Ingezonden persbericht


Published: 13:32 06.04.2009 GMT+2 /HUGIN /Source: Rabobank /AEX: Rabobank /ISIN: -

INDUSTRIESECTOR KRIJGT HARDSTE KLAPPEN VAN RECESSIE

De omzetwaarde in de Nederlanse industrie daalt in 2009 met bijna 12 procent. Daarmee heeft deze sector het meeste last van de financiële crisis en de wereldwijde recessie. Ook de groothandel (min 7,5 procent) en het transport (min 7,2 procent) krijgen het voor de kiezen, net als bijna alle sectoren. Alleen de sector detailhandel-food laat nog een plusje zien van bijna 2 procent hogere omzetwaarde. Dit blijkt uit de Cijfers & Trends sectorprognoses 2009 van Rabobank.

Financiele crisis raakt bijna alle sectoren in Nederlandse economie De door Rabobank voorspelde krimp van de Nederlandse economie met 4 procent in 2009 raakt nu bijna alle sectoren. De economische tegenwind door de financiële crisis leidt tot een negatieve binnenlandse dynamiek. Dat betekent een lagere investeringsbereidheid, een hogere werkloosheid en dalende consumentenbestedingen. Hierdoor daalt de omzetwaarde in 2009 gemiddeld over alle sectoren met bijna 5 procent (2008: plus 5,5 procent). Per sector zijn de vooruitzichten als volgt.

Industrie meeste last van financiële crisis
Veel bedrijven in de chemie, metaal- en elektrotechnische industrie zijn sterk exportgericht en maken deel uit van internationale productieketens. De Nederlandse goederenuitvoer bestaat voor circa 45% uit industriële producten. Vraaguitval in het buitenland leidt dan automatisch tot productieverlies in Nederland. Als reactie neemt ook de investeringsbereidheid bij producerende bedrijven sterk af. Vooral de producenten van kapitaalgoederen (machine-industrie, transportmiddelenindustrie et cetera) én hun toeleveranciers ervaren hier duidelijk de gevolgen van. Eigenlijk kan binnen de industrie alleen de foodindustrie zich op dit moment enigszins aan het wereldwijde 'domino-effect' in de economie onttrekken. Breed herstel in de sector kan pas weer plaatsvinden bij aantrekken van het wereldhandelsvolume en het herstel van vertrouwen bij zowel producenten als consumenten.

Sectorprognoses

2008*

2009*
(in procenten)
Volume
Prijs
Omzetwaarde
Volume
Prijs
Omzetwaarde
Industrie
0,4
7,2
7,6
-7,8
-4
-11,8
Bouw
5,8
4,1
9,9
-5,5

1
-4,5
Groothandel
4
0,4
4,4
-6,8
-0,7
-7,5
Detailhandel food

1,2
4,7
5,9
0,2

1,5

1,7
Detailhandel non-food
-0,1
0,8
0,7
-3
0,5

-2,5
Horeca & Recreatie

-3,2
3,2
0
-6,2

2
-4,2
Transport

2

2,4
4,4
-7
-0,2
-7,2
Zakelijke dienstverlening

3,3
3,2
6,5

-4
2
-2
Overige dienstverlening

1,1

2,4

3,5
-2,3

1,3

-1
Totaal


5,5

-4,8
De verwachtte omzetwaarde bestaat uit een volumecomponent en een prijseffect; * = prognose: 24-03-2009

Bedrijvigheid in bouwsector koelt sterk af
Vooral bouwbedrijven die zich richten op nieuwbouw van woningen en utiliteitsgebouwen zien hun orderportefeuilles leeglopen. Het aantal nieuwbouwwoningen valt terug naar 60.000 à 65.000 in 2010 (2008: 79.000 woningen). De verwachting is dat de productie in de utiliteitsnieuwbouw in 2009 met circa 6 procent daalt (2010: -10 procent). Alleen de bouw voor de publieke sector (zorg, onderwijs en openbaar bestuur) blijft nog redelijk 'overeind' en stabiliseert deze in 2009 en 2010.

Groothandel in periode van tegenwind
De groothandelsexport en wederuitvoer ervaren duidelijk de gevolgen van de mindere conjunctuur in het Europese achterland. Tegelijk dalen de importen uit landen als China en India. Binnenlands staat vooral de handel in kapitaalgoederen en duurzame consumptiegoederen onder druk. De toenemende margedruk spoort bedrijven aan tot het verlagen van kosten en het creëren van meerwaarde.

Uitstelgedrag treft detailhandel non-food
Het consumentenvertrouwen is begin 2009 historisch laag. De consumptieve groei nadert de nul, terwijl de koopkracht nog stijgt en de werkloosheid toeneemt. Het sentiment heeft dus de overhand. Dit betekent dat de detailhandel non-food een consument treft die de hand steeds meer op de knip houdt. Vooral de aanschaf van goederen, zoals auto's, woninginrichting en elektronica, wordt uitgesteld. Ook vervangingsaankopen, zoals nieuwe meubels, kleding en schoenen, schuift de consument voor zich uit. Dit leidt tot verder dalende omzetvolumes.

Minder last in sector detailhandel food
De sector detailhandel-food is minder conjunctuurgevoelig: mensen blijven immers eten. Dit jaar kent echter niet zulke hoge omzetmutaties als bij supermarkten in 2008. In plaats van 'uit eten', wordt vaker gekozen voor wat luxer thuis eten. De speciaalzaken kampen al jaren met omzetdalingen en dit blijft zo in 2009. Rabobank verwacht dat de detailhandel food in 2009 de enige sector is met een omzetplus van krap 2 procent, die grotendeels voortkomt uit prijsstijgingen.

Horeca & recreatie daalt ruim 4 procent
De bestedingen staan onder druk. Dat merkt ook de horeca & recreatie. Al eerder namen het volume aan consumentenbestedingen in de horeca af. Nu dalen ook de zakelijke bestedingen. Hotels en conferentieoorden zien hun omzet dalen, doordat klanten meer binnenshuis te vergaderen. Ook cafés en restaurants merken dat klanten (particulier en zakelijk) wegblijven. Ook de recreatiesector ziet haar omzetten afnemen. Mensen gaan minder vaak, goedkoper en meer in Nederland op vakantie.

Transport wacht stevige omzetdaling
De transportsector is handels- en productieafhankelijk. Door de geringere wereldvraag naar goederen valt er minder te vervoeren. De concurrentie zal zo verhevigen en vrachttarieven komen weer onder druk te staan. Vervoer over land en water krijgt zware volumedalingen voor de kiezen. Binnen het wegvervoer worden vooral het internationale beroepsgoederenvervoer, bouw- en industrietransport en verhuizers geraakt. Distributeurs in de food- en agri merken beduidend minder van de krimp.

Dienstverlening houdt het redelijk droog
In de zakelijke dienstverlening snijden veel bedrijven het eerste in hun 'flexibele schil'. Vooral uitzendbureaus en dienstverleners zoals ingenieursbureaus, adviesbureaus en IT-dienstverlening hebben problemen bij de opdrachtverwerving. Ook communicatiebureaus en makelaars zijn erg conjunctuurgevoelig. Juridische en economische dienstverleners ondervinden minder last van het economische getij. Dit geldt ook voor kappers, beveiligingsbedrijven en kinderdagverblijven.