© 2009 ECORYS Nederland BV
Uitfaseren ontwikkelingshulp moet beter, Nederland doet het relatief
goed
9 april 2009 - Het beëindigen en afbouwen van
ontwikkelingshulprelaties is een natuurlijk onderdeel van
ontwikkelingsrelaties, maar krijgt te weinig aandacht. Nederland doet
het relatief goed als het gaat om uitfaseren van ontwikkelingshulp aan
bepaalde landen. Toch valt er het nodige te verbeteren. Dit blijkt uit
een internationaal evaluatieonderzoek dat onder leiding van ECORYS is
uitgevoerd in samenwerking met het Noorse Christian Michelsen
Institute. Het onderzoek toont aan dat er behoefte is aan betere
planning en een duidelijke richtlijn voor uitfasering en transformatie
van hulpprogramma's.
Het evaluatieonderzoek, dat in 2007 en 2008 heeft plaatsgevonden in
opdracht van het Zweedse ontwikkelingsagentschap SIDA en drie andere
bilaterale donoren, was gericht op de uitfasering van bilaterale hulp
aan partnerlanden. Er is onderzocht op welke wijze Nederland,
Denemarken, Noorwegen en Zweden hun ontwikkelingsrelatie hebben
afgebouwd of getransformeerd naar een niet-op-hulp gerichte relatie in
vijf ontwikkelingslanden: Botswana, Eritrea, India, Malawi en
Zuid-Afrika. Het doel van het onderzoek was lering te trekken voor
toekomstige uitfasering van hulpprogramma's. In de beleidsbrief van
Minister Koenders aan de Tweede Kamer worden uit de evaluatie eerste
lessen getrokken voor de uitfasering van de Nederlandse hulp aan zeven
landen.
Beëindiging hulprelatie vaak gebrekkig
De resultaten van uitfaseringsprocessen lopen sterk uiteen. Er zijn
goede voorbeelden, maar ook heel slecht verlopen processen. Goede
resultaten zijn soms te verklaren uit goede planning en samenwerking,
maar soms ook door de capaciteit van ontvangende landen om
activiteiten voort te zetten. Dit is vooral het geval in meer
ontwikkelde landen zoals India en Botswana. Een belangrijke conclusie
is dat de duurzaamheid van resultaten vaak weinig aandacht krijgt en
dat de planning in veel gevallen problematisch is.
Nederland scoort relatief goed
Nederland doet het relatief goed. Bij de afbouw van de
ontwikkelingsrelaties met India en Malawi was in bepaalde sectoren
sprake van voortzetting van de activiteiten en duurzame resultaten,
maar in andere sectoren verliep de afbouw minder goed.
Plannen en duidelijk kader essentieel
Een belangrijke conclusie is dat de planning van uitfaseringen nog te
weinig aandacht krijgt, terwijl uitfaseringen door de politisering van
de hulp steeds vaker voorkomen. De onderzoekers geven hierbij aan dat
het van belang is om al bij de start van een hulprelatie rekening te
houden met toekomstige beëindiging of transformatie. In het
onderzoeksrapport wordt onderscheid gemaakt naar verschillende soorten
mogelijke uitfaseringen. Tevens worden suggesties gedaan om een
duidelijk kader te ontwikkelen waarbinnen deze processen in de
toekomst zouden kunnen verlopen. Hierbij is het van belang om ruimte
te laten voor landenspecifieke situaties.
Het onderzoeksrapport is door de Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders, inmiddels aangeboden aan de
Tweede Kamer.