Splitsingsplan Nuon

Minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken heeft energiebedrijf Nuon een aanwijzing gegeven op het door dit bedrijf ingediende splitsingsplan. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Energiebedrijven moeten op grond van de Wet Onafhankelijk Netbeheer uiterlijk op 1 januari 2011 hun netbedrijven hebben gesplitst van de productie- en leveringsbedrijven. Dit moet gebeuren op basis van een splitsingsplan. Splitsingsplannen dienen te worden ingediend bij de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De NMa stuurt vervolgens haar oordeel naar de minister van Economische Zaken. De minister kan aanwijzingen geven die het bestuur van het energiebedrijf moet opvolgen. Het splitsingsplan van Nuon is het eerste dat door de minister is beoordeeld.

Nuon heeft in het overleg met de minister naar aanleiding van het voorgelegde splitsingsplan een aantal aanvullende toezeggingen gedaan. Om te waarborgen dat die gestand worden gedaan, heeft de minister deze opgenomen in een aanwijzing op het splitsingsplan. Het gaat daarbij onder meer om de volgende toezeggingen:
- Voorafgaand aan de juridische splitsing zal vanuit het productie- en leveringsbedrijf een aanzienlijke aanvullende kapitaalstorting worden gedaan in het netwerkbedrijf. Daarmee beschikt de netbeheerder over een solvabiliteit die ruimschoots uitgaat boven de minimumeis van 40 procent eigen vermogen.
- Het productie- en leveringsbedrijf zal een aantal met name genoemde investeringen in Nederland realiseren, waaronder een uitbreiding van de windcapaciteit tot 1400 megawatt in 2020.
- De aandeelhouders hebben zich met het splitsingsplan gecommitteerd om jaarlijks minstens 55 procent van de winst in the houden om de vermogenspositie te versterken. Daarmee bouwt de netbeheerder een buffer op voor extra investeringen op de lange termijn en om tegenvallers op te vangen.

In haar brief aan de Tweede Kamer concludeert minister Van der Hoeven dat het splitsingsplan van Nuon met inachtneming van haar aanwijzing voldoet aan de wettelijke eisen. Na de splitsing ontstaan twee gezonde bedrijven. De netbeheerder beschikt over voldoende financiële middelen om haar taken uit te voeren en er zijn conform de toezegging van de minister naar aanleiding van de aangenomen Kamermotie Hessels harde afspraken gemaakt over de investeringsniveaus van zowel het netwerkbedrijf als het productie- en leveringsbedrijf en het te voeren dividendbeleid.

Noot voor redacties (