Baten natuur Meerstad bijna 100 miljoen hoger dan kosten
Datum: 09 april 2009
De ruim 100 miljoen euro aan aanlegkosten en 80 miljoen aan overige
regionale kosten van al het extra groen en water in Meerstad worden
ruimschoots gecompenseerd door de hogere waarde van de woningen in en
rond dit nieuwe Groningse stadsdeel. Daarnaast zorgt het 560 hectare
grote nieuwe meer nog voor 41 miljoen aan vermeden kosten voor anders
noodzakelijke zandwinning en waterberging. In totaal levert het extra
groen en blauw in Meerstad een verwachte regionale netto
welvaartstoename op van ruim 97 miljoen. Dit is de conclusie van het
scriptie-onderzoek waarop Leendert Klokkenburg vorige week aan de
Rijksuniversiteit Groningen afstudeerde in de Economie.
Het onderzoek werd verricht als stage bij de Dienst Landelijk Gebied,
die namens het Ministerie van LNV verantwoordelijk is voor de
kwaliteit en deels voor de realisering van het extra groen en het
nieuwe meer. Het gaat nadrukkelijk niet om een onderzoek naar de
financiële haalbaarheid, maar om een onderzoek naar de
maatschappelijke wenselijkheid van Meerstad. Meerstad zal volgens plan
in een periode van twintig jaar worden uitgevoerd. Gerekend over een
totale periode van vijftig jaar rekent het onderzoek alle toekomstige
regionale maatschappelijke kosten en baten van het additionele groen
en blauw in Meerstad, met een reële rente van 2,5 procent en
risico-opslag van 3 procent, terug tot hun huidige waarde.
Natuurwaarde geschat op 190 miljoen
Op basis van studies naar verschillen in woningprijzen in heel
Nederland schat de scriptie dat de waarde van de woningen in Meerstad
7,5 procent hoger zal komen te liggen dan die in een gewone
nieuwbouwwijk in Groningen. Daarnaast zal de waarde van bestaande
woningen in een straal van drie kilometer rond Meerstad naar schatting
met 5 procent zal stijgen. Bij elkaar leidt de nieuwe natuur zodoende
tot meerwaarde voor bewoners en omwonenden van in het totaal 190
miljoen over de komende 50 jaar. Daar komen nog de baten voor
recreatieondernemers en de naar schatting uiteindelijk 1,7 miljoen
recreanten bij. De totale regionale recreatiebaten worden in de
scriptie geschat op 33 miljoen.
Robuuste schatting
Prof.dr. Jan Oosterhaven, begeleider van de scriptie, is verrast door
de uitkomsten: `Zo'n gunstig beeld had ik niet verwacht'. Toch is er
volgens hem sprake van een robuuste schatting. Zo is er ook rekening
gehouden met de langere pendelafstanden, die het gevolg zijn de
woningbouw op grotere afstand van het werk in de stad. Deze
pendelkosten zorgen zelfs voor 55 van de 80 miljoen aan overige
regionale kosten. En zelfs als de schatting van de meerwaarde van de
woningen met 2,5 procentpunt wordt verlaagd is er nog steeds sprake
van een positief regionale welvaartstoename van ruim 25 miljoen.
Positieve milieueffecten
Ten slotte bespreekt Klokkenburg in zijn scriptie nog een serie
kleinere meestal positieve effecten die nog niet in geld konden worden
uitgedrukt. Zo is wel rekening gehouden met het verlies aan
toekomstige landbouwproductie van ruim 8 miljoen, maar kon de hiermee
samenhangende verminderde milieubelasting niet in geld worden
uitgedrukt. Hetzelfde geldt voor de positieve effecten op de
volksgezondheid en het eventuele grotere gevoel van veiligheid door de
wateropvangcapaciteit van het nieuwe meer.
Rijksuniversiteit Groningen