Beantwoording kamervragen openbreken bonussen
Kamervragen | 09-04-2009 | Kredietcrisis
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: FIN/2009/505
Betreft: Vragen van de leden Vendrik en Sap (beiden GroenLinks) aan de
minister van Financiën over de mogelijkheid om in uitzonderlijke
situaties afspraken over bonussen open te breken (ingezonden 19 maart
2009)
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op bovengenoemde schriftelijke
vragen van de leden Vendrik en Sap (beiden GroenLinks).
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
Wouter Bos
1
Kent u het artikel "Geen bonussen zonder prestaties" van Ferdinand
Grapperhaus? 1)
Ja
2
Deelt u de mening van de heer Grapperhaus dat we ervoor moeten zorgen
dat de mentaliteit terugkomt dat bonussen gekoppeld zijn aan
prestaties en niet aan verworven rechten?
Ja, volledig.
3
Deelt u de mening van de heer Grapperhaus dat banken zich kunnen
beroepen op het oordeel van de Hoge Raad dat afspraken met werknemers
kunnen worden opengebroken als er sprake is van bijzondere
omstandigheden en de werknemer daardoor niet onredelijk zwaar
getroffen wordt?
Ja.
4
Deelt u de mening dat in de huidige situatie sprake is van de in het
artikel genoemde twee zwaarwegende bijzondere omstandigheden?
Een contract kan in beginsel niet eenzijdig door de werkgever worden
gewijzigd. In bijzondere gevallen kan een werkgever echter afwijken
van het contract indien zwaarwegende belangen aantoonbaar zijn. Het
is uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen of daarvan sprake is.
Overigens luidt de redenering van de heer Grapperhaus, die ik
onderschrijf, dat de werkgever, en niet de staat, de partij is die
hier een vordering bij de rechter kan instellen.
5
Deelt u de mening dat er door commissarissen daadkrachtiger kan worden
opgetreden om de bonusproblematiek aan te pakken?
De primaire verantwoordelijkheid voor het beloningsbeleid en de
beloningen van bestuurders van financiële instellingen ligt bij de
raad van commissarissen en in het verlengde daarvan bij de
aandeelhouders. Commissarissen hebben, onder meer in de aangepaste
Corporate Governance Code, de laatste tijd nieuwe instrumenten
gekregen om invulling te geven aan deze verantwoordelijkheid. Het komt
er nu op aan dat commissarissen deze verantwoordelijkheid gaan
gebruiken.
Ik ben van mening dat de slechte financiële situatie van menig
financiële instelling en de noodzaak tot overheidsingrijpen bij enkele
daarvan voldoende redenen geven om zeer terughoudend te zijn met
variabele beloning. Ik moedig het dan ook zeker aan dat instellingen
de discussie met hun werknemers aangaan over de redelijkheid van in
het verleden gemaakte afspraken en de invloed van de huidige
financiële omstandigheden daarop. Zelf heb ik de op aanbeveling van de
overheid benoemde commissarissen bij financiële instellingen hiertoe
opgeroepen. Bij de door de overheid overgenomen instellingen heeft dat
geleid tot forse reducties in de omvang aan variabele beloning die
over 2008 is toegekend.
6
Hoe oordeelt u over het verschil van inzicht tussen u en president
Obama over de mogelijkheid om bonussen terug te eisen?
De heer Grapperhaus poneert niet zozeer een verschil van inzicht
tussen mij en president Obama, maar veronderstelt een verschil van
inzicht tussen Lodewijk de Waal en president Obama. Overigens heb ik
mij - net als president Obama - niet bij voorbaat neergelegd bij het
uitbetalen van bonussen door bedrijven die dankzij zware
overheidssteun van een faillissement zijn gered. Met Grapperhaus zeg
ik: "Ik begrijp hem wel". Onder meer met de totstandkoming van het
onlangs afgesloten `herenakkoord' met de financiële sector heb ik daar
ook naar gehandeld.
Meer informatie
* Beantwoording kamervragen openbreken bonussen
Kamervragen | 09-04-2009 | PDF bestand, 23 Kb
Zie het origineel
Verwante dossiers
* Kredietcrisis
Ministerie van Financiën