4. Positionering CAK
Positionering CAK
Kamerstuk, 7 april 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z-CB-U-2924806
7 april 2009
Geachte voorzitter,
Bij brief van 2 april 2009 (kenmerk 29689-253/2009D16202) verzoekt u
mij, naar aanleiding van een schriftelijk overleg over de
kabinetsreactie op het onderzoek naar het CAK, uw Kamer te informeren
over de nieuwe positionering van het CAK en de daarmee samenhangende
beleidsmaatregelen.
Het kabinetstandpunt over de toekomstige positionering van het CAK is
verwoord in mijn brief van 3 oktober 2008 (TK 29689, nr. 224). Het CAK
is voor de meeste taken die het momenteel uitvoert een
privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan. Het kabinet heeft een
beginselbesluit genomen om het CAK om te vormen tot een
publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan. Op basis van een nadere
analyse zal het kabinet een definitief besluit nemen over de
bestuurlijke inbedding van het CAK. Bij de behandeling van de Wtcg heb
ik desgevraagd met uw Kamer van gedachten gewisseld over deze
voorgenomen nieuwe positionering.
Ik ben mij ervan bewust dat ook uw Kamer belang hecht aan een
voortvarende aanpak van de bestuurlijke omvorming, opdat de beoogde
verbeteringen in functioneren en aansturing op zo kort mogelijke
termijn gerealiseerd kunnen worden. Tezelfdertijd liggen mijn kortere
termijnprioriteiten, zoals vastgelegd in het verbeterplan, bij het
verbeteren van de dienstverlening van het CAK aan de burger, het
aanpakken van de problemen in de informatieketen en het
organisatorisch versterken van het CAK. De ervaringen in de afgelopen
periode hebben mij gesterkt in deze prioriteitstelling. In het
afgelopen half jaar is er veel geïnvesteerd in de klantbejegening en
klachtafhandeling en is er met man en macht gewerkt om deze
aanmerkelijk te verbeteren. Dit heeft er in geresulteerd dat de
responstijden en -termijnen aanzienlijk zijn verkort en dat de
daarvoor door mij gestelde normen thans worden gerealiseerd. Ook heeft
het CAK de ca. 200 vragen naar aanleiding van de Kassa-uitzending
alsmede de in die uitzending genoemde categorie probleemgevallen
binnen de door mij toegezegde termijn (1 april 2009) afgehandeld.
Tegelijkertijd is gebleken dat zowel de implementatie van nieuwe taken
(Wtcg en Compensatie eigen risico) als het adequaat kunnen reageren op
het optreden van onverwachte problemen in de informatieketen (i.c. het
ontbreken van buitengewone uitgavengegevens bij het vaststellen van de
eigen bijdrage) een fors beslag blijven leggen op de capaciteit van
het CAK en onverminderd veel van inzet en spankracht van de
organisatie vragen.
Ook de beoogde bestuurlijke omvorming zal het nodige van management en
medewerkers van het CAK vragen. Ik heb daarom gekozen voor een aanpak
die enerzijds recht doet aan het noodzakelijke tempo in de
bestuurlijke omvorming, en anderzijds niet zóveel druk legt op het CAK
dat het operationele functioneren, de implementatie van nieuwe taken
en de noodzakelijke organisatorische versterking er onder te lijden
zouden hebben. In lijn met de aanbeveling uit het Berenschotrapport
streef ik daarom naar een zodanige afronding van de analysefase, dat
in februari 2010 met het wetgevingstraject kan worden gestart, opdat
in 2012 de omvorming zijn beslag kan hebben gekregen.
In deze analysefase wordt de wettelijke verankering van het CAK als
publiekrechtelijk ZBO onderzocht op juridische, bestuurlijke,
bedrijfsmatige, financiële en personele gevolgen.
Ik ben voornemens de resultaten van deze fase dit najaar aan uw Kamer
voor te leggen. Dat wil niet zeggen dat er in de tussenliggende
periode niets gebeurt, integendeel. Zoals ik hiervoor heb aangegeven,
wordt hard gewerkt aan de uitvoering van het verbeterplan. Daarbij
wordt verder in de relatie tussen mijn ministerie en het CAK al zoveel
mogelijk toegewerkt naar de beoogde nieuwe situatie. Zo vindt zo veel
mogelijk stroomlijning plaats van de interne planning- en
controlcyclus van het CAK met de begrotingscyclus van mijn ministerie,
is er tweewekelijks voortgangsoverleg over alle lopende dossiers met
de directie van het CAK en houd ik nadrukkelijk een vinger aan de pols
bij het uitvoeren van het verbeterplan.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport