Belgische Federale Overheid


Loonkloof tussen mannen en vrouwen

Datum: 06 april 2009

Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen publiceerde het rapport 2009 met de officiële cijfers over loonverschillen tussen vrouwen en mannen. Dit rapport legt onder meer de nadruk op de volgende aspecten:
* In 2006 bedroeg de loonkloof tussen mannen en vrouwen 11 %. In 2005 was dat 13 %.
* Voor de bedienden van de privésector stijgt de loonkloof tot 27 %.
* Binnen de administratie bedraagt de loonkloof voor de contractuelen 7 %, terwijl dat voor de statutaire ambtenaren lichtjes in het voordeel uitvalt van de vrouwen, met - 1 %.
* Voor de arbeiders bedraagt de loonkloof 16 %.
* Deeltijds werk doet de loonkloof aanzienlijk toenemen.

Het rapport 2009 bekijkt ook de loonkloof volgens de nationaliteit van de werknemers, de grootte van het bedrijf of de activiteitssector. Alle landen van de Europese Unie komen aan bod. Het rapport levert tevens een reeks cijfers die de ongelijkheid bevestigen:
* In 2006 waren 45,60 % van de werknemers vrouwen; zij namen 40,87 % van de bezoldigde werkdagen voor hun rekening en ontvingen 37,06 % van de loonmassa.
* Eén vrouw op twee verdient minder dan 2 250 euro bruto per maand, terwijl dat voor de mannen twee op vijf is.
* De loonkloof stijgt met de leeftijd. Voor de voltijdse werknemers bedraagt de loonkloof 17 % bij de 55-plussers en 9 % voor de leeftijdscategorie tussen 45 en 54 jaar. Voor de deeltijdse werknemers is dat 18 % voor de oudste leeftijdsgroep en 16 % voor de tweede oudste leeftijdsgroep.
* De loonkloof bereikt 22 % bij hooggediplomeerde voltijdse werknemers en 21 % bij diegenen die deeltijds werken.
* De loonkloof is het grootst bij de leidinggevenden, namelijk 33 %. Slechts 23 % van die leidinggevenden zijn vrouwen.