andere pilotprojecten), waarvoor in 2009 5 miljoen euro beschikbaar is.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
14 april 2009 DN. 2009/332 31
Het betreft ook het programma "Groene Kennis voor Burgers" en het vervolgprogramma
"Leren voor Duurzame Ontwikkeling". Tenslotte gaat het om de "Regeling Draagvlak
Natuur" welke voor 2009 acht biodiversiteitsprojecten kent met een totaalomvang van
circa 900.000 euro.
Handreiking Biodiversiteit Werkt
De "Handreiking Biodiversiteit Werkt" (2007) is een (web)instrument voor burgers,
bedrijven en decentrale overheden voor het delen van praktische initiatieven met
betrekking tot biodiversiteit. In het kader van het project "Biodiversiteit Werkt in de
Regio", waarvoor VROM 155.000 euro beschikbaar heeft voor de jaren 2008-2009, wordt
de handreiking verder ingevuld en gepromoot. In 2009-2011 wordt hij verder geopti-
maliseerd. Beoogd wordt de handreiking later te integreren in de rijksbrede web-
communicatie.
Internationale samenwerking voor communicatie onder het Biodiversiteitsverdrag
Nederland is actief betrokken bij de uitvoering van het CBD-Working Programme on
Communication, Education, Participation and Awareness (CEPA). Ons land is tot 2011
voorzitter van de CEPA-adviesgroep van de CBD. Nederland ondersteunt het secretariaat
van de CBD voor CEPA-trainingen in ontwikkelingslanden, bedrijfscommunicatie via de
Business Newsletter en ecoregionale samenwerking (uitwisseling van kennis en ervaring
over CEPA tussen NGO's in Nederland en elders). Voor deze ondersteuning is voor
december 2007 t/m december 2011 circa 1.8 miljoen euro beschikbaar op de begroting van
BuZa/OS.
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit