Eerlijk proces verdient opname in de Grondwet
Onderwerp rechtspleging is in de Grondwet ten onrechte buiten beschouwing
gelaten
Het recht op een eerlijk proces verdient het om te worden opgenomen in
de Nederlandse Grondwet. Dat is de voornaamste uitkomst van het
onderzoek dat door de secties staatsrecht en strafrecht van de Erasmus
Universiteit in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties werd verricht. Het betreft een voorstudie voor de
komende Staatscommissie die zich moet buigen over de herziening van de
Grondwet. De titel van het rapport is: Grondwet en het recht op een
eerlijk proces: algemene verkenning en uitwerking voor het strafrecht.
De onderzoekers, prof. mr.P.A.M. Mevis, prof. mr.R. de Lange en
mr.B.J.G. Leeuw concluderen dat het recht op een eerlijk proces zo
fundamenteel is dat het in de Nederlandse Grondwet niet zou misstaan.
Het recht op een eerlijk proces moet voorts door de wetgever en de
rechter in elke rechtszaak opnieuw worden geconcretiseerd. Wat een
eerlijk proces precies inhoudt, hangt immers van af van de feiten en
omstandigheden van het concrete geval. Bij die vormgeving van het
eerlijk proces door rechter en wetgever in elke rechtszaak opnieuw,
kan een in de Grondwet uitdrukkelijk opgenomen recht op een eerlijk
proces een belangrijk hulpmiddel zijn. Het geeft richting aan de
wetgever en de rechter en legitimeert de rechtsvorming door beide
instituten, aldus de onderzoekers.
Erg belangrijk is verder dat een recht op een eerlijk proces in de
Grondwet voor een betere afstemming kan zorgen met het recht op een
eerlijk proces zoals dat in internationale verdragen is gegarandeerd,
in het bijzonder in art. 6 EVRM. Volgens de onderzoekers dwingt zo een
verdrag ertoe het recht op een eerlijk proces al in het nationale
recht te realiseren en schendingen van het internationale recht te
voorkomen. Dat lukt veel beter als dat recht op een eerlijk proces ook
in de nationale Grondwet aan de wetgever en de rechter wordt
voorgehouden. Zij kunnen dan nationaal recht beter op het EVRM
afstemmen. Landen waarin dat gebeurt, lijken minder snel door het
Europese Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld te worden.
Naast de afstemming met internationaal recht en de versterking van de
Grondwet, wordt met het opnemen van het recht op een eerlijk proces in
de Grondwet ten slotte ook enige historische achterstand ingelopen.
Dat de Nederlandse Grondwet, anders dan veel andere Grondwetten, nooit
een bepaling inzake het eerlijk proces heeft bevat, is meer historisch
toeval, dan de uitkomst van een afgewogen keuze. En bij de
Grondwetsherziening van 1983 is het onderwerp van de rechtspleging,
waaronder rechten vallen als dat op een eerlijk proces, op toegang tot
de rechter, op garantie van onafhankelijkheid en onpartijdigheid van
de rechter, ten onrechte buiten beschouwing gelaten.
Erasmus Universiteit Rotterdam