Almere en Eindhoven wettelijke vestigingsplaats Rechtspraak
Den Haag, 10 april 2009 - Minister van Justitie Hirsch Ballin wil
Almere en Eindhoven aanwijzen als nieuwe wettelijke vestigingsplaatsen
van de Rechtspraak. De andere wettelijke vestigingsplaatsen zijn
Almelo, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda, Den Haag, Groningen, Haarlem,
Den Bosch, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Utrecht en
Zwolle. De Raad voor de rechtspraak krijgt daarnaast de bevoegdheid om
zittingsplaatsen aan te wijzen. De minister meent dat in ieder geval
Lelystad, Nijmegen, Tilburg, Dordrecht, Alkmaar, Roermond en Zutphen
als zittingsplaats aangewezen moeten worden. Dat staat in de brief
over de nieuwe gerechtelijke kaart die de minister gisteren verstuurde
naar de Tweede Kamer.
De minister wil verder toe naar een kleiner aantal rechtsgebieden dan
de huidige negentien arrondissementen. âIn die grotere rechtsgebieden
is er straks niet meer één enkele hoofdplaats maar zijn er meerdere
vestigingsplaatsen voor rechtspraak die wettelijk worden verankerd. In
die nieuwe situatie kan dan het gerecht in een bepaald rechtsgebied
twee of zelfs drie vestigingen omvatten. Aan de Rechtspraak wordt
overgelaten waar het gerechtsbestuur van het gerecht in het
betreffende rechtsgebied zeteltâ, aldus de minister in zijn brief aan
de kamer.
Elk rechtsgebied krijgt één gerechtsbestuur, dat over meerdere
vestigingen kan gaan. Welke categorieën rechtzaken in welke
vestigingsplaats worden behandeld, is een beslissing die het bestuur
van het nieuwe rechtsgebied neemt.
Over de bestuurlijke indeling van de nieuwe rechtsgebieden neemt de
minister nu nog geen standpunt in. Daarover wacht hij het advies van
de Raad voor de rechtspraak af over de gewenste bestuurlijke
inrichting van de eerste- en tweedelijns-rechtspraak en over de
vestigingsplaatsen van de gerechtshoven. Daarover wil de minister voor
het einde van het jaar een voorstel doen aan de kamer.
De minister vindt dat de Rechtspraak zelf verantwoordelijk moet
blijven voor het aanwijzen van aanvullende zittingsplaatsen. De
minister is het eens met de criteria die de Raad voor de rechtspraak
daarvoor formuleerde in maart van dit jaar.
Op 16 april spreekt de vaste kamercommissie van justitie met de
minister over zijn voorstel.
âOns uitgangspunt was dat de Rechtspraak in de huidige
arrondissementshoofdplaatsen een full service-pakket blijft aanbieden.
De minister van Justitie gaat uit van vestigingsplaatsen in de
provinciehoofdsteden en de tien grootste gemeenten. Dat levert een
iets andere indeling op, maar er is een grote overlap met ons eerdere
advies over het locatiebeleidâ, zegt Erik van den Emster, voorzitter
van de Raad voor de rechtspraak, in een eerste reactie op de brief van
de minister. âNu is de politiek aan zet.â
De brief van de minister over de nieuwe gerechtelijke kaart en het
advies van de Raad voor de rechtspraak
Bron: Raad voor de rechtspraak
Datum actualiteit: 10 april 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie