Kamerbrief inzake het verlag van de Afghanistan conferentie d.d. 31 maart
2009
08-04-2009 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op dinsdag 31 maart vond in Den Haag de `International Conference on
Afghanistan; a Comprehensive Strategy in a Regional Context' plaats.
Het voorzitterschap voor deze conferentie, die onder auspiciën van de
Verenigde Naties plaatsvond, was een gedeelde verantwoordelijkheid van
de Verenigde Naties (Speciaal Vertegenwoordiger van de
secretaris-generaal in Afghanistan, de heer Eide) en de regeringen van
Afghanistan (minister van Buitenlandse Zaken, de heer Spanta) en
Nederland (minister van Buitenlandse Zaken). De Nederlandse nationale
delegatie werd geleid door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking
in samenwerking met de minister van Defensie. De minister-president
heette de delegaties aan het begin van de conferentie welkom.
Het niveau van de afgevaardigden was een teken van de internationale
betrokkenheid bij de opbouw van Afghanistan: zo waren de Afghaanse
president Karzai, secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban
Ki-moon, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Clinton en
secretaris-generaal van de NAVO De Hoop Scheffer en tientallen
ministers van Buitenlandse Zaken aanwezig, alsmede vertegenwoordigers
van internationale organisaties. Afghaanse niet-gouvernementele
organisaties hadden voorafgaand aan de conferentie zelf bijeenkomsten
georganiseerd in Kabul. Een koepelorganisatie van Afghaanse NGO's,
ACBAR, verzorgde tijdens de conferentie een terugkoppeling van deze
bijeenkomsten. Ook in Den Haag kwamen Nederlandse en Afghaanse
organisaties en marge van de conferentie bijeen.
In mijn openingstoespraak heb ik de belangrijke keuzes die de
internationale gemeenschap en Afghanistan de komende periode zullen
moeten maken, samengevat (zie bijlage). Een langjarige betrokkenheid
van de internationale gemeenschap is nodig om te zorgen dat een veilig
en democratisch Afghanistan, waar mensenrechten worden gerespecteerd,
dat niet langer als uitvalsbasis dient voor (internationaal)
terrorisme en dat in vrede leeft met zijn buren, zich kan handhaven.
In aanloop naar de Afghaanse presidents- en parlementsverkiezingen, en
met het aflopen van het Afghanistan Compact in 2010 in het
vooruitzicht, is de tijd aangebroken voor versterking van de band
tussen de Afghaanse bevolking, de Afghaanse regering, de regio en de
internationale partners in den brede, een `Afghanistan Contract'. De
Afghanen moeten weten wat zij van de internationale gemeenschap mogen
verwachten. Omgekeerd moet ook de internationale gemeenschap weten wat
men van Afghaanse zijde mag verwachten.
De Nederlandse interventie, uitgesproken door de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, ging met name in op de herziening van het
`contract' tussen de internationale gemeenschap en Afghanistan (zie
bijlage). Een sterkere nadruk op civiele inzet was nodig om een betere
balans te verkrijgen in relatie tot de militaire inspanningen. Er was
en marge van de conferentie veel belangstelling voor de geïntegreerde
inzet van Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking,
veiligheid en diplomatie.
Uit de vele interventies van de ruim 80 aanwezige landen en
internationale organisaties bleek brede overeenstemming met de
slotverklaring van de voorzitters, die is bijgevoegd als bijlage bij
deze brief. Deze verklaring geeft aan dat een nieuwe politieke impuls
gegeven is aan de internationale betrokkenheid bij Afghanistan. De
nadruk die in de verklaring gelegd wordt op het belang van de
regionale context sluit aan bij de Amerikaanse beleidsherziening ten
aanzien van Afghanistan en Pakistan, die kort voor de conferentie
bekend werd gemaakt. Ook het beleid van de VS gaat uit van een steeds
sterkere civilisering van de internationale inspanningen, waarbij
minister Clinton opmerkte dat daarbij goed is gekeken naar de
Nederlandse aanpak in Uruzgan.
In de slotverklaring worden vier prioriteiten beschreven waar de
inspanningen van de internationale gemeenschap zich op zullen moeten
richten: goed bestuur, economische groei, verbeterde veiligheid en de
regionale context. Ook wordt aandacht besteed aan verzoening. Rode
draad van de verklaring is een sterkere civiele inzet, met een
centrale rol voor de VN. De focus van de internationale gemeenschap
moet verschuiven van uitvoering naar ondersteuning, waarmee de
verklaring een nieuwe fase in de samenwerking markeert.
Tijdens de conferentie werd de Afghaanse delegatie kritisch bevraagd
over een Afghaans wetsvoorstel betreffende familierecht van de
Sjiitische minderheid dat bepalingen bevat die discriminerend zijn
voor vrouwen. Ook ik heb de Afghaanse minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. Rangin Dadfar Spanta, hierop aangesproken. Op 4 april lichtte
minister Spanta mij in dat president Karzai had besloten dat het
wetsvoorstel zal worden herzien en zal worden getoetst aan de
nationale en internationale verplichtingen van Afghanistan op het
gebied van rechten van vrouwen. In de tussentijd zal de wet niet in
werking treden.
Nederland kan met volle tevredenheid terugblikken op een succesvolle
conferentie, die niet alleen politiek-inhoudelijk goed is verlopen,
maar evenzeer op logisitiek-organisatorisch vlak, waarbij de
ondersteuning vanuit de gemeente Den Haag bijzondere vermelding
verdient. Het belang van de aanwezigheid van landen als Rusland, Iran,
China, India en Pakistan èn het feit dat deze landen zich in essentie
schaarden achter de analyse zoals die naar voren komt in de
slotverklaring van de voorzitters, mag niet onderschat worden.
Tegelijkertijd moet onderkend worden dat de buitengewoon complexe
verhoudingen in de regio ook in de toekomst ons aller aandacht
behoeven, waarbij ook tegenslagen ons ten deel zullen vallen. Het
signaal dat de internationale gemeenschap met deze conferentie aan de
Afghaanse regering en het Afghaanse volk heeft gegeven, is echter
ondubbelzinnig en van groot belang in dit voor Afghanistan belangrijke
jaar.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage: speech van de Minister van Buitenlandse Zaken | PDF, 84
Kb
* Bijlage: speech van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking |
PDF, 42 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken