Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van de leden Van de Camp en Ormel over onteigeningen in Spanje

09-04-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van de Camp en Ormel over onteigeningen in Spanje. Deze vragen werden ingezonden op 30 maart 2009 met kenmerk 2009Z05853.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de de Staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van de leden Van de Camp en Ormel (CDA) over onteigeningen in Spanje.

Vraag 1

Is het waar dat de Spaanse staat overgaat tot onteigening van 45.000 huizen langs de Spaanse kust?

Antwoord

Door Spaanse autoriteiten is vooralsnog geen totaalcijfer van voorgenomen onteigeningen beschikbaar gesteld. Verenigingen van huizenbezitters die mogelijk zullen worden getroffen, hanteren uiteenlopende ramingen, waaronder de raming van 45.000 huizen die is vermeld in een artikel in El País van 2 februari 2009).

Vraag 2
Is deze onteigening gebaseerd op de Kustwet van 1988? Betreft dit een regionale of een landelijke wet? Welke afstand tot de Kustlijn is vastgelegd in deze wet?

Antwoord

De in bovengenoemd artikel bedoelde onteigeningen zijn voorgenomen of vinden plaats krachtens de zogeheten Kustwet. De Ley de Costas is een landelijke wet gepubliceerd in het Boletin Oficial del Estado (Spanje's Staatscourant) van 28 juli 1988. In de wet is een afstand vastgelegd van 500 meter vanaf de maximale hoogwaterlijn.

Vraag 3
Zijn notarissen in Spanje verplicht om kopers van onroerend goed op de hoogte te stellen van een mogelijke dreiging van onteigening op basis van deze Kustwet?

Antwoord

Notarissen zijn verplicht om kopers te informeren over de zakelijke lasten die rusten op beoogde onroerend goed. Notarissen zijn niet verplicht kopers te informeren over mogelijke onteigening en zij verrichten geen kadastraal onderzoek.

Vraag 4
Hoe wordt in Spanje de waarde bepaald van onroerend goed dat onteigend wordt door de Staat? Is beroep mogelijk tegen een waardebepaling?

Antwoord

Partijen dienen onderling een geschatte waarde overeen te komen. Deze ligt tussen de kadasterwaarde van het object en de marktwaarde ervan. In de praktijk wordt veelal een waarde dichtbij de kadasterwaarde overeengekomen. Beroep is mogelijk. Er bestaat jurisprudentie waarbij de rechter een hogere waarde heeft bepaald.

Vraag 5

Hoeveel huizen van Nederlandse eigenaren dreigen onteigend te worden?

Antwoord

Officiële totaalcijfers van onteigeningen en een specificatie van belanghebbenden naar nationaliteit zijn vooralsnog niet beschikbaar. Er hebben zich nog geen Nederlandse huiseigenaren bij de Nederlandse ambassade in Madrid gemeld die verklaren te zijn of te zullen worden getroffen door onteigeningen krachtens de Kustwet. Wel heeft de Nederlandse voorzitter van een vereniging van huiseigenaren verklaard te worden getroffen door onteigening. Dit betreft echter een onteigening op grond van de zogenaamde Valenciaanse urbaniseringswetten, de Ley Reguladora de la Actividad Urbanística van 1994 en de Ley Urbanística Valenciana van 30 december 2005.

Vraag 6

Nemen de Spaanse autoriteiten de elementaire beginselen van rechtsbescherming en rechtszekerheid in acht?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 8.

Vraag 7

Kunnen huizen onteigend worden als de kustlijn zich wijzigt door menselijk ingrijpen of klimaatverandering?

Antwoord

De bestaande regelgeving biedt deze mogelijkheid vooralsnog niet.

Vraag 8

Bent u bereid bij de Spaanse autoriteiten uw grote zorgen uit te spreken en aan te dringen op rechtszekerheid voor Nederlandse bezitters van onroerend goed in Spanje?

Antwoord

Belanghebbenden hebben vragen voorgelegd aan de rechter in Spanje, het Europees Hof van Justitie in Luxemburg en het Europees Parlement over rechtszekerheid bij onteigening. Ik vertrouw er op dat via de in Spanje en op Europees niveau beschikbare rechtsmiddelen een uitkomst zal worden bereikt die in overeenstemming is met de beginselen van rechtszekerheid en rechtsbescherming zoals die gelden binnen de Europese Unie. De Nederlandse en andere Europese ambassadeurs hebben sinds december 2004 middels een brief aandacht gevraagd van lokale en regionale autoriteiten voor dit probleem. Op deze brief is nimmer antwoord ontvangen. Onze ambassade zal de kwestie ook bij de nationale Spaanse autoriteiten onder de aandacht brengen. De ambassadeur heeft de Nederlandse voorzitter van de onder vraag 5 genoemde vereniging uitgenodigd de ambassade op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Tevens zal informatie beschikbaar gesteld worden op de website van de ambassade.

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl