ChristenUnie


Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het plenaire debat Wajong

Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn aan het plenaire debat Wajong

dinsdag 07 april 2009 16:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Vandaag behandelen wij een belangrijk wetsvoorstel dat ertoe moet bijdragen dat optimaal gebruik zal worden gemaakt van de talenten van potentiële werknemers met een beperking. In psalm 82, vers 3, nieuwe vertaling staat: "doe recht aan weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken". De samenleving heeft de morele plicht om ervoor te zorgen dat Wajongers nog meer kunnen gaan participeren. Het was voor mij verbijsterend om bij de voorbereidingen van dit dossier te ontdekken dat deze enthousiaste burgers min of meer afgeschreven waren. Ik juich het dan ook toe dat met dit wetsvoorstel de nadruk wordt gelegd op wat Wajongers kunnen.

Veel Wajongers die ik heb gesproken, kijken uit naar het moment dat zij gebruik kunnen maken van de werkregeling. Hiermee kom ik direct op de eerste kanttekening die ik stel bij dit wetsvoorstel. De nieuwe werkregeling staat alleen open voor de nieuwe instroom Wajongers vanaf de invoering van de wet. De huidige Wajongers zien de mogelijkheid aan hun neus voorbijgaan om een werkaanbod te krijgen. Welke mogelijkheden ziet de minister om de nieuwe werkregeling ook open te stellen voor de huidige Wajongers? Hoe gaat hij ervoor zorgen dat door de economische neergang de Wajongers niet weer het kind van de rekening worden? Mijn collega de heer Slob heeft hierover een motie ingediend tijdens het debat over het pakket maatregelen om de economische crisis het hoofd te bieden.

Juist in de huidige economische neergang moeten financiële middelen slim worden ingezet. Met beperkte middelen moet worden getracht om zo veel mogelijk Wajongers te plaatsen in bedrijven. Goedwillende werkgevers zijn daarom van cruciaal belang voor het succes van de werkregeling. Tijdens mijn werkbezoeken ben ik werkgevers tegengekomen die zich het lot van deze doelgroep hebben aangetrokken en vanuit een bewogen hart creatieve initiatieven hebben ontplooid voor groepen Wajongers. Voorbeelden hiervan zijn een initiatief in Genemuiden en Broodje Apart in Schijndel. Deze ondernemers kennen de doelgroep en hebben expertise opgebouwd om deze mensen intern te steunen. Deze werkgevers hoeven niet door het UWV te worden gestimuleerd om alstublieft een werkplek beschikbaar te stellen voor een Wajonger. Daarom wil de ChristenUnie dat al bestaande en nieuwe particuliere initiatieven door het UWV worden ondersteund en dat hiervoor budget wordt vrijgemaakt binnen de re-integratiemiddelen. Ik hoor hierop graag een reactie van de minister.

Van deze werkgevers heb ik ook begrepen dat zij eraan hechten, te beschikken over interne jobcoaches. Dit zijn interne medewerkers die vrijgemaakt worden om Wajongers op de werkvloer te begeleiden. Uiteraard is dit afhankelijk van het aantal Wajongers dat in dienst is. Graag krijg ik de toezegging van de minister dat hij gaat onderzoeken hoe er gekomen kan worden tot een regeling voor interne jobcoaches.

Nu ik het toch heb over jobcoaches, wil ik kwijt dat de kwaliteit soms erg verschilt. Ook het takenpakket en de in te zetten uren kunnen erg verschillen. Nu is maatwerk uiteraard uitgangspunt. De kwaliteit van de jobcoach is echter van cruciaal belang voor het succes van het traject. De ChristenUnie pleit dan ook voor gecertificeerde jobcoaches. Ook moet het profiel van een jobcoach door het UWV worden vastgesteld. Ik krijg hier graag een reactie op van de minister.

Ik ben een aantal enthousiaste Wajongers tegengekomen dat graag zelfstandig ondernemer wil worden. In mijn gesprek met een van hen, vertelde deze dat zij vergevorderd plannen heeft om een uitzendbureau voor Wajongers te beginnen. Dit is een schitterend idee. Er is echter een belemmering. Zij weet dat zij vanwege haar beperking niet aan het urencriterium kan voldoen om in aanmerking te komen voor een zelfstandigenaftrek. Laat de minister haar droom als een zeepbel uiteenspatten of wil hij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het urencriterium voor Wajongers aan te passen? Het benutten van de talenten van Wajongers betekent ook dat waar zij in potentie een zelfstandige ondernemer kunnen worden, de mogelijkheid aanwezig dient te zijn.

De fractie van de ChristenUnie heeft er moeite mee dat er voor deze doelgroep zoveel nadruk wordt gelegd op allerlei verplichtingen met eventuele sancties en dat er in verhouding onvoldoende sprake is van rechten. Dat vinden wij een zwak punt in dit wetsvoorstel. Wij zijn ervan overtuigd dat de meerderheid van de Wajongers graag wil werken Daarom doen wij een aantal voorstellen om hun rechten te versterken.

Het wetsvoorstel gaat uit van een uitgestelde beoordeling tot 27 jaar. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat de jongere de mogelijkheid moet krijgen om zich te ontwikkelen. Dat is prima. Wat gebeurt er echter als gaandeweg het traject blijkt dat de Wajonger uit is ontwikkeld? Is er misschien een mogelijkheid voor een tussentijdse beoordeling?

Een van de verplichtingen is het ondergaan van een medische behandeling. Dit is een enorm ingrijpende verplichting die raakt aan de integriteit van het menselijk lichaam. De ChristenUnie vindt dit te ver gaan. Hiernaast beschermen bepalingen in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen mensen tegen dergelijk verplichtingen. Ook het UWV plaatst kanttekeningen bij deze verplichting. Daarom heb ik drie amendementen ingediend om de verplichting tot het ondergaan van een medische behandeling te schrappen uit de wet.

Daarnaast hoor ik vaak de klacht dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de medische geschiedenis van deze Wajongers bij de medische keuringen en het duiden van functie. Wat de ChristenUnie betreft, moet de Wajonger of zijn begeleider de keuringsarts kunnen verzoeken om contact op te nemen met de behandelende arts en deze informatie te betrekken bij de medische indicatie. Is de minister bereid om de Wajongers dit recht te geven?

Het hele traject staat of valt met het verplichte werkaanbod. Nu heeft de ChristenUnie niets tegen een verplichting om een werkaanbod te aanvaarden, maar het traject ernaartoe moet in nauwe samenspraak met de Wajonger of zijn begeleider plaatsvinden. Inspraak door de Wajonger of zijn begeleider in het voortraject heeft als gevolg dat de motivatie wordt verhoogd, wat ten goede komt aan een succesvolle plaatsing. Het recht op inspraak gedurende dit traject moet wat de ChristenUnie betreft in de richtlijnen van het UWV worden opgenomen. Ik hoor hier graag een reactie op van de minister.

Graag hoor ik van de minister of ik het goed heb begrepen dat Wajongers die nu aan het werk zijn en ontslagen worden, na invoering van de nieuwe regeling onder de nieuwe werkregeling gaan vallen. Als dit het geval is, geef ik de minister alvast mee dat de ChristenUnie dit niet terecht vindt. Welke mogelijkheden ziet de minister dan om deze Wajongers het recht te geven om te kiezen of zij willen terugvallen in de oude werkregeling of de nieuwe?

Voorzitter: Kraneveldt-van der Veen

De ChristenUnie is er voorstander van, de herleving van het recht op ondersteuning te verlengen van vijf jaar naar tien. Chronische ziekten kennen vaak een grillig verloop. Daarom is het gerechtvaardigd om een langere periode als uitgangspunt te nemen. Ik overweeg dan ook om een amendement op dit punt in te dienen.

Door Wajongers te garanderen dat zij langer een beroep kunnen doen op de Wajong wordt bevorderd dat er actief wordt meegewerkt aan het zoeken naar een baan om in het eigen levensonderhoud te voorzien. Graag krijg ik hierop een reactie.

De regeling voorziet naast het aanbieden van werk ook in het bevorderen van het doorleren. Van veel Wajongers en hun begeleiders heb ik echter begrepen dat scholen niet om Wajongers zitten te springen. Daarnaast is vooral het hoger onderwijs onvoldoende ingericht op deze doelgroep. Veel Wajongers geven aan de studie niet in de maximale tijd te kunnen volbrengen. De Open Universiteit is er helemaal op ingericht om deze doelgroep op te nemen. Er is echter een probleem. Wajongers krijgen voor deze vorm van onderwijs geen studiefinanciering. Ik wil van de minister graag de toezegging dat hij de belemmeringen in beeld brengt die Wajongers ondervinden bij het instromen in middelbaar en hoger onderwijs, en dat hij op basis hiervan komt met een actieplan om te bevorderen dat Wajongers die de capaciteit hebben om te studeren dit ook kunnen doen.

Een ander punt van zorg is het vervallen van de Wajong-uitkering bij het ontvangen van studiefinanciering. Het wetsvoorstel gaat uit van een compensatie van 25% van de WML voor het feit dat het voor Wajongers moeilijk is om een bijbaan te hebben. Mijn fractie is niet overtuigd van de onderbouwing van deze beslissing. Ook zijn wij er niet van verzekerd dat Wajongers kunnen terugvallen op andere voorzieningen. Ik roep daarom de minister op om te monitoren hoe deze beslissing gaat uitwerken in de praktijk en de resultaten daarvan te betrekken bij de evaluatie van de wet. Op welke manier gaat de minister bevorderen dat studerende Wajongers door deze inperking niet met schulden worden geconfronteerd?

De ChristenUnie is blij met de start van een pilot van begeleiding tijdens stages voor jongeren met een beperking. Zij kunnen in het laatste schooljaar begeleiding krijgen van een coach. Hiermee worden een motie en een amendement gerealiseerd over de inzet van jobcoaches op scholen en de dekking hiervan, die meer dan een jaar geleden door de ChristenUnie zijn ingediend.

Ik vertrouw erop dat met deze werkregeling de mogelijkheid wordt gecreëerd dat mensen met een beperking kunnen participeren op de arbeidsmarkt. Zij verdienen een waardige plaats in deze samenleving. Ik pleit er dan ook voor om de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte strikter te handhaven. Hierbij kan het UWV een belangrijke rol spelen door werkgevers die op basis van vooroordelen niet willen meewerken, aan te melden bij de Commissie Gelijke Behandeling. Wij kunnen het niet meer tolereren dat mensen met een beperking als tweederangsburgers worden behandeld. Dat past niet in ons beeld van een geciviliseerde samenleving.

Mijn hart voor dit onderwerp is harder gaan kloppen bij mijn eerste ontmoeting met een aantal Wajongers en hun ouders. Marlous Bank, Dan Blokker, Jos Brinkman, Peter van Duyvenbode, Saskia van der Graaf, Gideon Koeter, Joeske Koeter, Kalis van Mariënburg, Marja de Nivelle, Martin Jan Spiering, Lydia Vergunst, Lieke Wernsen, Suzanne Wernsen en Michiel Zeeuw: door hen en nog vele anderen ben ik ervan overtuigd geraakt dat een mens meer is dan zijn beperking.

De heer Tony Van Dijck (PVV):

Ik ben nieuwsgierig naar de opvatting van de ChristenUnie over de mogelijkheid die nu in het wetsvoorstel wordt gecreëerd om iemands Wajong-uitkering af te nemen als hij een passend aanbod afslaat.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Het is heel goed om na te gaan of er sprake is van verwijtbaar gedrag. Daarom wil ik dat er inspraak is in het hele traject naar een werkaanbod. Als een begeleider en een Wajonger worden betrokken in het traject naar een verplicht werkaanbod, lijkt het mij heel normaal dat zowel begeleider als Wajonger enthousiast is over een werkaanbod.

De heer Tony Van Dijck (PVV):

Wij hebben soms te maken met personen die psychisch echt in de war zijn. Zij kunnen vandaag zeggen dat die baan hun hartstikke leuk lijkt, maar zij kunnen morgen helemaal in paniek zijn, omdat zij denken dat die baan helemaal niets voor hen zal worden. Als een persoon er dan voor kiest om die baan niet te nemen, hangt hem het zwaard van Damocles boven het hoofd. Hij kan het dan immers vergeten dat hij de rest van zijn leven een Wajong-uitkering krijgt. Vindt mevrouw Ortega dit niet een beetje asociaal?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Het gaat hierbij overigens niet alleen over mensen met psychische problemen. Ik ben het met u eens dat Wajongers op een gegeven moment zelf niet die beslissing kunnen nemen. Daarom wordt in het wetsvoorstel heel duidelijk over een "wettelijke vertegenwoordiger" of een "begeleider" gesproken. Dit zijn de personen die samen met de Wajonger goede beslissingen kunnen nemen.