Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl
Datum 8 april 2009 (kenmerk BVE/IenI-11497)
Betreft Toezeggingen Algemeen Overleg beroepsonderwijs en
volwasseneneducatie: Internationaliseringsagenda MBO
Tijdens het `Verzamel-AO' over beroepsonderwijs en volwasseneneducatie op 4
maart 2009 heb ik uw Kamer toegezegd een overzicht te geven van de
belangrijkste actiepunten uit de Internationaliseringsagenda MBO.
Daarnaast heb ik aan de heer Van der Ham toegezegd schriftelijk terug te komen
op de toepassing van `flexible fees' bij visumverleningen (in plaats van een vast
tarief ongeacht de duur van het verblijf). Uit de informatie die ik heb ingewonnen
blijkt dat, in tegenstelling tot de praktijk in veel andere landen, het tarief voor
een Nederlands visum is gebaseerd op daadwerkelijk gemaakte kosten. Ik begrijp
dat het ministerie van Justitie er daarom vooralsnog niet voor voelt de
tariefstelling te flexibiliseren.
De belangrijkste acties uit de Internationaliseringsagenda MBO zijn de volgende.
· MBO Raad en Colo stellen een Gedragscode Internationalisering MBO op.
Deze is erop gericht dat inkomende mobiliteit op goede en vergelijkbare wijze
wordt ondersteund door de instellingen.
· Mogelijke verlenging van het Programma Internationalisering Beroepsonderwijs
(van het ministerie van Economische Zaken, ondersteund door de minister
van OCW) is afhankelijk van besluitvorming over de inzet van FES-middelen
na 2009. In eerste instantie wordt gestreefd naar een verlenging met 1,5
jaar.
· Het ministerie van Justitie heeft toegezegd de mogelijkheden te verkennen om
het visa beleid ten aanzien van mbo studenten in bepaalde sectoren te
versoepelen. Dit betekent dat buitenlandse studenten die in Nederland een
mbo opleiding willen volgen, in de toekomst mogelijk makkelijker en sneller
een visum kunnen krijgen. Hierover vindt op ambtelijk niveau overleg plaats
met het ministerie van Justitie. Naast versoepeling is ook van belang dat
instellingen over de juiste informatie beschikken omtrent visumverleningen.
a
na 1 van 3
Pagi
· OCW beziet op basis van een evaluatie of het opportuun is de mogelijkheden
voor mbo'ers om met meeneembare studiefinanciering een opleiding in het
buitenland te volgen uit te breiden. Het evaluatieonderzoek zal zo spoedig
mogelijk aan de Tweede Kamer worden toegezonden met mijn beleidsreactie
waarin ik wil uitgaan van uitbreiding, maar aandacht zal (moeten) besteden
aan twee randvoorwaarden: financiële consequenties en de mogelijkheden
voor Colo om daadwerkelijk te bepalen of een opleiding in het buitenland aan
Nederlandse maatstaven voldoet.
· In aanvulling op het bestaande instrumentarium zal Colo een `Barometer stage-
en leerbanenmarkt' ontwikkelen die mbo-studenten nog beter in staat stelt de
juiste keuzes te maken als het gaat om een buitenlands verblijf. Dit
voornemen is inmiddels gerealiseerd. De barometer is beschikbaar in de vorm
van een brochure en op www.colo.nl.
· OCW werkt mee aan de totstandkoming van het EU-instrumentarium om de
mobiliteit van mbo-studenten in Europa te bevorderen, waarbij de inzet is de
administratieve lasten (nieuwe uitvoeringsorganisaties in de lidstaten,
monitoring op basis van nieuwe indicatoren) te beperken. Aanvaarde
instrumenten (Europass, EQF) worden (verder) geïmplementeerd. Haalbaar
streven is dat Nederland voldoet aan de afspraak in de Aanbeveling van de
Europese Commissie en het Parlement om het EQF per 2011
geïmplementeerd te hebben en dit eind 2012 ook te gebruiken in alle
Europass-documenten.
· OCW bevordert de deelname van Nederlandse onderwijsinstellingen aan
internationale beroepenwedstrijden (Worldskills, Euroskills). Daarnaast
stimuleert OCW dat het netwerk dat rondom de organisatie van deze
beroepenwedstrijden is ontstaan (bestaande uit nationale skills-organisaties,
in Europa verenigd in de European Skills Promotion Organisation ESPO) wordt
benut bij het aangaan of intensiveren van buitenlandse contacten door de
instellingen. Nederland neemt met circa 30 mbo'ers deel aan de Worldskills in
Calgary (2009). SkillsNetherlands blijft actief in ESPO, ook vanwege de
volgende Euroskills in 2010, die worden gehouden in Lissabon.
· Tijdens de gezamenlijke missie van EZ en OCW naar Turkije, eind november
2008, heb ik een project `Duostages' voor excellente mbo-studenten uit
Nederland en Turkije aangekondigd, waarin mbo-studenten over en weer
stage lopen en hun bevindingen delen. Aan SkillsNetherlands is gevraagd in
samenwerking met SkillsTurkey een voorstel te doen. Dit voorstel is inmiddels
ontvangen en zal worden gehonoreerd.
· Er komen met ingang van 2009 vier proeftuinprojecten. In deze projecten
worden instellingen ondersteund bij de (verdere) ontwikkeling van hun
contacten binnen en buiten Europa, met de bedoeling dat zij hun ervaringen
overdragen. Sectoren: handel, horeca, logistiek, techniek, veiligheid /
beveiliging en laagdrempelige zorg. Landen: Frankrijk, het Verenigd
Koninkrijk, Turkije en India.
Pagina 2 van 3
Vanwege de samenhang met overige mobiliteitsprogramma's voor het mbo
wordt dit project belegd bij het Centrum voor innovatie van opleidingen
(Cinop), dat ook de programma's BAND met Duitsland en Leonardo da Vinci
(onderdeel van het Life Long Learning Programma van de EU) uitvoert. Na
een nulmeting en de publicatie daarvan in een boekje waarin ook good
practices en een handreiking voor inkomende mobiliteit worden opgenomen,
zullen de mobiliteitsprojecten in 2010 en 2011 worden uitgevoerd.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Pagina 3 van 3