Gemeente Almere

Gemeente Almere presenteert Kadernota Grondbeleid: Solide bodem voor toekomstige ontwikkelingen

09-04-2009

Het stadhuis vanaf de Landdrost De bijzondere (groei)opgave waar de gemeente Almere de komende decennia voor staat vraagt om nieuw en vernieuwend grondbeleid. Beleid dat duurzame en vitale stedelijke ontwikkeling, herstructurering en beheer mogelijk maakt. Met de ontwikkeling van de Kadernota Grondbeleid, die de wethouders Adri Duivesteijn (Ruimtelijke Ordening en Wonen) en Johanna Haanstra (Financiën) vandaag presenteerden, worden verschillende strategische doelstellingen - bijvoorbeeld de realisatie van de Almere Principles, of het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap - verankerd. Er wordt nadrukkelijk voor gekozen om voorrang te verlenen aan burgers en stakeholders.

De Kadernota Grondbeleid ligt, als een inspirerend en praktisch beleidsdocument, aan de basis van alle toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Wethouder Adri Duivesteijn: "De nota geeft richting aan de wijze waarop wij grond in de komende tientallen jaren zullen verwerven, uitgeven en gebruiken. Grond moet zó worden ingezet, dat het bijdraagt aan de verwezenlijking van maatschappelijke doelstellingen. Met de Kadernota Grondbeleid hebben we een duidelijke koers uitgezet. Deze koers richt zich met name op de participatie van burgers, eindgebruikers en -beheerders. Zíj krijgen het eerste recht."

Strategische doelstellingen

Het faciliteren van de realisatie van de Almere Principles In april 2008 werden de Almere Principles gepresenteerd: zeven richtlijnen voor een ecologisch, sociaal en economisch duurzaam Almere. De Almere Principles zijn opgesteld in intensief overleg met William McDonough, samen met Michael Braungart grondlegger van de Cradle-to-Cradle filosofie. De Almere Principles liggen aan de basis van alle toekomstige ontwikkelingen, en hebben dan ook grote invloed op het grondbeleid. Conform de Almere Principles richt het grondbeleid zich op realisatie van de gemeentelijke duurzaamheidambitie: de vertaalslag van inspirerende richtlijnen naar concrete activiteiten. Een aantal belangrijke stappen is reeds gezet: het Cascadepark in Almere Poort krijgt vorm als `etalage van duurzaamheid', er is gekozen voor een integrale wijkaanpak - om te komen tot een duurzame samenleving - in bijvoorbeeld Stedenwijk en De Wierden, en Hout Noord wordt de eerste Nederlandse `sociaal duurzame' wijk.

Het bevorderen van ruimtelijke kwaliteit
Eén van de Almere Principles is `Mensen maken de stad'. Het gebruik van de kennis, de inzichten, de creativiteit en de ervaringen van de mensen die - vandaag en morgen - daadwerkelijk in de stad (zullen) wonen, is essentieel. Ook de inbreng van bedrijven en maatschappelijke organisaties is waardevol. Er is dan ook een belangrijke rol weggelegd voor bewoners en private partijen; zij zullen worden betrokken bij de inrichting en het beheer van de bestaande en de nieuwe stad.

Het faciliteren van de stedelijke economie
Grondbeleid heeft niet alleen betrekking op woongebieden, het is ook gericht op de economische ontwikkeling van de stad. Het nieuwe stadscentrum vormt een inspirerend voorbeeld van de wijze waarop grond de ruimte en stedelijke economie met elkaar verbindt. Met de nadrukkelijke keuze om de stedelijke economie te stimuleren, wordt grond in de toekomst vaker als een dergelijke schakel gebruikt.

Het inspelen op de Schaalsprong
Almere staat aan de vooravond van een tweede start. De stad groeit met 60.000 woningen en 100.000 arbeidsplaatsen, tot een stad met 350.000 inwoners in 2030 - de `nummer vier' van Nederland. De groei is niet alleen een ruimtelijke of kwantitatieve opgave. Met de Schaalsprong maakt Almere letterlijk en figuurlijk de sprong naar een andere categorie stad. Een complete, duurzame en diverse stad. Het grondbeleid is `Schaalsprong bestendig', en levert een belangrijke bijdrage aan de groeiopgave: er worden tijdig aantrekkelijke en gedifferentieerde locaties aangeboden, die aansluiten op de - vaak dynamische - vraag van huishoudens en bedrijven.

Het faciliteren van het programma van de bestaande stad Hoewel de nadruk ligt op de ontwikkeling van nieuwe gebieden zoals Almere Oost en Almere Pampus, krijgt ook het bestaand stedelijk gebied te maken met grote ontwikkelingsopgaven. Deze opgaven hebben een ander karakter dan het `simpelweg bouwen van woningen'; het gaat om revitalisering van bedrijventerreinen, om inbreiding van de woningbouw, om herstructurering van woongebieden of om integrale wijkaanpak. Een belangrijk uitgangspunt is dat actuele kansen en (markt)potenties, problemen en risico's aan de basis liggen van verdere ontwikkeling van de bestaande stad.

Het veilig stellen van de betaalbaarheid van sociale woningen en maatschappelijk vastgoed
Een belangrijke voorwaarde voor stedelijke dynamiek is dat een substantieel aantal huur- en koopwoningen betaalbaar en financieel bereikbaar is én blijft voor mensen met een kleine(re) portemonnee. Als sociale woningen niet langer bereikbaar zijn voor personen die daar wél recht op hebben, gaat dit ten koste van de diversiteit - en daarmee van de kracht - van de stad. De betaalbaarheid van sociale huur- en koopwoningen vormt dan ook een belangrijk punt van aandacht.

Het faciliteren van particulier opdrachtgeverschap Woningen werden tot voor kort slechts in - vaak grootschalige - projectvorm gerealiseerd. Met de start van het programma `IkbouwmijnhuisinAlmere' heeft er een grote omslag plaats gevonden. Door mensen zeggenschap te geven over de eigen woonomgeving, wordt de opdrachtgever eindgebruiker. Dit betekent dat iedere particuliere opdrachtgever vorm en inhoud kan geven aan de eigen, individuele (woon)wensen en zorg draagt voor het beheer op de lange termijn. Met de uitgifte van een groeiend aantal separate kavels - onder andere in het Homeruskwartier, Noorderplassen West en Vogelhorst - worden opdrachtgever en eindgebruiker steeds vaker verenigd in één persoon, en krijgt Almere steeds meer stakeholders: partijen die zich langdurig committeren aan de stad.

Het beheersen van de financiële risico's en het benutten van financiële kansen
Een adequate beheersing van de financiële risico's en het optimaal benutten van financiële kansen vormen een essentieel onderdeel van het grondbeleid. Met het Rijk zijn, in het kader van het Urgentieprogramma Randstad, afspraken gemaakt over onderzoeken naar de financiële positie van Almere. In de gemeenteraad is gesproken over kosten die gepaard gaan met groot onderhoud en de vervangingsinvesteringen in het bestaand stedelijk gebied. Deze afspraken en overwegingen krijgen, samen met andere voorstellen en keuzes, betekenis in de Kadernota Grondbeleid.

Passende instrumenten
"De geformuleerde doelstellingen zijn ambitieus, maar zeker te verwezenlijken", zegt wethouder Johanna Haanstra. "We hebben verschillende instrumenten ontwikkeld, specifiek gericht op de realisatie van de Almeerse doelen." Deze instrumenten hebben betrekking op het verwervingsbeleid, het kostenverhaal, kostenverevening en het grondprijs- en uitgiftebeleid. Wethouder Haanstra: "Een complex instrumentarium! Waar het feitelijk op neerkomt, is dat er op verschillende manieren voor wordt gezorgd dat wordt geïnvesteerd in de stad. Niet alleen door de gemeente, maar ook door partijen die hier woningen of een bedrijventerrein ontwikkelen. Als de gemeente grond bouwrijp maakt voor bijvoorbeeld een corporatie, moet de betreffende corporatie daar in het vervolg ook een bijdrage aan leveren. En van de grote winsten die partijen maken op goedkoop gekochte grond, moet een deel terugvloeien in de maatschappij. Daarnaast zal in de toekomst steeds meer sprake zijn van kostenverevening. In Almere hebben we lang te maken gehad met een `bruidsschat': een groot gedeelte van de grond van de bestaande stad hebben wij gekregen. Nieuwe gebieden zoals Pampus, Poort en Hout, zullen we moeten kopen. Dit betekent dat wij vaker te maken zullen krijgen met negatieve planexploitaties: exploitaties waar wij geen winst op maken, maar zelfs op moeten toeleggen. Kostenverevening maakt het mogelijk dat toch wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van gebieden die niet voldoende `opleveren', bijvoorbeeld door gebruik te maken van andere grondexploitaties, die wél een positief saldo hebben."

Per exploitatieplan kan uit dit brede repertoire aan instrumenten worden geput. Er is dus geen sprake van een statische werkwijze; iedere keer wordt opnieuw bezien welke instrumenten nodig zijn.

Vervolg
De Kadernota schetst de hoofdlijnen van het grondbeleid. Wethouder Duivesteijn: "Het vormt letterlijk en figuurlijk een raamwerk, dat wij de komende jaren zullen uitwerken en verdiepen in een aantal deelnotities. Het grondbeleid gaat gepaard met grote financiële risico's. Het is dan ook van groot belang dat beleidskeuzes worden verankerd. Dat is nu gebeurd. Onze huishouding is op orde, de fundamenten liggen vast. We kunnen nu starten met de invulling van deze beleidslijnen."