PvdA Rotterdam


Ledenvergadering spreekt zich uit over Rotterdams Bestuursmodel

Vr 10 Apr 2009 - Jaap Jelle Feenstra

Het college van B&W heeft voorstellen gepresenteerd voor het verbeteren van het Rotterdamse bestuursmodel. Deze voorstellen omvatten zowel het college, de diensten als de deelgemeenten. Eerdere discussies in Rotterdam -en recent nog in Amsterdam- hebben aangetoond dat hierover sterk uiteenlopende opvattingen kunnen bestaan. Daarom heeft het afdelingsbestuur besloten dat de discussie over deze voorstellen niet beperkt moet blijven tot een formeel -bestuurlijk debat en standpuntbepaling tussen deelgemeenten, de gemeenteraad en het college, maar willen we ook de opvatting van de leden kennen. Vandaar dat op 7 april het verbeteren van het Rotterdamse bestuursmodel op de Algemene Ledenvergadering is besproken.

In de sacrale omgeving van de Arminiuskerk kwamen circa 150 leden bijeen, waaronder de drie PvdA -wethouders en veel leden van de gemeenteraadsfractie en leden vanuit de deelgemeenten en de onderafdelingen.
Als eerste spreker kreeg wethouder Jantine Kriens het woord. Jantine lichtte het motief en de inhoud van het Collegevoorstel toe. Het bestuursmodel is in het recente verleden vaak besproken en zal ook voortdurend onderwerp van debat blijven. Het College is vanuit haar publieke opdracht verantwoordelijk voor een goed functionerende en presterende overheidsorganisatie, daar moet de burger op kunnen rekenen. Als concrete aanleiding voor het uitbrengen van dit voorstel noemde zij de begrotingsbehandeling-2009, waarin de Raad het College om haar inzet vroeg.

Het voorstel is gericht op effectief bestuur, op een betere samenwerking tussen stadsbestuur en deelgemeenten met heldere rollen en taakverdeling en het organiseren van dienstbare diensten, die gebiedsgericht voor gemeente en deelgemeenten hoogwaardige kennis en expertise moeten bieden. In de volgende periode moet regulier overleg op basis van een helder bestuursakkoord veel ruis en ongemak kunnen wegnemen. De voorstellen zijn op de bestuurdersconferentie in Domburg met de direct betrokkenen besproken, daar werd concensus gesignaleerd over het concept van éen stadbestuur, bestaande uit College, de deelgemeenten en de diensten. En over het belang van diversiteit per deelgemeente. Tevens werd geconstateerd dat over monisme/dualisme voor de deelgemeenten en de omvang van de deelgemeenteraden geen consensus bestaat en dat daarover de discussie moet worden voortgezet. Jantine gaf aan dat op basis van de tussentijdse contacten en debatten bij de presentatie volgende week van de nadere voorstellen vanuit het College het voorstel over monisme niet aan de orde is en dat over de deelraadomvang een nader voorstel zal volgen.

Vervolgens kreeg Bert Cremers als voorzitter van de Vereniging van deelgemeenten het woord. Bert gaf aan dat het debat sterk wordt ingekleurd door feiten en beelden, maar dat over veel zaken overeenstemming bestaat, zoals het verbeteren van het opdrachtgeverschap aan de diensten, het beter organiseren van het overleg en het helder verdelen van de bevoegdheden. Er is nog wel discussie over de consistentie van de collegevoorstellen, de relatie met het wettelijk kader en de spelregels. Bert gaf aan de positie van de deelgemeente haar kracht is, namelijk van een burger-nabij-bestuur, decentraal, met doorzettingsmacht en op basis van diversiteit. Bert verbaasde zich over het monisme - voorstel: het dualisme is net bij de deelgemeenten ingevoerd en wordt daar niet als probleem wordt ervaren. De verankering in de Gemeentewet is de basis van de bestuurskracht van de deelgemeenten, wegnemen hiervan zet een ontwikkeling naar wijkraden open. Ook de spelregels binnen de partij moeten gerespecteerd worden met betrekking tot het verkiezingsprogramma en het collegeprogramma, waaraan de fractie is gebonden. Bert bepleitte het belang van heldere besluiten als uitkomst van dit debat.

Na de pauze gaven diverse sprekers aan de kansen en wat we wel kunnen meer centraal moet staan in het debat, dat de discussie over toekomstgerichte voorstellen bij het opstellen van het nieuwe verkiezingsprogramma moet worden gevoerd en dat nu veel energie wordt gestoken in interne discussies terwijl verbeteringen mogelijk zijn en de rotterdammer op een slagvaardig bestuur moet kunnen rekenen.

Daarna werden er twee moties behandeld, zie bijlage. In het dictum van de eerste motie werd uitgesproken dat er snel vorderingen moeten worden geboekt in de discussie over verbeteringen van het Rotterdamse bestuur, voorstellen hierover gebaseerd dienen te zijn op de status van deelgemeenten als bestuurslaag op grond van artikel 87 Gemeentewet en in die zin het Verkiezingsprogramma gelezen dient te worden. Met deze motie wordt feitelijk het behoud van het dualisme voor de deelgemeente vastgelegd. De motie werd met ruime steun overgenomen. De tweede motie had als dictum, dat de discussie over de grootte van de deelraden gevoerd moet worden op grond van feiten en wetenschappelijk onderzoek over dit onderwerp. Deze motie impliceert dat voorstellen beargumenteerd en onderbouwd moeten zijn en niet gebaseerd moeten zijn op basis van beelden en citaten. Ook deze motie werd met ruime steun overgenomen.

De uitkomsten van de ALV zal het bestuur als een zwaarwegend advies uitbrengen aan de fractie en betrekken bij het opstellen van het nieuwe verkiezingsprogramma.

Jaap Jelle Feenstra,
Vice-voorzitter PvdA afdeling Rotterdam.
Bijlagen: pdf moties 10 4 2009.pdf

Dossier


* Discussie Bestuursmodel Rotterdam