Ministerie van Economische Zaken
Beantwoording kamervragen over interpretatie wet FIDO door gemeente
Zoetermeer
6 april 2009 | kamerstuk | Energiebesparing | PDF
document, 19 Kb
Hierbij zend ik u, mede namens staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld
door het lid Jansen (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een interpretatie van
de wet FIDO door de gemeente Zoetermeer. Deze vragen werden ingezonden
op 17 maart 2009, onder kenmerk 2009Z04768.
Datum 6 april 2009
Betreft Beantwoording kamervragen over interpretatie wet FIDO door gemeente
Zoetermeer
Hierbij zend ik u, mede namens staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid
Jansen (SP) aan de ministers van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties over een interpretatie van de wet FIDO door de gemeente
Zoetermeer. Deze vragen werden ingezonden op 17 maart 2009, onder kenmerk
2009Z04768.
---
Heeft u kennisgenomen van de antwoorden d.d. 11 maart 2009 van
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer aan de SP-fractie op
schriftelijke vragen over de mogelijke verkoop van het gemeentelijk aandeel in
ENECO? 1
Antwoord
Ja.
---
Klopt de interpretatie van B&W Zoetermeer dat haar mede-eigendom van
energiebedrijf ENECO is aan te merken als "beleggen in aandelen" en derhalve op
grond van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) verboden is?
Antwoord
Ik zou graag enige nuancering willen aanbrengen in de conclusie van de
gemeente Zoetermeer. Een gemeente of provincie kan ervoor kiezen haar
1 Beantwoording van de schriftelijke vragen van de SP-fractie over Eneco, onderhands aan bewindspersoon
verstrekt
aandelen in het commerciële deel van een energiebedrijf te verkopen, omdat zij
hierin geen publiek belang ziet. De gemeente Zoetermeer kiest hiervoor, mede
vanwege het kleine percentage aan aandelen en de daarmee gepaard gaande
gebrek aan invloed in het bedrijf.
De Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) beoogt om uiterlijk 1 januari 2011 de
energiebedrijven te splitsen in netwerkbedrijven, waarvan de aandelen in handen
zijn en blijven van de decentrale overheden, en commerciële bedrijven. De
aandelen van de commerciële bedrijven mogen wel worden verkocht buiten de
kring van de decentrale overheden. De keuze om wel of niet tot verkoop van deze
aandelen over te gaan is een individuele keuze van de betreffende gemeente of
provincie. Zowel de WON als de wet FIDO vormen geen beletsel voor
aandeelhouders die continuering van hun eigendom nastreven.
Het is dus aan de decentrale overheden zelf om af te wegen hoe zij met hun
bestaande deelnemingen in commerciële delen van energiebedrijven omgaan. In
deze afweging kunnen zij meenemen in hoeverre publieke taken gemoeid zijn met
het behoud van aandelen en welke risicoprofiel hiermee gepaard gaat. De normen
die een decentrale overheid hanteert omtrent het toegestane risicoprofiel kunnen
worden opgenomen in een treasury statut. De gemeente Zoetermeer heeft op
basis van hiervan besloten tot verkoop over te gaan.
De Wet FIDO is overigens wel van toepassing op de vrijgekomen financiële
middelen na eventuele verkoop van de commerciële aandelen. Indien decentrale
overheden dus besluiten tot verkoop van deze delen, dient de bestemming van de
verkoopopbrengsten te passen binnen de criteria van deze wet, waaronder
hoofdsomgarantie.
---
Zo ja, kunt u aangeven waar dit standpunt rechtstreeks kan worden afgeleid uit
de letter van de wet dan wel de wetsgeschiedenis?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 2
---
Zo nee, bent u bereid om de gemeente Zoetermeer te wijzen op deze omissie en
hen de verzekeren dat het gemeenten vrij staat om mede-eigenaar te zijn en te
blijven van publieke energiebedrijven?
Antwoord
Ik zal de gemeente Zoetermeer een afschrift sturen van de beantwoording van
deze vragen. De afweging omtrent de bij dit aandeelhouderschap gemoeide
publieke belangen laat ik aan de gemeente zelf over.
---
Bent u gezien de lopende discussie in gemeenteraden en provinciale staten over
de mogelijke verkoop van publieke energiebedrijven bereid om op de kortst
mogelijke termijn antwoord te geven op deze vragen?
Antwoord
Ja.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken