Aanpak stelselmatige daders vordert
Persbericht | 07-04-2009
Met de invoering van de maatregel Inrichting voor Stelselmatige Daders
(ISD) zijn flinke vorderingen gemaakt in de aanpak voor veelplegers
die veel criminaliteit en overlast veroorzaken. Dat blijkt uit een
onderzoek naar de toepassing van de ISD-maatregel dat staatssecretaris
Albayrak van Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Wel is een
uitgebreider aanbod gewenst van behandelprogramma's voor de goep
verslaafden met een psychiatrische problemen en voor mensen met een
verstandelijke beperking. Ook houdt het gebrek aan specifieke
woonmogelijkheden de kans op geslaagde reïntegratie tegen.
Meerderjarige stelselmatige daders die jaarlijks veel delicten plegen
en veel overlast en maatschappelijke onrust in het publieke domein
veroorzaken, kunnen sinds 1 oktober 2004 in een inrichting geplaatst
worden via de Wet plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige
Daders (ISD). Het voor maximaal twee jaar vastzetten van deze zeer
actieve veelplegers in speciale afdelingen van penitentiaire
inrichtingen moet tegengaan dat ze weer strafbare feiten plegen.
Daarnaast biedt de maatregel de mogelijkheid tot gedragsbeïnvloeding
om de kans op recidive te verkleinen. Nederland telt op dit moment 600
speciale ISD-plaatsen in penitentiaire inrichtingen en 126 in
extramurale voorzieningen.
Het Verwey-Jonker Instituut in Utrecht heeft in opdracht van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie
van Justitieonderzoek gedaan naar toepassing van de ISD-maatregel. De
onderzoekers hebben gesproken met vertegenwoordigers van het Openbaar
Ministerie, met rechters, gemeenten, reclasseringswerkers,
ISD-personeel en ISD'ers in vijf arrondissementen. Ook hebben ze
dossiergegevens en jurisprudentie geanalyseerd.
Het onderzoek laat zien dat de ingestroomde groep ISD'ers
problematischer is dan aanvankelijk verwacht werd, vooral door de
combinatie van verslavingsproblemen, ernstige psychiatrische
problematiek en verstandelijke beperkingen. Alle ISD'ers kampen met
verslavingsproblemen. De maatregel wordt vrijwel altijd opgelegd voor
twee jaar. De ISD is - conform bedoeling - ook aan vrouwen opgelegd.
De meerderheid is echter man. In de uitvoering van de ISD zijn de
afgelopen jaren flinke vorderingen gemaakt, aldus de onderzoekers. De
ketensamenwerking is op gang gekomen. De aanvankelijke scepsis bij
rechters is verdwenen. Gemeenten nemen hun rol in de nazorgfase goed
op en krijgen langzaam maar zeker meer expertise in de vormgeving van
het nazorgtraject.
In het onderzoek worden enkele verbeterpunten gesignaleerd. In de
toeleidingsfase lukt het de reclassering niet altijd om met een
gedegen advies en een `preplan' te komen. Het vermoeden van ernstige
psychiatrische problematiek blijkt voor de reclassering moeilijk te
verifiëren. Een verblijfsplan blijkt niet binnen vier weken gereed te
zijn. De aangeboden gedragsinterventies ten behoeve van de groep
veelplegers zijn onvoldoende gevarieerd en niet altijd op maat
gesneden. De doelstelling van het bieden van extramurale zorg aan
ISD'ers met een (ernstige) psychiatrische stoornis en/of een
verstandelijke beperking is niet gehaald.
Reactie staatssecretaris Albayrak
Staatssecretaris Albayrak is, zoals zij reeds in 2008 aan de Tweede
Kamer heeft laten weten, voornemens om waar nodig concrete
verbeteringen aan te brengen. Zo zal het personeel getraind worden in
het motiveren van gedetineerden voor reïntegratie-activteiten. Ook
wordt het dagprogramma verlengd om meer ruimte te bieden voor
persoonlijke begeleiding van ISD'ers die deelnemen aan een traject.
Over het geheel genomen is de bewindspersoon tevreden over de
uitkomsten van het onderzoek. "Deze procesevaluatie geeft aan dat
Justitie met de uitvoering van de maatregel op de goede weg is", aldus
de staatssecretaris.
Meer informatie
* Verwey-Jonker Instituut
* Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum