4. Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en De Roos
over het aanstellen van de heer V. als interimbestuurder bij het
ziekenhuis Walcheren
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en De Roos over het
aanstellen van de heer V. als interimbestuurder bij het ziekenhuis Walcheren
Kamerstuk, 7 april 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
7 april 2009
CZ-K-U-2915372
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van
Gerven en De Roos (SP) over het aanstellen van de heer V. als
interimbestuurder bij het ziekenhuis Walcheren (2080914710).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Wat is uw reactie op het aantrekken van de heer V. als
interimbestuurder bij het ziekenhuis Walcheren door de Raad van
Toezicht van het ziekenhuis? 1)
Antwoord 1
Het aantrekken van een interimbestuurder is de verantwoordelijkheid
van de Raad van Toezicht, in dit geval die van de Stichting Ziekenhuis
Walcheren.
Vraag 2
Bent u op enigerlei wijze betrokken geweest bij het aantrekken van de
heer V.?
Antwoord 2
Nee, zie ook het antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Had u hier voorkennis van en heeft u hiermee ingestemd?
Antwoord 3
De heer V. heeft mij mondeling geïnformeerd over zijn voornemen deze
functie als interimbestuurder te aanvaarden. Ik heb dat voor
kennisgeving aangenomen omdat de aanstelling van de heer V. de
verantwoordelijkheid is van de Stichting Ziekenhuis Walcheren.
Vraag 4
Wat is het uurtarief dat de heer V. vraagt? Wat zijn de maandelijkse
kosten voor de heer V.? Acht u deze tarieven reëel? Zo ja, kunt u dit
toelichten?
Antwoord 4
Ik ben niet op de hoogte van de bezoldiging van de heer V. De
bezoldiging is de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht van de
Stichting Ziekenhuis Walcheren. Zorginstellingen dienen zich wel
jaarlijks maatschappelijk te verantwoorden over de beloning van
individuele bestuurders en toezichthouders. Zij doen dat via het
jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. Op het moment dat het
jaarverslag over de periode van werkzaamheid van de heer V.
verschijnt, kan iedereen dus van zijn bezoldiging kennis nemen. Dit
wordt onder meer gepubliceerd op www.jaarverslagenzorg.nl.
Vraag 5
Acht u het niet onverstandig dat de heer V. is aangetrokken, die een
uitgesproken voorstander is van grootschaligheid, fusie en
concentratie van voorzieningen, in het verleden een dergelijk advies
heeft uitgebracht over Zeeland en een adviserende rol speelde bij de
voormalige Raden van Bestuur van de ziekenhuizen in Goes en
Vlissingen? Is hij niet een onderdeel van het probleem, gezien zijn
partijdigheid en het feit dat hij door vele Zeeuwen wordt gezien als
`de aanstichter van veel ellende'? 2) Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Is hier sprake van een "meerdere pettenproblematiek", aangezien hij
ook zitting heeft in de Raad van Advies van de Nederlandse
Zorgautoriteit die moet adviseren over het al of niet doorgaan van de
fusie?
Antwoord 6
De Raad van Advies van de NZa adviseert de Raad van Bestuur van de NZa
over het algemeen beleid van de NZa. Concrete besluiten van de NZa
worden in het algemeen niet voorgelegd aan de Raad van Advies. Zo
wordt de Raad van Advies wel betrokken bij de besluitvorming over de
uitgangspunten van de NZa bij fusietrajecten, maar niet bij een
besluit van de Raad van Bestuur over een advies in een concrete fusie
casus. Daar adviseert de Raad van Bestuur immers de Nederlandse
Mededingingsautoriteit.
Daarnaast hanteren de leden van de Raad van Advies van de NZa de
algemene uitgangspunten van integriteit en professionaliteit. Dat
betekent dat een lid van de Raad van Advies afziet van betrokkenheid
bij de discussie in de Raad van Advies als er vanuit zijn of haar
andere activiteiten mogelijk sprake kan zijn van een conflicterend
belang.
De schijn van "meerdere pettenproblematiek" is nooit geheel te
vermijden, daar juist de waarde van de Raad van Advies van de NZa is
gelegen in de verbinding van de leden van de Raad van Advies met het
zorgveld. Ik heb evenwel geen reden om aan te nemen dat in deze
concrete casus, gelet ook op de aan mij gegeven uitingen terzake van
de NZa, sprake zal kunnen zijn van een ongewenste vermenging van
verantwoordelijkheden.
Vraag 7
Worden door het aantrekken van de heer V. niet de belangen van de
bevolking geschaad, die in grote meerderheid tegen de fusie is en een
volwaardig ziekenhuis op Walcheren wil handhaven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 8
Bent u bereid uw verantwoordelijkheid te nemen door de Raad van
Toezicht te verzoeken terug te treden en de bewindvoering tijdelijk
over te nemen, zodat gewerkt kan worden aan de instandhouding van een
volwaardig ziekenhuis in Vlissingen en Goes, waarbij de
maatschappelijke behoefte centraal staat en niet de individuele
belangen van specialisten en management? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ik zie onvoldoende aanleiding om een dergelijk verzoek te doen.
1) PZC, 21 februari 2009: "Pleitbezorgers fusie moet rust brengen"
2) Idem
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport