1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VenW/DGMo-2009/837
Uw kenmerk
Datum 9 april 2009 -
Onderwerp Reactie op Motie Cramer en de resterende vragen uit het Bijlage(n)
---
ChristenUnie rapport 'Slimmer, Sneller en Zuiniger op het spoor'.
Geachte voorzitter,
Hierbij wil ik u mededelen dat ik, samen met ProRail, de komende jaren extra ga
investeren in snel te realiseren projecten in het spoor. Daarnaast zal ProRail de
komende jaren spooronderhoud naar voren halen. Het gaat om een pakket van
circa 140 mln dat zorgt voor een goed gevulde orderportefeuille voor spooraan-
nemers èn voor een spoor dat kwaliteit biedt aan de gebruikers.
In voorliggende brief ga ik hier nader op in. Hiermee wordt mede invulling
gegeven aan de door de heer Cramer bij de begrotingsbehandeling ingediende
motie (Kamerstuk 31 700 XII-36) met het verzoek:
- Om aan ProRail te vragen een inhaalslag te maken en geplande
opdrachten in de markt te zetten en u daarover te informeren.
- Een taakgroep in te stellen met de doelstelling na te gaan op welke wijze
de vitaliteit van de railinfrabedrijven kan worden bevorderd en voor de
toekomst veilig kan worden gesteld.
Achtergrond hierbij is dat er in het verleden verschillen zijn ontstaan tussen
gepland budget en realisatie. De heer Cramer heeft de zorg geuit dat dit kan
leiden tot onderdekking op onderhoudsmaterieel en dreigende ontslagen bij de
spooraannemers waardoor de vitaliteit van de sector wordt aangetast.
Daarnaast heb ik u per brief van 22 december 2008 met kenmerk VenW/DGMo-
2008/5316 een reactie gestuurd op het rapport van de ChristenUnie `Slimmer,
Sneller en Zuiniger op het spoor'. Een deel van de aanbevelingen uit dit rapport
heeft betrekking op spooronderhoud en heeft directe relatie met de motie. Ik heb
daarom in mijn brief van 22 december 2008 aangegeven mijn reactie op die
aanbevelingen mee te nemen in deze reactie op de motie van de heer Cramer.
Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik u toegezegd in samenhang te zullen
reageren op beide onderwerpen. Op 10 februari 2009 zijn door de heer Cramer
aanvullende vragen gesteld. Met mijn brief met kenmerk VenW/DGMo-2009/1432
heb ik u gemeld de beantwoording daarvan mee te willen nemen in mijn reactie
op de motie. Ik heb daarbij aangegeven bovendien in samenhang te willen
a
agina 1 van 7
---
reageren met de motie Slob gericht op het inventariseren van versnellings-
Datum
mogelijkheden in het kader van de economische crisis. In mijn brief van 10 maart
2009 heb ik vervolgens, in lijn hiermee, aangegeven niet vooruit te kunnen lopen Ons kenmerk
op het kabinetsbesluit hierover. Door middel van deze brief geef ik invulling aan VenW/DGMo-2009/837
mijn toezeggingen. Ik ben blij met de gelegenheid om dat integraal en in
samenhang te kunnen doen.
Achtereenvolgens ga ik in op1:
1. De hoofdconclusies in deze brief;
2. De mogelijkheden tot het maken van een inhaalslag door versnelling van
maatregelen;
3. De relatie met de vitaliteit van de sector en uw verzoek om een taakgroep in
te stellen;
4. De resterende vragen uit het rapport `Slimmer, Sneller en Zuiniger'.
De antwoorden op de aanvullende vragen van de heer Cramer van 10 februari
2009 zijn, voor zover deze niet reeds in deze brief zijn geadresseerd, opgenomen
in bijlage 3 bij deze brief.
1. Hoofdconclusies
Ik wil voorop stellen te begrijpen wat de Kamer met de motie wil, zeker in deze
tijd van economische crisis. Daarom heb ik bij de uitvoering van de motie Cramer
de vitaliteit van de sector centraal gesteld. Ik zie de motie Cramer dan ook als
een ondersteuning van mijn beleid. De belangrijkste conclusies heb ik hieronder
op een rij gezet. Ik zal die in de brief nader toelichten.
- De motie Cramer gebruikt de term " inhaalslag". Dit zou de indruk kunnen
wekken dat er onderhoudswerk is blijven liggen. ProRail benadrukt dat er
geen sprake is van achterstand in spooronderhoud in die zin dat dit ten
koste gaat van de beschikbaarheid en de veiligheid. Er is afgelopen jaren
echter wel sprake geweest van onderbesteding van de
onderhoudsbudgetten.
- Ik heb ProRail daarop aangesproken en ik heb afgelopen periode met
ProRail intensief overleg gevoerd over de oorzaken en mogelijkheden om
te versnellen.
- Daaruit is naar voren gekomen dat de onderbesteding van het
onderhoudsbudget het gevolg is van vertraging in de uitvoering van de
werkzaamheden en van efficiënter werken. Het efficiënter en slimmer
werken is in lijn met mijn beleid. Om de precieze omvang hiervan te
kunnen vaststellen zal hierop een audit worden uitgevoerd.
- Gelet op de economische crisis en gelet op het belang van een vitale
sector heeft ProRail het overleg met de sector opgepakt en heeft concrete
voorstellen gedaan om onderhoudsmaatregelen alsnog naar voren te
halen. Dit in het licht van de wens om te komen tot de invulling van de in
de motie genoemde taakgroep. Ik ben blij met dit initiatief en heb ProRail
dringend verzocht in samenwerking met de andere sectorpartijen verdere
stappen te zetten, die kunnen bijdragen aan de vitaliteit van de sector.
Daarnaast biedt de onderbesteding ruimte voor het voortvarend realiseren
1 De in deze brief genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
Pagina 2 van 7
van de renovatie van Amsterdam CS, waarbij dit station in oude luister zal Datum
worden hersteld.
- Gelet op het beoogde doel van de motie Cramer, de vitaliteit van de Ons kenmerk
spoorsector, geef ik een brede interpretatie aan de motie. De VenW/DGMo-2009/837
spooraannemers worden namelijk geconfronteerd in deze sowieso al
lastige tijden- met lagere omzetten. Ik heb ProRail daarom verzocht om
ook de programma-uitgaven tegen het licht te houden.
- Voor de programma-uitgaven heeft ProRail binnen het kader van het
eerder aan u gemelde verbeterprogramma eveneens een herijking
uitgevoerd. Dat heeft in de subsidieaanvraag geleid tot het naar achteren
schuiven van de financiële reeksen. Ik heb richting ProRail aangegeven
dat onwenselijk te vinden. ProRail deelt mijn constatering en heeft
inmiddels een voorstel gedaan om deze vertragingen te mitigeren. Dat
vind ik een goed signaal maar ik heb ProRail ook gevraagd om te blijven
zoeken naar mogelijkheden tot versnellingen binnen de programma's.
ProRail heeft aangegeven dit te zullen doen.
- In lijn met het verbeterprogramma en parallel aan de versnellingsacties is
ProRail bezig de onderhoudsreeksen en programmareeksen verder te
harden en te valideren. Ook efficiency wordt daar in meegenomen. Ik heb
ProRail gevraagd de uitkomsten ook extern te laten auditen, zodat de
reeksen toekomstvast zijn en rond de zomer een helder beeld ontstaat
van de efficiency op regulier onderhoud. In deze audit zal tevens gekeken
worden naar de gevolgen van het aanvullend beleidsakkoord "Werken aan
toekomst".
- Dit alles heeft geresulteerd in een pakket maatregelen van circa 140
mln, bestaande uit het voortvarend realiseren van Amsterdam CS ( 30
mln), het naar voren halen van onderhoudswerkzaamheden ( 55 mln)en
het naar voren halen van programmamaatregelen ( 55 mln).
2. De mogelijkheden tot het maken van een inhaalslag.
In mijn brief van 29 september 2008 heb ik u een overzicht gegeven van de
realisatie van het geplande budget voor onderhoud en vervanging. Ik heb dat
gedaan op basis van het tweede kwartaalrapport van ProRail over 2008. ProRail
heeft aangegeven dat het productievolume zich in de loop van 2008 gunstiger
heeft ontwikkeld. De onderbesteding voor deze posten in 2008 bedraagt 92 mln
(op basis van het vierde kwartaalrapport). Ik heb afgelopen maand met ProRail
intensief overleg gevoerd over de planning en de daarbij horende financiële
reeksen. Dat overleg heeft het navolgende beeld opgeleverd.
Efficiency onderhoud
In het kader van het verbeterprogramma heeft ProRail de productieplanning en de
financiële planning kritisch geanalyseerd. Allereerst is uit de analyse gebleken dat
de onderbesteding mede wordt veroorzaakt door een efficiëntere en slimmere
uitvoering van de werkzaamheden en een kritischer blik ten aanzien van de uit te
voeren werkzaamheden. Hieruit komt het beeld naar voren dat sprake lijkt te zijn
van incidentele en structurele meevallers ten opzichte van het beheerplan 2008.
ProRail geeft aan dat dit mede een gevolg is van de professionalisering in het
kader van de overgang naar outputsturing, waarbij de relaties tussen kosten,
prestaties en activiteiten duidelijker zichtbaar en stuurbaar worden. De prestaties
worden nu geleverd tegen lagere kosten en met minder hinder voor het
treinverkeer. Ook blijken werkzaamheden, als gevolg van een verbeterd Life Cycle
Management, later nodig te zijn dan oorspronkelijk gepland. Verbetering van het
Life Cycle Management is in lijn met de Beheerconcessie. Mogelijk leidt dat tot
Pagina 3 van 7
meerjarige ruimte in de financiële reeksen. ProRail heeft aangegeven dat `de
Datum
voortekenen gunstig zijn' maar dat prudent met de prognoses moet worden
omgegaan, omdat deze cijfers voorlopig zijn en eerst moeten worden gehard Ons kenmerk
voordat hierover definitieve uitspraken kunnen worden gedaan. Ik heb met VenW/DGMo-2009/837
ProRail afgesproken dat deze cijfers rond de zomer zijn gehard en gevalideerd en
extern zijn geaudit. Daarbij moet ook het effect op de toekomstige reeksen
zichtbaar worden. Ik wil daarbij benadrukken dat met het proces van versnelling
daar uiteraard niet op hoeft te wachten. Dat zou ook niet wenselijk zijn.
Het bereiken van efficiency is in lijn met het budgettaire kader van de Nota
Mobiliteit. Vanaf 2011 dient ProRail nog een efficiencytaakstelling van 75 mln per
jaar in te vullen. Dit volgt uit de in 2005 gehouden audit van Booz, Allen &
Hamilton op het financieel Meerjarenplan ProRail 2005-2020. Om ook in de
toekomst voldoende kwaliteit te kunnen garanderen binnen de budgettaire kaders
is het van groot belang dat deze taakstelling tijdig wordt ingevuld. Ik vind daarom
ook dat bij de hiervoor genoemde hernieuwde audit de eerder in 2005 door Booz
Allen & Hamilton uitgevoerde audit als referentie moet dienen en inzicht moet
geven in de mate waarin deze efficiency bijdraagt aan de realisatie van de
genoemde taakstelling. Naast deze taakstelling zullen ook de gevolgen van het
aanvullend beleidsakkoord "werken aan toekomst" worden meegenomen.
Mitigeren vertragingen in werkzaamheden
Naast de te verwachten efficiency wordt de onderbesteding op het
onderhoudsbudget ook veroorzaakt door het later uitvoeren van werkzaamheden
en dan met name door een herijking van de planning van Mistral. Zoals in mijn
brief aan uw Kamer (december 2008, kenmerk VenW/DGMo-2008/5316)
aangegeven hecht ik veel waarde aan een integrale aanpak bij de verdere
implementatie van ERTMS en het vervangingsprogramma Mistral. Dat is ook in
lijn met het advies van McKinsey. ProRail heeft mij gemeld dat tot nu toe te hoge
bedragen in de beginjaren waren geraamd. ProRail heeft mij gemeld dat dit niet
had mogen gebeuren en dat, in het verlengde van de aanbevelingen van
McKinsey, verbeteringen zijn doorgevoerd om dit in de toekomst te vermijden.
ProRail heeft aangegeven zich te realiseren dat de aannemers, in deze sowieso al
lastige tijden, als gevolg van het bovenstaande voor wat betreft onderhoud en
vervanging, geconfronteerd worden met minder vraag naar werk. ProRail heeft
inmiddels overleg gevoerd met de spooraannemers en afspraken gemaakt om het
volgende pakket maatregelen ad 45 mln naar voren te halen.
- Het versneld aanbesteden van een aantal werkzaamheden ad 10 mln,
die uitgevoerd kunnen worden voor 15 juli 2009.
- Het versnellen van een deel van het werkpakket bovenbouwvernieuwing
van 15 mln in 2010.
- Het versnellen van bovenbouwvernieuwing ad 20 mln van 2011 na
2010.
Die maatregelen resulteren in een beperkt effect in 2009 en een evenwichtiger
verdeling van de volumes in 2010 en 2011. Daarnaast heeft ProRail aangegeven
in 2009 10 mln extra aan klein onderhoud te kunnen realiseren. ProRail geeft
verder aan, gelet op de vitaliteit van de sector, waar mogelijk, arbeidsintensieve
werkzaamheden te zullen versnellen.
Programma's
Zoals hierboven aangegeven, heeft - eveneens in het kader van het lopende
verbeterprogramma - een analyse plaatsgevonden van de programma-uitgaven.
Pagina 4 van 7
Ook bij de programma's was afgelopen jaren op onderdelen sprake van
Datum
onderbesteding. Dit heeft overeenkomstig het verbeterprogramma geleid tot een
herijking van de financiële reeksen voor de programma-uitgaven. De reeksen zijn Ons kenmerk
volgens ProRail nu meer dan voorheen opgebouwd op basis van gevalideerde VenW/DGMo-2009/837
productiereeksen. ProRail heeft mij daarbij laten weten dat in lijn met de
aanbevelingen van McKinsey verbeteringen zijn doorgevoerd om dit in de
toekomst te voorkomen. Voor wat betreft het oplossen van capaciteitsknelpunten
in het kader van het herstelplan spoor geeft ProRail aan dat er geen
achterstanden zijn. De herijking van de financiële planning is volgens ProRail voor
wat betreft dit programma gevolg van:
- Goedkopere uitvoering van het oorspronkelijke pakket projecten waardoor de
uitgaven op korte termijn lager zijn.
- Uitbreiding van de scope van het programma waardoor de uitgaven naar
achteren schuiven.
ProRail heeft mij gemeld de vertraging in de programma-uitgaven te willen
mitigeren door maatregelen alsnog te versnellen. ProRail heeft hiervoor een
aantal concrete voorstellen ontwikkeld. Het betreft maatregelen binnen de
programma's toegankelijkheid, fietsenstallingen en geluid. Het gaat in de periode
tot en met 2012 om circa 55 mln aan maatregelen. Ook voor het programma
kleine infrastructuur zijn versnellingsmaatregelen in gang gezet. Ik heb echter
ook aangegeven meer van ProRail te verwachten en gevraagd om in overleg met
alle betrokken partijen waar mogelijk te komen tot aanvullende maatregelen.
Ik wil dat ProRail ook de cijfers voor de programma-uitgaven hardt en valideert
en vervolgens extern laat auditen. Deze audit moet ook betrekking hebben op de
kwaliteit en effecten van de door ProRail genomen verbetermaatregelen, zodat de
kwaliteit van de financiële planning ook in de toekomst zeker is gesteld. Ook hier
geldt dat mogelijke versnellingen niet mogen wachten op de uitkomsten, rond de
zomer, van deze audit.
ProRail heeft tenslotte aangegeven in overleg met overheden, vervoerders en
aannemers te willen werken aan creatieve oplossingen ten aanzien van de
voorbereiding en uitvoering van de projecten. In dit kader wordt nu al gestart met
het voortvarend realiseren van de renovatie van Amsterdam CS ( 30 mln).
3. Taakgroep vitaliteit van de sector
ProRail heeft op 19 januari 2009 een brief gestuurd aan de Vakgroep
Railinfrastructuur in reactie op een brief van Bouwend Nederland, waarin namens
de spooraannemers de zorgen kenbaar zijn gemaakt over het volume werk dat
ProRail in de periode 2007-2008 in de markt zet. Daaruit blijkt dat in de maanden
december en januari samen met de spooraannemers overleg is gevoerd en samen
gewerkt is aan een overzicht van het marktvolume spooraannemers. Deze
analyse bevestigt het beeld dat in de periode 2007 tot en met 2009 sprake is van
een lager marktvolume en laat zien dat vanaf 2011 de reeksen weer op en boven
het niveau van 2006 komen.
Verder onderschrijft ProRail in deze brief de ernst van de situatie en ook het
belang dat ProRail heeft bij continuïteit van capaciteit en het behoud van kennis
en kunde. ProRail heeft aangegeven zich als grote opdrachtgever verplicht te
voelen tot een inspanning om het aanvankelijk geplande volume aan te passen.
ProRail heeft daarom met de spooraannemers het eerder in deze brief gemelde
pakket maatregelen afgesproken.
Pagina 5 van 7
Datum
Ik vind het door ProRail in overleg met de sector gedane voorstel een goede
eerste stap, maar ik heb ProRail gevraagd komende periode dit overleg met de Ons kenmerk
sector te blijven voeren om te komen tot verdere versnellingen. Ik acht het VenW/DGMo-2009/837
instellen van een taakgroep, zoals voorgesteld in de motie van lid Cramer hiermee
voldoende ingevuld. Zoals ik eerder heb aangegeven wil ik bovendien niet treden
in de verantwoordelijkheden van de sector en interveniëren in de markt en ik vind
het goed dat de sector deze verantwoordelijkheid zelf heeft opgepakt.
4. Resterende vragen uit het CU-rapport
Allereerst wil ik de ChristenUnie nogmaals bedanken voor hun gedegen
rapportage en de daarin opgenomen aanbevelingen. Ik heb ProRail, gelet op haar
uitvoeringsverantwoordelijkheid, gevraagd om een reactie op de resterende
aanbevelingen uit het rapport Slimmer, Sneller en Zuiniger op het spoor. In
bijlage 1 treft u mijn reactie aan. De reactie van ProRail op die aanbevelingen is
als bijlage 2 bij deze brief gevoegd. Zoals eerder aangegeven bevat bijlage 3 mijn
reactie op de aanvullende vragen van de heer Cramer van 10 februari 2009.
Tenslotte
Ik hoop u met deze brief voldoende en in samenhang te hebben geïnformeerd
over de gestelde vragen en de mogelijkheden om spooronderhoud versneld uit te
voeren.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 6 van 7
Bijlage 1
Datum
Zoals aangegeven in de brief heb ik ProRail gevraagd een reactie te geven op de Ons kenmerk
resterende aanbevelingen uit het rapport `Slimmer, Sneller en Zuiniger op het VenW/DGMo-2009/837
spoor'van de ChristenUnie. De reactie van ProRail is opgenomen in bijlage 2 bij
deze brief. Ik onderschrijf de reactie van ProRail. Ik heb daarop wel een aantal
aanvullingen. Het betreft de volgende onderwerpen.
Informatie in het MIRT.
In aanbeveling 4 vraagt de ChristenUnie om meer inzicht in de budgetten voor
bovenbouwvernieuwing. In het MIRT zijn de bedragen opgenomen die in het
betreffende jaar aan ProRail worden toegekend. Deze reeksen zijn gebaseerd op
het door ProRail ingediende beheerplan. Die reeks kan afwijken van het
daadwerkelijke productievolume omdat werkzaamheden kunnen overlopen naar
latere jaren. Bij een beperkte en gelijkblijvende overloop, leidt dat niet tot grote
verschillen. Vanaf 2006 was echter sprake van een stijgende overloop aan
werkzaamheden. Uitgangspunt is echter een beperkt en stabiel niveau van
overloop. Om invulling te geven aan uw verzoek stel ik voor om niet in het MIRT,
maar in het beheerplan de informatie op dit punt uit te breiden. Dat past in de
lopende ontwikkeling om de informatie in het beheerplan verder te verbeteren. De
aanbeveling van de ChristenUnie is overigens mede gebaseerd op een analyse
van het verschil tussen het budget in het MIRT en de productiecijfers op basis van
het beheerplan. Belangrijke oorzaak hiervan is dat in het MIRT alle bedragen zijn
opgehoogd met de over de subsidie aan ProRail verschuldigde BTW en daarom
19% hoger zijn dan de reeksen in het beheerplan. Hier is dus sprake van een
financieel-technische afwijking.
Rapportage spooronderhoud
In aanbeveling 5 stelt de ChristenUnie dat, naast de reguliere rapportage
wegonderhoud, de Kamer ook een rapportage spooronderhoud wenst te
ontvangen. De prestaties, inclusief de daarvoor benodigde middelen, worden
vastgelegd in het beheerplan, waar ik jaarlijks met u over spreek. Ik stel voor aan
te haken bij dit proces. Graag wil ik de informatie in het beheerplan uitbreiden in
lijn met de in de rapportage wegonderhoud opgenomen informatie.
Financiële indicatoren.
Allereerst wil ik verwijzen naar het antwoord van ProRail op aanbeveling 15. Ik wil
daaraan toevoegen dat de efficiency van ProRail ook onderdeel is van de evaluatie
van de spoorwegwet. Over de efficiency is een separaat deelrapport beschikbaar.
Ik kom daar graag in het kader van de evaluatie op terug.
Pagina 7 van 7
Ministerie van Verkeer en Waterstaat